De beste albums: 17 van ‘17

– Dus… 2017 was het jaar van David Bowie.
– Huh? Maar die is toch begin vorig jaar al overleden?
– Klopt. Maar kijk eens naar deze eindlijst… Zijn geest leeft voort.

Want wat zien we allemaal in deze lijst van 17 beste platen van 2017? Een onversneden protegé (David Bowie noemde Lorde ‘the future of popmusic’), een samenwerkingspartner die te verlegen was om Bowie’s muziek teveel aan te pakken (James Murphy van LCD Soundsystem). We zien een muzikant die zijn tegenspeler was in een Japanse oorlogsfilm (Ryuichi Sakamoto) en synthesist Alessandro Cortini van de band die ooit met Bowie het podium deelde (Nine Inch Nails). Er is een uitgesproken fan die qua ‘sound and vision’ net zo goed haar vrouwtje staat (St. Vincent). En we zien twee jazzo’s (Joseph Shabaton en Colin Stetson) die niet eens hadden misstaan op Bowie’s laatste album Blackstar.

Arcade Fire
De enige die we moeten missen in deze lijst is Bowie’s favoriete band: The Arcade Fire. Zij maakten in 2017 sowieso de song van het jaar met Everything Now, en ook de nummers twee en drie kwamen uit hun koker (Sings of Life en Creature Comfort). Maar over de gehele linie was hun album geen groot genoegen. Ze presteerden het zelfs om er mislukte reggae-dingen op te zetten. En daarmee spiegelden zij – onbewust – de allerslechtste plaat uit Bowie’s carrière: Tonight uit 1984.

Ruk
Okee, dan nog wat keuzes die deze eindlijst hebben bepaald. Veler favoriet The War On Drugs kwam er niet in. Ik vind dat zij vooral een saaie plaat hebben gemaakt – zij zijn de Dire Straits van dit jaar. Met rap en hiphop ben ik al een paar jaar een beetje klaar, hoewel ik het keer op keer probeer. Dus ook Vince Staples en Kendrick Lamar zijn meestal mwoh. En de Nederlandse favo Ronnie Flex vind ik vooral erg ruk.

Bubbling under
Er waren natuurlijk ook afvallers die mij zeer aan het hard gingen. Die wil ik nog even een eervolle vermelding geven. ‘Bubbling under’ in 2017 waren: Xiu Xiu met Forget, Dirty Projectors met hun gelijknamige plaat, erg fijn werk van Hauschka (What If), Kelly Lee Owens, Blanck Mass, Orson Hentschel met Electric Stutter, Planetarium (het project waar onder andere Sufjan Stevens aan meedeed), Ghostpoet, Zola Jesus (zoals elk jaar weer fantastisch), synthesizergrootheid Kaitlyn Aurelia Smith, fijne ambient van Hecq, nog fijnere ambient van Bibio, James Holden/The Animal Spirits, Perfume Genius. En uit Nederland: de nieuwe Piiptsjilling, Spinvis met Trein Vuur Dageraad en niet te vergeten Nadia Struiwigh met Lenticular!

Hier is ‘ie dan: de 17 van ’17. Klik de links voor mijn uitgebreide recensies.

1. LordeMelodrama
2. Ryuichi Sakamotoasync
3. St. VincentMasseduction
4. The xxI See You
5. LCD Soundsystemamerican dream
6. SohnRennen
7. ArcaArca
8. SevdalizaISON
9. Joseph ShabasonAtyche
10. Colin StetsonAll This I Do For Glory
11. JacaszekKwiaty
12. Karima WalkerHands In Our Names
13. Linde SchöneLinde van Nimma
14. LuwtenLuwten
15. BjörkUtopia
16. Alessandro CortiniAvanti
17. Fever RayPlunge

Wil je alles horen? Luister dan deze Spotify-list. Enjoy!

En hier drie keer The Arcade Fire:

Lorde – Melodrama

‘I am a toy that people enjoy, ‘till all of the tricks don’t work anymore, and then they get bored of me‘, zingt ze in Liability. Ze zit er behoorlijk naast.

