Happy birthday, Autobahn

Op deze dag in 1974 bracht Kraftwerk het album Autobahn uit. Also, herzliche Glückwünsche!

Bedenk jezelf in de rood-gele waas van de verkleurde foto’s uit die tijd. Wijdepijpenbroek, keurige spencer. Je stapt in je koekblik, een Volkswagen Passat. Je draait het contact om, je start, je drukt een keer op de claxon – toettoet – en terwijl een stem uit te vocoder mechanisch lispelt, draai je de snelweg op. De A555, van Keulen naar Bonn. En verder zoef je over rustige wegen. De zon glinstert en schittert, je rijdt door een weids dal. Het groene landschap onder de blauwe lucht. Je draait aan de radio, en als die na wat ruis op de zender schiet, dan hoor je… “Wir fahren, fahren, fahren auf der Autobahn / Wir fahren, fahren, fahren auf der Autobahn”… Welkom in het Duitsland van 1974 (jaja, de voetballiefhebbers onder ons zullen nu even moeten slikken), welkom in het Duitsland van het Wirtschaftswunder. Welkom in het Duitsland van Kraftwerk – dat net zo elektronisch als bucolisch is.

Op de kop af 22 minuten en 41 seconden, een plaatkant lang, rijd je over de autobaan, begeleid door deze vreemde soundtrack – een kruising tussen experimentele krautrock en een novelty-hit. Monotoon tikken Kraftwerk’s zelfgefabriceerde elektronische drumkits, monotoon klinkt de dwarsfluit, monotoon klinkt dat gortdroge koortje. Daaroverheen hoor je synthetische soundsculpturen, van passerende auto’s, kilometerpaaltjes, bruggen, verkeersborden. Alles ademt de afstanden die je aflegt. Het is eigenlijk een soort machine die je hoort. Een bloedbaan soms. Je beseft je opeens wat Kraftwerk-voormannen Ralf Hütter en Florian Schneider hun publiek altijd op het hart drukten: dit nummer gaat niet over auto’s, dit nummer gaat over de snelweg. De Autobahn, die Nazi-Duitsland zo groot en sterk maakte voor de oorlog. Hitler’s kindjes. (Behalve dan deze A555 die Kraftwerk inspireerde. Die was al in 1932 neergelegd, voordat Adolf H. zijn machtsgreep pleegde.) Je herinnert je wat Ralf en Florian vertelden. Hoe ze op pad gingen met een recordertje. Autorijden met het raampje open. En dan alles opnemen. Het geruis van banden op asfalt. Het ‘pfft-pfft-pfft’ als je over de verfstrepen rijdt. “Pure geluidspoëzie”, noemde Hütter dat. Het vormde de basis voor het nummer Autobahn.

Achter het stuur zit je nog wat te mijmeren. Over dat ‘tipping-point’ dat alle échte goede bands kennen: na jarenlang ploeteren volgt het moment waarop creativiteit, timing, visie en drive samenvallen en er een ‘wow’ ontstaat – iets dat helemaal klopt. Alles valt op zijn plaats. Ziggy Stardust is zo’n doorbraakplaat, OK Computer ook, en Revolver, The Unforgettable Fire of Dark Side Of The Moon. Autobahn was Kraftwerks doorbraakplaat, letterlijk en figuurlijk. Hun eerste twee platen waren typische krautrock, spannende avantgarde maar wel wat stuurloos. Op hun derde – getiteld Ralf und Florian – waren de voortekenen al te horen voor wat Autobahn zou worden. Al dan niet zelfgebouwde synthesizers namen steeds meer de plaats in van gitaar, viool en fluit. Alles had een naïef en nieuw geluid; daar was Konrad (later Conny) Plank voor verantwoordelijk. Hij/zij produceerde bijna alle krautrockbands uit die tijd. Ook Autobahn werd geproduceerd door Plank en opgenomen in zijn/haar mobiele studio. Het geluid is Kraftwerk/Plank op zijn best! Nog niet zo klinisch als de latere Kraftwerk-platen (die ze zelf produceerden), maar eerder warm, een beetje wollig. Het laat zich ook het best beluisteren op vinyl.
De muziek op Autobahn was niet meer zo ‘hippy’, jazzy en ‘freaky’ als bij krautrockcollega’s zoals Can, Neu!, Amon Duul of Faust. Nee, de plaat klinkt strak. Kraftwerk koos duidelijk een eigen elektronische weg. Dat gold ook voor hun uiterlijk. Ze knipten hun haren af en staken zich in driedelige kostuums. Ze presenteerden zich als een soort accountants uit de jaren vijftig – volledig anti-rock ‘n roll. Totaal niet funky. Op die manier zetten ze zich heel bewust af tegen de anglo-amerikaanse rock-clichés, zo vertelde Hütter later. In plaats daarvan presenteerden ze – nog veel meer dan al die andere krautrock-bands – een positief soort ‘Deutschtum’.
Dan denk je ook nog aan die originele hoes van het album Autobahn, geschilderd door vriend en huurbaas van hun huis in Düsseldorf: Emil Schult. Die hoes werd later ingeruild voor een veel strakkere, die meer voldoet aan de abstracte beeldtaal van Kraftwerk. Je ziet dan alleen het blauwwitte verkeersbord met het icoon dat snelweg aanduidt. Jammer vindt je, want die originele hoes sluit veel meer aan bij waar het Ralf en Florian in 1974 om te doen was. Zonnige ‘Heimatklänge’.

En dan stap je uit je Volkswagen Passat. Je draait de elpee om en je belandt opeens in hele andere sferen. Kosmische sferen. Kometenmelodie 1 en 2 zijn odes aan de komeet Kohoutek, die in 1973 de aarde passeerde. Het eerste deel is een gloomy geluidsschilderij, vol mysterieuze ruis en sinistere fluittonen. Deel 2 is een tegelijk stuwend, poppy en melancholisch werkje. Zeg maar iets in het genre dat later Jean-Michel Jarre en Vangelis zijn gaan uitbouwen. En dan wordt het middernacht. Het gelijknamige nummer (Mitternacht) zit vol synthetisch gereproduceerde nachtgeluiden: diertjes, waterdruppels, uilen, wind en wolven. Maar de elpee eindigt optimistisch, hoopvol, met het nummer Morgenspaziergang. Het begint een beetje surrealistisch met die elektronische vogeltjes, maar daarna hoor je een pastorale fluit, stromend water en een verre piano. Het geeft de rust en frisheid weer die de Kraftwerkmannen ervaren als ze na een nacht werken aan Autobahn uit de studio komen. Je hoort het melodielijntje uit het avantgardenovelty-nummer waar ze zo beroemd mee werden nog eventjes terug.

En zo is de cirkel rond. Je mag je spencer en je wijdepijpenbroek weer uit doen. De Duitse accountants hebben hun ding gedaan. Het was wonderbaarlijk toen in 1974, en dat is het anno 2020 nog steeds.

Meer jarige albums?

Hookworms – Microshift

Microshift is een misleidende titel. Want de band Hookworms onderging de afgelopen donkere jaren niet een kleine verschuiving, maar maakte een total make-over door. Die zorgde dat de band een stuk toegankelijker klinkt dan de gruizige psychedelische rock die het eerder fabriceerde. En ook intenser. De ellende die zanger Matthew “MJ” Johnson bezingt is erger dan ooit tevoren. Maar nu kan er op gedanst worden!

Tot 2015 klonk Hookworms als 13th Floor Elevators uit de jaren ’60, The Jesus And Mary Chain ten tijde van Psychocandy halverwege de jaren ‘80 of Spaceman 3 uit de jaren ’90 en ’00. Gitaren gedrenkt in fuzz, monotone drums en bass en bakken echo in de productie. LSD slikken was eigenlijk niet nodig, alleen al het geluid deed je trippen. Hookworms – uit Leeds – was er redelijk succesvol mee. Maar toen sloeg aan alle kanten het noodlot toe.

Overstroomd, overleden
Het begon in 2015 op boxing day. Niet voor niets heet een van de nummers van de nieuwe plaat ook zo. De rivier de Aire barstte uit haar oevers en overstroomde de wijde omgeving van Leeds. En ook de ondergrondse studio van MJ liep vol water. In één klap was hij alles kwijt, zijn auto, zijn huis (klote, want hij kon zich niet verzekeren omdat het gebied beneden het waterniveau lag), maar ook het archief van de band en alle nieuw opgenomen nummers waren weg (de emotionele schade was veel groter). Het heeft twee jaar geduurd om een nieuwe studio te crowdfunden en op te bouwen.
Tijdens dat proces en het opnemen van nieuwe nummers, overleed de sound engineer en goede vriend van Hookworms. De eerste track van Microshift, die hij nog in rudimentaire versie heeft gehoord op een van hun laatste momenten samen, is aan hem opgedragen. Die heet Negative Space en bevat een aangrijpende zinsnede als “I still always see you when I’m down”. Heel herkenbaar voor iedereen die een dierbare heeft verloren, die zie je zo door de supermarkt of door de straat lopen. Maar dan blijkt het toch een ander.

Depressief dansen
MJ lijdt van kinds af aan aan chronische depressies en daar maakt hij op Microshift geen geheim van. Of er is andere ellende. Ullswater gaat over de plek in Lake District waar zijn vader hem altijd mee naartoe nam voordat Alzheimer zijn geest overnam. Opener gaat over falen. “It’s fine to fail, we all fail”, zingt hij berustend. Daarom is het contrast met de muziek zo groot. Op deze laatste plaat heeft Hookworms de fuzz en de echo grotendeels van zich afgeschud ten behoeve van krautrock-ritmes, Kraftwerk-klanken, Neu!-achtige grooves, electro en videogame muziek. Maar je hoort ook punkfunk en noise. Een beetje jaren ’80-feel zit er wel in, maar het is beslist geen retro! Het meest opvallend is de power van Hookworms op deze plaat. In tegenstelling tot de teksten wordt je er blij van, je krijgt de neiging om te dansen en te springen. Uit je dak te gaan. Zeker op nummers als Negative Space, Ullswater, Opener, met de grootste Kraftwerk-referenties, waarin climax op climax volgt, of Boxing Day, dat in de combinatie tussen dwingende ritmes en freejazz-achtige gitaar- en synth-erupties misschien wel aan Eisbär van Grauzone doen denken. Wat een complete muziek! Waarom is Hookworms niet allang doorgebroken? Ze gaan het vast goed doen op de grote festivals.

MJ en Hookworms zitten nog met een enorme financiële schuld na de overstroming van de studio. Maar dat is een detail. Langzaamaan zijn ze iets moois aan het opbouwen, en ze kunnen leven van hun muziek – vooral ook omdat ze zelf hun manager zijn. Emotioneel lijken ze de klappen helemaal te boven. MJ is er vooral trots op dat ze er samen – met elkaar, maar ook met iedereen om hen heen – zijn uitgekomen. Dat is een feestje waard en zo klinkt Microshift ook. Of beter gezegd: macroshift!

Alle beste albums van 2018: