Desolate cijferreeksen

‘Number stations’ zijn bij het grote publiek niet erg bekend. Dat is niet zo gek: lange tijd werden ze voor iedereen geheim gehouden. Totdat in 1997 een stel radiofreaks The Conet Project uitbrachten, een duik in de geheimzinnige wereld van de spionagezenders uit de Koude Oorlog en erna.

De ether is een vreemde wereld. Althans: de krochten van de ether. Draai je radio eens ver weg van de blokjes infotainment op de publieke omroep of van alle top 50 hitstations, en je stuit op mysterieuze cijferreeksen in allerlei talen. Deze zijn afkomstig van zogenaamde ‘shortwave number stations’.

Hungarian_Embassy_Closeup

Klik op foto voor groot formaat

Wat zijn die number stations? Tijdens, maar ook na de Koude Oorlog (en nu nog steeds) zonden inlichtingendiensten via de kortegolf gecodeerde boodschappen naar hun geheimagenten in het veld. Die boodschappen bestaan uit cijferreeksen in verschillende formaten en lengtes. Elk cijfer is éénmaal opgenomen, wat een vervreemdend effect oproept. De boodschappen klinken tegelijk menselijk en onmenselijk, vergelijkbaar met de stemsamples die je bij een telefoondienst of op het station hoort.

“Achtung Achtung”

dorchester_antenna_closeup

Klik op foto voor groot formaat

Iedereen kan die berichten via een transistortje beluisteren. Meestal beginnen ze op het hele uur, duren tientallen minuten en worden een etmaal herhaald. Je hebt er alleen niks aan. De eenmalige ontcijfercodes – zogenaamde ‘one time pads’ – zijn nooit te achterhalen, omdat die maar bekend waren bij twee personen: zender en ontvanger. In al haar eenvoud is het antieke systeem niet te kraken. De gesproken spionnenboodschappen worden vaak voorafgegaan door flarden muziek (waarin misschien ook weer een verborgen boodschap schuilt?). Dan klinken enkele cijfers, gevolgd door een attendering (“Achtung! Achtung!” of een bel of een gong of een piep). En dan volgt de – schijnbare – kerninformatie.
Het is tegelijkertijd fascinerend en frustrerend dat je geen enkel idee hebt wat er door middel van die cijferreeksen wordt gecommuniceerd. Persoonsgegevens? Nucleaire geheimen? De opdracht om iemand om te leggen? Plaatsbepalingen van UFO’s?
En wie verzendt die info? KGB, CIA, Mossad, MI6 of andere obscure spionagediensten? Drugssmokkelaars of terreurnetwerken á la Al-Qaida? Het wordt nooit duidelijk wie er achter de zenders zitten. En er is geen regering die hun bestaan bevestigt. Of er überhaupt ook maar iets over loslaat. De locatie van de versterkstations is wel te peilen. Maar door wie wordt een antenne op het Amerikaanse platteland, die allerlei Spaanstalige cijfers uitspuugt, aangestuurd? En naar wie gaan ze toe?

“Phaphaah Notvember”

Jaren geleden kwam het experimentele muzieklabel Irdial op het geweldige idee om een aantal opnamen van number station in een cd-box uit te brengen onder de titel The Conet Project: Recordings of Shortwave Number Stations. De naam Conet Project komt van het verkeerd verstane Tsjechische woord ‘konec’, dat ‘einde’ betekent en dus altijd de boodschappen van een Tsjechisch station afsloot. De box bestaat uit vier cd’s met in totaal meer dan 150 flarden, in lengte variërend van enkele seconden tot een minuut of zeven. Wil je ze allemaal beluisteren dan ben je wel vijf uurtjes zoet. Maar dan hoor je wel het beste dat radiofreaks tussen de jaren zeventig en negentig verzameld hebben.

Met het beste bedoel ik niet de best klinkende boodschappen. Er zijn stations die je zonder enige ruis, heel helder kon en kunt ontvangen. Maar die zijn nu juist het minst interessant. De samenstellers kozen juist voor de meest spannende, meest mysterieuze opnames. En ze gingen voor een muzikale benadering. Dus je hoort die typische fluittonen van een radio die net naast de zender staat. Ruis in alle soorten en maten. Stemmen die verdwijnen en weer terugkomen en die door allerlei ethereffecten worden vervormd tot iets spookachtig blikkerigs.

Je kunt allerlei wiskundige, geschiedkundige of politicologische theorieën op het fenomeen number stations loslaten. Maar doordat Irdeal The Conet Project uitbracht als een soort kunstproject, benaderden ze de uitgezonden cijferreeksen vooral op romantische wijze. En dat werkt: je slaat meteen aan het fantaseren.

“Die Sonne scheint zuhause”

chinese_embassy

Klik op foto voor groot formaat

Alleen al de intonatie waarin de nummertjes en teksten worden opgelezen is fascinerend. Er zijn vrouwen die ze heel streng declameren, inclusief een gebiedend ACHTUNG. Maar er zijn er ook bij die het op bijna pornoachtige wijze doen. Zucht threee zucht niiinnnee zucht seeeveeen. (Gevolgd door een supergeil I’ll say again.) En op de zender ‘Swedish Rhapsody’ hoor je bijna psychotisch klinkende kinderstemmetjes.
Werkelijk adembenemend is het ‘Tyrolean Music Station’. Hier hoor je opnamen van een zender uit het Italiaanse Zuid-Tirol, van een groepering die destijds aansluiting zocht bij Oostenrijk. Afgewisseld met verruiste jodelmuziek en een xylofoon hoor je tegelijk cryptische als lachwekkende zinnen: “Helmut grüsst Hanz. Helmut grüsst Franz. Guten Tag. Die Sonne scheint zuhause. Unsere Henne ist dabei ein Ei zu legen. Alles gut. Auf wiederhören.”

“Ready Ready”

dorchester_antenna_1

Klik op foto voor groot formaat

Dan ga je je toch afvragen wat voor mensen die vreemde uitzendingen maakten. Waren het Russische karpatenkoppen, met de stukken ui nog in hun stalinistische snorren? Stiff upperlip English gentlemen, met pijp, pantoffels en whisky voor de open haard? Vierkante Duitse matrones onder een kaal peertje in een uitgestorven kazerne? Ongeschoren gringo’s op een zoldertje boven een tapasbar? Alles lijkt langs te komen.

Maar wat je uiteindelijk het meest bijblijft is de sfeer van verlatenheid die uit alle opnames opdoemt. Omdat je nooit weet wie of waar de zender is en wie of waar de ontvanger, klinken de omroepers als roependen in de woestijn. Ver weg zijn ze ook, ergens verborgen achter een mist van witte ruis en wow en flutter. En ook ver weg in de tijd: boven alles klinkt The Conet Project als de desolate, kille soundtrack van de Koude Oorlog. Niet vrolijk, wel heel fascinerend.

“Konec”

Eeuwig Concerto

(Dit is eigenlijk ook Klein nieuws uit andere tijden. Het gaat over een puberjongen in de jaren tachtig, die luistert naar een band uit de jaren zestig, in een van de weinige platenzaken die nú nog bestaan.)

concerto2

Concerto in de jaren zeventig.

Het was een koude winterdag, december 1984. Ik was 15 jaar, spijbelde van school en nam de trein naar Amsterdam. Reisdoel Concerto. Mijn gespaarde geld had ik op zak, want ik ging platen kopen. De zon stond laag en scheen fel. Ik liep door de Utrechtsestraat die uitgestorven was, op een enkele tram na dan, en stapte verlegen de warme platenzaak binnen.

concerto1Ook toen bestond Concerto uit een verzameling pseudo-verdiepinkjes, die met trapjes aan elkaar waren verbonden. Een verdiepinkje jazz, een verdiepinkje pop A t/m M, weer een ander met N t/m Z, een kamer met soul en blues, hier wat bakken hardrock, daar de stapels reggae. Alle bakken waren van poepbruin hout en puilden uit van het vinyl. Het rook er op een lekkere manier muffig.

Stoere mannen in het zwart – soms met sjekkies – lieten zwijgend hun handen razendsnel door de stapels platen gaan, zo af en toe eentje handig omdraaiend om titels en jaartal te scannen. Een enkeling haalde een elpee uit de hoes en staarde gespannen in de groeven, op zoek naar krasjes of vuiltjes, of om na te gaan of een plaat niet grijs gedraaid was – iets dat ze feilloos konden zien aan de ‘waas’ die over het vinyl hing.

Her en der in de zaak stonden platenspelers, waar je zelf je toekomstige aankopen op kon leggen om te beluisteren met van die hele grote koptelefoons. Niet echt handig voor echte hififreaks, deze pick-ups, want de naalden waren zo oud en versleten dat het leek of er een betonschaar door de groeven ploegde. De plaat, toch al tweedehands, was dan al verneukt voordat je ‘m thuis had.

concerto3

Gijs Molenaar, de man die in 1955 Concerto oprichtte, vult de bakken bij. In 1982 deed hij de zaak over aan zijn zoon Wouter.

Bovendien duurde het een eeuwigheid voordat zo’n platenspeler vrij was. Te oordelen aan de volle asbakken zaten veel mannen – het waren nooit vrouwen – soms hele ochtenden of middagen platen te luisteren. (Een medewerker van Concerto vertelde dat hij ooit een man achter een pick-up had weggerukt, omdat die er toch echt te lang zat. Prompt begon de man te huilen. Hij had de hele middag naar hetzelfde nummer van James Last zitten luisteren, omdat hem dat zo deed denken aan zijn ex-vrouw…)

Zelf ging ik tussen de stoere mannen staan, en probeerde net zo achteloos door de elpees te bladeren als zij. Dat lukte voor geen meter, want ik raakte helemaal opgewonden van al die geweldige platen voor heel weinig geld. En ondertussen zat ik te azen op het moment dat een van de platenspelers vrijkwam, om snel toe te schieten en me te installeren met m’n beoogde buit (ik was geen hififreak).

vuDe eerste plaat die ik op de draaitafel legde was er een van The Velvet Underground. Niet die beroemde bananenplaat, maar een compilatie van de eerste twee VU-albums in een ietwat vergeelde hoes met monden en Coca Cola-flesjes van Andy Warhol erop. Uit een hele grote koptelefoon klonken de eerste klanken van Sister Ray. Monotoon elektronisch gebeuk, en dat bleek maar door te gaan en door te gaan. Wat een geluidsorgasme, ik wist niet wat ik hoorde!

Dat de plaat allang was grijsgedraaid, dat kon me niet schelen. Sterker nog: deze muziek hoorde gruizig te klinken. Bovendien drukte het de prijs nogal. Dit werd een aankoop. Tevreden tuurde ik in de grijze waas die onder de pick-upnaald draaide, staarde naar de poepbruine bakken en bezag eens de mannen in het zwart. Ik rook de peuken en de platen. Ik wilde hier wel voor eeuwig blijven zitten… totdat iemand van Concerto ook mij achter de draaitafel vandaan zou sleuren.

Andy Warhol filmde VU en iemand plakte daar het nummer Heroin onder.

Lou Reed schreef Femme Fatale voor Warhol-model Edie Sedgwick.

Andy Warhol projecteerde zijn film Exploding Plastic Inevitable op de band.

Klein nieuws uit andere tijden

Kleinnieuwsflyer

Klik op plaatje voor groot formaat

Er zullen er zijn die er anders over denken. Maar ik vind samenwerken met mijn vrouw het leukste wat er is.

Hester van de Grift is illustratrice. Samen hebben we een format ontwikkeld dat een kruising is tussen een wist-u-dat-je en een cartoon. Daarin belichten we onderwerpen uit vaderlandse, regionale of lokale geschiedenis die de boeken niet hebben gehaald. Mythen en legendes. Of we geven een eigen draai aan ‘canonieke’ gebeurtenissen door op een zijdelings detail in te gaan.

Voorbeelden? De man die de Slag bij Nieuwpoort nét miste. Het meisje dat de eerste Batavieren bij Lobith zag aankomen. Blauwe Gerrit, de plagende aap op de Veluwe. Of de toiletjuffrouw die de laatste frisse geur spoot voor Pim Fortuyn op het Mediapark in Hilversum.

De geschiedenis is een onuitputtelijke bron, dus de rubriek is toe te passen op elk denkbaar onderwerp. Denk aan nieuws uit uw stad of regio, maar ook weetjes over bedrijven, diensten of producten. ‘Klein nieuws uit andere tijden’ kan op zichzelf staan, maar kan ook een inzet/illustratie zijn als ironische samenvatting bij een verhaal.

Zoek je voor je uitgave, artikel, website of blog wat verdieping met een glimlach? Denk dan aan ‘Klein nieuws uit andere tijden’.

Meer weten? We vertellen graag wat er allemaal mogelijk is: hestervandegrift@xs4all.nl of leendertdouma@xs4all.nl.