De schattigheidsfactor die Lorde in 2013 had – zestienjarig meisje uit Nieuw-Zeeland maakt intelligente, volwassen popplaat – is er anno nu een beetje af. Ze is zelfs geen tiener meer. Dus haar tweede album, Melodrama, maakte heel wat minder reuring. Dat is jammer, want wat levenservaring heeft Lorde juist goed gedaan. Ze koos er voor om na de hitplaat in 2013 een paar jaar buiten de spotlights te blijven. Verstandig, want volwassen worden op het podium, daar kweek je alleen maar Justin Biebers mee.

Kate Bush
Lorde wordt nu vergeleken met Taylor Swift, Katy Perry en Lana Del Rey, maar ze zit eigenlijk op een heel ander niveau. Alleen al qua doorleefde zangstem: Als ze zacht en laag zingt, klinkt ze bijna als een witte Eartha Kitt. Als ze uitpakt, dan is ze de Kate Bush van de 21e eeuw!

Verlopen
En ze schrijft tenminste haar eigen songs. Lorde weet ditmaal met alle elf te raken. Ze zijn pakkend en gelaagd. Op Melodrama zingt Lorde haar visies op plotselinge roem, op liefdesverdriet, schade en schande en er toch weer beter uitkomen. De plaat heeft een beetje de sfeer van een verlopen feestje – de vloer ligt bezaaid met drank, drugs, kleren en het wordt al bijna licht. Of zoals Lorde zingt in Sober II: ‘We told you this was melodrama. (Oh, how fast the evening passes. Cleaning up the champagne glasses.)’ Ze hekelt het hedonisme en escapisme van haar generatiegenoten in Perfect Places en in Loveless (‘We’re L-O-V-E-L-E-S-S generation’ zingt ze over een keiharde hiphopbeat).

David Bowie
Er zit iets gejaagds in de werkwijze van Lorde. Ze werkt vanuit taxi’s en metro’s (New York is tegenwoordig haar habitat). Dat hoor je soms terug in de dancetracks als Green Light, Homemade Dynamite of Supercut. Zware beats, soms die typische jaren ’80 big beat ‘gated reverb’ (weten wat dat is? check deze briljante uitleg). Maar het gros van Melodrama klinkt… melodramatisch in de goede zin des woords. Donkere synths, gekke geluiden, aanzwellende koortjes, botsende zanglijntjes, soms stiltes. Het mooie aan dit album is: het is compleet, het is af. Er is geen klank te weinig of teveel. Melodrama is uitgebalanceerd, zoals de betere Bowie-albums. De meester zelf zag die potentie al in 2013. David Bowie noemde protegé Lorde ‘the future of popmusic’ – en zij zong Life On Mars? met zijn band op zijn herdenking in 2016.

Helaas heeft David Bowie niet meer mogen horen dat zijn voorspelling uit is gekomen. Die plaat… Dat zij dit jaar elk festival wereldwijd plat speelde… We raken nooit verveeld van Lorde.



Alle beste albums van 2017:

 

Björk – Utopia

Björk kwam in 2017 sterk met het album Utopia. Maar wat is dan die fantastische wereld die de IJslandse sprookjeskoningin ons voorschotelt? Hier volgt Utopia in tien stellingen.

1. Björks Utopia speelt zich ergens af op een verre planeet, in een verre toekomst. Kijk maar naar haar clips. In/op Utopia is veel natuur, maar ook allerlei zwevende robotjes die Björk lodderig in de gaten houden terwijl zij op een rots op een fluit zit te spelen. Op de achtergrond zit een elektronische Jabba the Hutt een beetje te lamstralen. Wat een vreemd fantasy-tafereel!

2. Oh nee! ‘Utopia, it isn’t elsewhere. It is here’, kwinkeleert Björk in de titelsong. Dus toch. Haar perfecte droomwereld is geen onbereikbare plaats, maar gelegen in het hier en nu. Als je maar je best doet.

3. Utopia is een tweeluik, samen met haar voorganger Vulnicura uit 2015. Die donkere, zware plaat ging over haar scheiding. Als Vulnicura de hel is, dan is Utopia het paradijs. De plaat is luchtig en gaat over levenslust en nieuwe verliefdheid. Björk is blij.

4. Utopia is pastelkleurig, perzikachtig, paars en positief. Feeëriek en dromerig. Luchtig. We horen dezelfde Björk als op de tedere, verliefde, viriele plaat Vespertine uit 2001.

5. Utopia moest wel positief worden. Björk: ‘Als optimisme ooit een noodgeval was, dan was het nu wel. In plaats van te zeuren en kwaad te worden, moeten we suggesties aandragen voor de wereld waarin we in de toekomst willen leven.’

6. Utopia is ook weer zo briljant geworden omdat Björk een vruchtbare samenwerking is aangegaan met producer Arca (die eerder dit jaar al knalde met een soloplaat). Net als op Vulnicura trouwens, maar ditmaal is het stel nog symbiotischer. Tracks gingen heen en weer de wereld over en de twee zweepten elkaar op tot grote hoogten. Arca creëert een fascinerend, desoriënterend elektronisch bedje voor Björk, dat zich vooral focust op geluid en ritme en niet zozeer op melodie. Dat kan lang niet iedereen waarderen.

Utopia is dus weer typisch Björk. Mensen vinden het schitterend, of mensen vinden het zwaar irritant. Er is geen tussenweg. Briljant.

7. Utopia is ook letterlijk luchtig. Als een ademtocht. Veel van Björks platen hebben een eigen klankleur. Zo was Médulla (2004) zelfs geheel opgetrokken uit zang en samples van de menselijke stem. Op Homogenic (1997) en Vulnicura overheersten de violen. Op Utopia draait het allemaal om de fluit – in alle denkbare verschijningen. De fluitarrangementen vlechten zich heel natuurlijk door alle stukken heen. Björk heeft zelfs een fluitclubje opgericht in IJsland – die hoor je ook op het album. En dan zijn er nog al die fluitende dieren. Overal op Utopia hoor je opnames van exotische vogels uit Venezuela, het thuisland van Arca.

8. Op Utopia horen we naast allerlei vogels ook krekels en een hond. En het koor waar ze vroeger in zong. Dit en het veelvuldige gebruik van de harp maken de plaat landelijk en ongerept. Alsof je in de open natuur staat. Utopia is Björks bucolische album.

9. Op Utopia zingt Björrrk weer vaak die rrrrollende ‘r’. Daar heeft Nederland The Voice Of Holland-land een hekel aan, want dat is het tegenovergestelde van onze Gooise ‘r’… Brrrriljant dus, Björk!

10. De kracht van Utopia openbaart zich niet meteen. Het vraagt aandacht en luisterbeurt op luisterbört. Gun dat Björk dan ook, en gön dat vooral jezelf. Je zal het niet betrören, je krijgt er veel voor terög. (Zo schreef hij schmierend…)




Alle beste albums van 2017:

 

Fever Ray – Plunge

Er wordt heel wat geneukt op Plunge, het nieuwe album van Fever Ray. Zo’n kinky plaat had niemand verwacht van de Zweedse Karin Dreijer, die in haar eentje achter Fever Ray zit en samen met broer Olof achter de band The Knife.

De teksten zijn vrij expliciet en waarom ook niet? In To The Moon And Back (de titel is veelzeggend) zingt ze ‘Your Lips / Warm and fuzzy / I want to run my fingers up your pussy’ over een soort van electroclash-achtige track. Okee, dat is nog te billijken. Het is gewoon een lesbische variant op de warme uitnodigingen tot het consumeren van de liefde waar geilneef Prince ook zo in uitblonk.

Hard to fuck
Het geneuk krijgt een extra dimensie als Karin Dreijer politieke statements gaat maken. Dat doet ze in This Country – ook weer zo’n fijn electroclash-ding. ‘We’re not attracted to this country’s standards’, begint het veelzeggend. Want: ‘That’s not how to love me.’ In het tussenstuk declameert ze slogans: ‘Free abortions and clear water!’, ‘Destroy nuclear!’ en ‘Destroy boring!’. En dan komt het nummer letterlijk en figuurlijk tot een climax. ‘Everytime we fuck we win.’ Maar ook: ‘This house makes it hard to fuck’ en tot het eind van het nummer herhaalt ze ‘This country makes it hard to fuck’… Over welk land zou het toch gaan, denk je?

I wanna peek
Anders dan op haar eerste album, acht jaar geleden, is de muziek op Plunge ook uitgesproken sexy. Bijvoorbeeld IDK About You is met 150 BPM een keiharde swinger inclusief geile kreuntjes en oeh-oeh-oeh’s. Wanna Sip staat dan weer bol van de aanzwellende synthesizertonen, die als Dreijer ‘I wanna peek, I wanna sip’ zingt helemaal exploderen. Op Red Trails klinken spannende, elegante strijkers over de elektronische backing.
Voor het album heeft Fever Ray een blik aan hippe vrouwelijke co-producers opengetrokken. De Zweedse danceproducer Tami T. werkt mee, net als de Britse techno-dj Paula Temple, de Frans-Portugese ‘batida badass’ Nídia en de Tunesische electro-act Deena Abdelwahed. Die maken dat het allemaal swingt als een tiet, weliswaar rafelig, kinky en punky maar altijd met een goed liedje als basis.

Destroy boring
Af en toe wordt die dansbare geile damesshit onderbroken door stemmige, meer experimentele werkjes – zoals Falling. Al met al heeft de plaat een zeer bijzonder geluid. Dat geldt vooral voor de vocalen van Karin Dreijer. Zij schreeuw-zingt haar teksten, en tegelijkertijd pitcht ze haar stem elektronisch iets hoger. Dat maakt dat haar zang een beetje koud en afstandelijk klinkt, een beetje hard soms. Maar dat past juist goed bij die expliciete teksten.

Destroy boring! Hier is Fever Ray!



Alle beste albums van 2017:

 

Ryuichi Sakamoto – async

Ik denk dat Ryuichi Sakamoto dit jaar met async zijn mooiste plaat ooit heeft gemaakt. Ik vind dat bijzonder, gezien zijn imposante carrière. En ik vind het een mooi idee, omdat hij deze gemaakt heeft nadat hij een ernstige vorm van keelkanker overleefde.

Het was 1983. Ik was een pubertje en volledig in de ban van David Bowie. Dus moest ik de film Merry Christmas Mr. Lawrence zien, waarin zowel Bowie als Sakamoto speelden. Ryuichi Sakamoto maakte ook de soundtrack bij die film. Ik had die op een cassettebandje staan, met een zelf nagetekend hoesje met samoerai-zwaard en ondergaande zon. Daarop stond uiteraard ook Forbidden Colours – gezongen door David Sylvian van de band Japan. Het is een van de mooiste nummers ooit. In 2017 legde Sakamoto uit wat hij toen bedoelde. Hij wilde een kerstnummer maken, maar dan een die zowel voor oosterlingen als westerlingen exotisch zou klinken. Dus schreef hij een pianodeun a la Erik Satie maar dan op basis van een Japanse toonschaal. Dit alleen al is goed voor een plekje in de Rock ’n Roll Hall Of Fame, vind ik.

In 1983 ben ik ook gaan terugluisteren wat hij nog meer maakte en kwam uit bij het vroege werk van Yellow Magic Orchestra. Dat is een soort van oosterse variant op Kraftwerk, maar met veel meer humor. En Chinese en Japanse melodieën. En nummers opgebouwd uit het geluid van de videospelletjes van toen. De band is zwaar onderschat en onterecht in de vergetelheid geraakt.

Na Merry Christmas maakte Ryuichi Sakamoto nog een paar solo-albums, waarop bijna elke wereldster is te horen. Robbie Robertson, Youssou N’Dour, Brian Wilson, Iggy Pop. Maar die platen waren te druk. Er was geen tijd voor verstilling. Die was er wel in een paar briljante soundtracks voor films als The Last Emperor en The Sheltering Sky (naar aanleiding van een boek van Paul Bowles). Ik vind dat Sakamoto in de jaren daarna steeds meer ruimte gaf aan verstilling. Of eenvoud. Of experiment. Ik vind dat mooi.

Wat ik niet zo mooi vind is dat tegenwoordig iedereen in het New Yorkse wereldje waar hij woont hem bij zijn voornaam noemt. Of zelfs ‘Ryu’ zegt. Nee, dan ga ik meer voor de cineast Stephen Nomura Schible, die dit jaar de documentaire Coda over hem maakte. Uit respect gebruikt hij de Japanse eerbiedige aanspreekvorm: ‘Sakamoto-san’. Zullen we dat in de rest van dit verhaal ook doen?

In 2014 werd bij Sakamoto-san een ernstige vorm van keelkanker geconstateerd. Die ziekte velde hem voor een jaar. Maar niet zijn muzikale ontvankelijkheid. Zo lag hij in de MRI-scanner en merkte dat die ritmische geluiden maakte als in harde techno.

De ziekte heeft Sakamoto-san verandert, denk ik. Het heeft hem vrijer gemaakt. Hij weet dat async zijn laatste album kan zijn. Dus moest die plaat perfect worden. Hij brengt async als een imaginaire soundtrack bij films van de Russische avant-garde regisseur Andrej Tarkovsky, zoals Stalker (1979) en Solaris (1972).

En hij wilde alleen maar laten horen wat hij zelf wilde horen. Dat zijn bijvoorbeeld opgenomen geluiden in Japanse ruïnes en tuinen, zoals regenbuien, wind, maar ook traditionele Japanse instrumenten. Ook hoor je Paul Bowles spreken over dood, herinneringen uit je kinderjaren en dat je in je leven misschien maar twintig keer de volle maan ziet opkomen.

Zoals kanker een lichaam kan overnemen, zo kan de natuur een verwaarloosd muziekinstrument overnemen. Dat idee boeide Sakamoto-san toen hij een bezoek bracht aan de nucleaire zone in het door een kernramp plus tsunami getroffen Fukushima. Daar zag hij in een school een oude piano staan en hij heeft daar opnamen van gemaakt. Die klinken spookachtig glasachtig, vind ik. En ze zijn te horen op async, in de tweede helft van ZURE.

Alsof de cirkel rond moet zijn, staat ook David Sylvian weer op dit album. Hij draagt poëzie voor van de Russische dichter Arseny Tarkovsky. Zo zegt hij in Life, Life: ‘Life is a wonder of wonders, and to wonder / I dedicate myself on my knees’.

Ik hoop dat de 65-jarige Sakamoto-san nog lang zal blijven leven, en ons nog een aantal keren zal verrassen met zo’n wereldplaat als async



Alle beste albums van 2017:

 

Alessandro Cortini – Avanti

Botweg gezegd vond Alessandro Cortini een doos met oude filmpjes uit zijn jeugd en maakte daar muziek bij. Maar het resultaat is zo subtiel, gelaagd, nostalgisch, romantisch en melancholiek dat Avanti niet alleen de soundtrack is van zijn eigen jeugd, maar van die van ons allemaal.

Alessandro Cortini is los-vast lid van Nine Inch Nails en werkte ook mee aan dat andere project van Trent Reznor, How To Destroy Angels. Cortini’s invloed is duidelijk te horen op een van de fijnzinnigste platen van NIN, het instrumentale Ghostst I – IV. Maar Alessandro’s solowerk is nog veel subtieler. En dat geldt vooral voor Avanti.

Perfecte fossiel
Op zolder bij zijn opa ontdekte Cortini allemaal Super 8-filmpjes. ‘Een perfecte fossiel van mijn kindertijd’, zo omschrijft hij de vondst. Die inspireerde hem tot een project over het geheugen. Avanti is live opgenomen op één analoge synthesizer, voor de kenners: de EMS Synthi AKS. En af en toe hoor je samples van de stemmen op de Super 8-filmpjes. Live opnemen betekent foutjes en vuiltjes in de muziek, onregelmatigheidjes – net als op de filmpjes. En dat kan leiden tot verrassende wendingen.

Bitterzoete Sehnsucht
De synthesizerklanken van Cortini zijn soms kristalhelder en luchtig (in Aspettare), maar meestal gaan ze gepaard met veel witte ruis en fuzz (in Iniziare of Perdonare, maar vooral het vervaagde Nonfare). Dat geeft de plaat iets nostalgisch, melancholisch. Bitterzoete Sehnsucht. Als verweerde ansichtkaarten. En onder een vlakke wollige tapijtlaag van klanken ontstaan langzaam prachtige melodieën. Daarvoor moet je de plaat wel de aandacht geven die het verdient – en waarschijnlijk meerdere luisterbeurten voordat de werkelijke schoonheid zich openbaart.

Beeld en geluid
In combinatie met (montages) van de oorspronkelijke filmpjes, werken de zeven nummers van Avanti het best. Kijk en luister bijvoorbeeld naar Perdonare (‘vergeven’ in het Italiaans). Cortini schrijft zelf: ‘Perdonare embodies the often strenuous search for strength to forgive someone for their behaviour, when it becomes apparent that such behaviour is not conscious nor wanted, but merely a by-product of one’s upbringing.’ Maar het meest tot de verbeelding spreken beeld en geluid bij Vincere. Je ziet de kleine Alessandro gelukkig lachen. ‘Getting back tot hat purity should be everyone’s goal in life’, aldus Cortini.

Voorwaarts
Maar ja. Hoe fijn die melancholische mijmeringen ook zijn, het verleden is weg en je kunt er niet meer naar terug. Daarom heeft Alessandro Cortini zijn geheugenproject Avanti genoemd. Italiaans voor ‘voorwaarts’. Dat is de enige richting die je uit kunt.



Alle beste albums van 2017:

 

Colin Stetson – All This I Do For Glory

Oe! Amai! … Houdt het dan nóóit op?

Ergens halverwege het laatste nummer, het dertien minuten durende epos The Lure Of The Mine, lig je gewoon op apegapen. Geen adem meer. Poehhhh. … Nou, Colin Stetson blaast door alsof er niks aan de hand is. Kadadadadeng, kadadadadeng, kadadadeng blijft zijn bassaxofoon razen. Hij raakt nooit door zijn adem heen. Au. Dit is je reinste ‘saxual harrasment’. En het houdt nooit op…

Spierbundel
Stetson kan dat omdat hij zich een speciale ademtechniek heeft aangeleerd, die hij ‘circular breathing’ noemt, waardoor hij nooit hoeft te pauzeren. Hij puft en briest en toetert maar door. Die techniek maakt optredens overigens tot een fysieke uitputtingsslag voor de reusachtige spierbundel Stetson (oe amai!) met zijn nog imposantere grote saxofoon. Maar fascinerend. Er hangt niet alleen een microfoon aan het uiteinde van zijn sax, maar hij heeft microfoontjes overal op zijn lichaam geplakt en ook op zijn stembanden. Zo begeleidt Setson zichzelf én kan hij zijn sax allerlei klankkleuren geven. Grommen als een gewond dier. Beuken als een cello. Zacht trillen als een viool.

Puurheid
Wat Colin Stetson op All This I Do For Glory doet, is eigenlijk hetzelfde als op het podium. Hij wordt – ergens in de verte – begeleid door wat bas, wat percussie en zijn eigen stembanduithalen. Hij neemt live op, zonder overdubs. Dat geeft zijn muziek een punkachtige puurheid. Maar hoe beschrijf je wat Stetson hier maakt? In de platenbakken zal je moeten zoeken onder het kopje jazz, maar dat plakkertje is veel te beperkt. Je hoort ook sjamanistische trance, spannende drones. Een recensent noemde het ooit ‘ergens in het midden op de brug van ambient naar black metal’. All This I Do For Glory is ook een ode aan de IDM van begin jaren negentig. Een nummer als Between Water And Wind had zo van een plaat van Autechre of Aphex Twin geplukt kunnen zijn. En hij wordt vergeleken met freejazz-grootheid Ornette Coleman. Oe amai!

Veelzijdig
Zo’n veelzijdig geluid is niet zo verbazingwekkend. Stetson speelt als sessiemuzikant met The Arcade Fire, Tom Waits, David Byrne, Animal Collective en TV On The Radio. Maar net zo makkelijk maakt hij herinterpretaties van het werk van de Poolse avant-garde componist Henryk Górecki (jeweetwel, die je ook hoort in de film 2001, A Space Odyssey). En hij is in zijn eentje een blaasensemble, op het podium en op de plaat. Dat allemaal doet hij voor de glorie. Oe amai, en het houdt nooit op.



Alle beste albums van 2017:

 

The xx – I See You

Half januari werd er al gepraat over de plaat van het jaar. Terecht. Kocht je die plaat, dan kreeg je een blurry spiegel voor je neus – een verwijzing naar I’ll Be Your Mirror van The Velvet Underground. De boodschap van The xx is I See You. En elk liedje op de plaat is haast net zo mooi als het juweeltje van de Velvets.

… Maar nu raken we van begin af aan op een verkeerd spoor. Want I See You is heel wat kleurrijker en de associaties zijn heel wat talrijker. The xx heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze dol zijn op Sade, en dat is te horen op Lips. Ergens anders tref je weer een verknipte sample aan van I Can’t Go For That van Hall & Oates (in On Hold). En net als vroeger klinken in de muziek van The xx flarden van New Order en Everything But The Girl door.

Ibiza
… En nu zitten we weer op een verkeerd spoor. Net als The xx je op het verkeerde been zet als je het album start. Want wat je dan hoort? Dangerous. Dat is trompetgeschal en een droge two-step-beat. Kaboom kaboom kaboom. Het lijkt wel of je ergens in de jaren ’90 bent en in de Haçienda-club in Manchester staat. En dus vraag je je af of je wel de goede plaat hebt opgezet. Uiteindelijk blijkt er veel dansbaars op I See You te staan. Lips is een soort tropical house. A Violent Noise is een rave- annex trance- annex clubtrack en I Dare You klinkt zelfs als een Ibiza-anthem in de dop. Het nummer blijkt dit jaar ook dé knaller tijdens de festivaloptredens van The xx.

Schulp
Eventjes terug op het oude spoor, toch. De band bestaat sinds 2005 en dit is hun derde album. The xx stond bekend om hun zachtmoedige liedjes, met persoonlijke teksten, fluisterzang over voorzichtige dubstep met gitaar. Dat kunnen en doen ze nog steeds. Alleen nu veel beter. De drie bandleden (Oliver Sim, Jamie xx en Romy Madley Croft) zijn uit hun schulp gekropen en een stuk zelfverzekerder. Dus wat gebeurt er als zij nu een persoonlijk, breekbaar nummer maken? Dan krijg je een ontroerend, melancholische, kale ballad als Performance – krachtig, toverachtig gezongen door Croft (met een gitaar die vaag doet denken aan Maggot Brain van Funkadelic – maardatterzijde). Anno 2016 – toen Performance werd opgenomen – durfde ze het pas aan zo te zingen.

Contact
Nu schuwt ze er zelfs niet voor om het voor een tienduizendenkoppig festivalpubliek te brengen. Maar denk niet dat The xx ooit een U2-achtige stadionrockgroep gaat worden. Dat is een verkeerd spoor. Wat zo mooi is, zo vertelt Croft in interviews, is dat zij geen anonieme menigte voor zich ziet. Ze weet persoonlijk contact te maken met iedereen die voor haar staat. I see you! Alleen jammer als zo’n persoon net staat te gapen als zij Performance doet. Dan wordt ze als vanouds onzeker. Tot die Ibiza-anthem weer instart – laat de confettikanonnen maar knallen! The xx zit op het juiste spoor.


Alle beste albums van 2017:

 

Sevdaliza – ISON

ISON is de naam van een komeet die om de zon draaide. Die is voor het eerst gezien op 21 september 2012 en was op 2 december 2013 alweer volledig verdwenen. ISON is ook de naam van het eerste album van de in Teheran geboren Nederlandse zangeres Sevdaliza.

De titel zegt misschien iets over de media van nu. Op het ene moment ben je een ster, een jaar later kun je al weer vergeten zijn. Het is een raadsel waarom zij haar album naar deze komeet heeft vernoemd. De kans dan Sevdaliza snel is vergeten, lijkt vrij klein.

Thuis
Net als de komeet ISON, was de plaat er ineens. Plus een aantal video’s. Eerder nog dan via de Nederlandse media, hoorde je via de belangrijkste buitenlandse platforms Billboard en Pitchfork over ISON. Misschien is het ook niet gek dat Nederland nauwelijks weet had van Sevdaliza. Ze voelt zich geen deel van en doet niet mee aan de Nederlandse popscene. Ze zit gewoon in de studio of thuis en brengt haar muziek en video’s via internet uit.

Zelf
Ze schuurt tegen het toonaangevende label WARP Records aan. Daar brengen Brian Eno, Kelela, Gonjasufi en Aphex Twin hun platen uit. Het nummer The Suspended Kid van Sevdaliza verscheen daar ook . Maar liever nog brengt ze haar muziek zelf uit, dat is veel harder werken maar dan ben je nergens aan gebonden. Dus verscheen ISON in eigen beheer.

Groot
Sevdaliza, en niet te vergeten haar producer Mucky, zijn te groot voor Nederland en te groot voor WARP. Hun geluid gaat een beetje uit van het triphop-idioom dat Portishead en Massive Attack kenmerkte. Maar Sevdaliza en Mucky gebruiken dat hooguit als uitvalsbasis om verkenningen te doen naar klassieke muziek (met dank aan arrangeur Mihai Puscoiu), oosterse zangpartijen (Sevdaliza was 5 jaar oud toen ze met haar ouders moest vluchten, maar de Iraanse zanglijnen zitten in haar DNA, zegt ze), dubstep, soul, en Arca/FKA Twigs-achtige elektronica. Vol rare wendingen, gekke klanken, ratelende beats, hard en melodieus tegelijk, steeds fascinerend.

Stem
En wat een prachtige stem heeft die vrouw. Warm, zuiver, krachtig en dus af en toe met die oosters uithalen. Sevdaliza was lange tijd a-muzikaal. Zij leek eerder een carrière als basketbalster te ambiëren. Maar weer net als de komeet ISON: ineens was het er. Het grootse geluid, het lef. Dé stem. Dé stijl. Tijdens haar valse start als Nederlandstalige rapster, vonden zij en Mucky elkaar en ze zwepen elkaar nu op tot grote hoogten.

Dat gaan ze nog wel een tijdje blijven doen. We kijken nu al uit naar de volgende komeet.



Alle beste albums van 2017:

 

Karima Walker – Hands In Our Names

Dus jij wilt de wereld verbazen met iets dat misschien wel ‘uncanny americana’ genoemd zal worden? Een cassette maken met muziek die zowel hemels als aards klinkt? Dat kan. Maar dat gaat niet zomaar.

Luister. Dit is wat je moet doen.

Allereerst: Stap uit de hardcore-scene van Tucson, USA. Verdiep je in black metal en in drones. Ga vervolgens de abstracte platen draaien van elektronische pioniers als Eliane Radigue en Pauline Oliveros. Speel een tijdje in een freakfolk-band, met je akoestische gitaartje. Tot je klaar bent voor de volgende stap.

Chiricahua
Dan laad je je marineblauwe Volkswagen Kever – bouwjaar 1974 – vol met een oude Fender Telecaster elektrische gitaar, een banjo, effectpedalen, samplers en een 4-track tape-recorder. Oh ja, vergeet je mobieltje niet – alhoewel je straks geen bereik zult hebben. Start je Kever en rij vanuit Tucson een paar uur lang de woestijn van New Mexico in. Dan vind je een soort berghut, hoog in de Chiricahua Mountains. Daar ga je aan het werk.

Alles tegelijk
Op dat moment is er geen logische volgorde meer. Je doet alles tegelijk. Je gaat naar buiten om geluiden van vogels en insecten op te nemen. En van een regenbui. Blaffende honden bij een verre boerderij. ‘Field recordings’ noemen ze dat. Dat kan ook met je mobiel. Je schrijft herinneringen op als stukjes songtekst. Je verzint er melodielijntjes bij. Je voelt de zon branden. Je geniet van het uitzicht. Je maakt loops van je eigen stem. Je kijkt goed hoe wolkenpartijen over de grasvlakte schuiven. Je neemt witte ruis op. Je speelt wat gitaar. Fluit er een liedje bij. Laat je muziek oversturen in een elektrische drone. Je creëert fuzz. Gekke geluiden. Zing trouwens maar een beetje zachtjes en warm. Je kunt het hebben. Je stem straalt dezelfde rust uit als die van Laurie Anderson.

Frankenstein
Je hebt nu allemaal fijne lo-fi opnames. Soms hele abstracte ambient, hymnes, drones, soms traditionele folkliedjes of a capella-dingen. En nu wordt het cruciaal. Nu moet je er een soort postmoderne doorgestikte quilt van maken. Muziek die zowel mooi als niet mooi is. Pfff. Hoe doe je dat? Dat is iets heel delicaats. Misschien moeten we je het in het Engels uitleggen. Wat je moet doen is dit: Push the songs outside of their clean crisp song-ness, take apart their prettiness and ‘frankenstein’ them back together, but on different terms… Gesnopen? Het draait allemaal om deconstructie/reconstructie. Daar hoef je verder niet moeilijk over te doen. Dat doen wij wel.

Onwaarschijnlijk
Daarna heb je ongeveer 40 minuten hele prachtige, impressionistische muziek in handen. Hemels van klank, heel aards van opzet. Die muziek zet je in 2016 op een cassette. Maar dan is het verhaal nog niet afgelopen. Je brengt in 2017 een verbeterde versie uit op vinyl en digitaal. Die noem je Hands In Our Names. En die eindigt dan hoog in de album-van-het-jaar-lijst. Met het stempel ‘uncanny americana’. Want dat staat zo cool.

Klinkt dit je onwaarschijnlijk in de oren? Bedenk dan: Karima Walker is het wel gelukt.


Alle beste albums van 2017: