
‘Wat als we nou eens een skelet van een paard kopen en daarmee muziek gaan maken?’ Hahaha, daar bleef het niet bij. Ongeveer 6900 paardengeluiden werden van internet geplukt en artificial intelligence mocht daar bruikbare klanken van maken. En het gedroogde sperma van een eersteklas racepaard belandde in een shaker om exotische ritmes mee te maken.
Groot Idee
De Britse producer en geluidskunstenaar Matthew Herbert (1972) begint zijn projecten altijd vanuit een simpel concept. En dat wordt dan Een Groot Idee. Zo begon hij Plat Du Jour met alleen maar keukengerei. Het werd een aanklacht tegen de voedselindustrie met geluiden uit de hele keten – van plant of dier tot bord. En Bodily Functions begon met geluiden van huid, haar en organen. Samples van het menselijk lichaam. Het werd een jazzy house-plaat over bodyculture en de staat van de mensheid (toe maar).
Nieuwe rode draad
En in 2023 was er dus dat paardenskelet. Herbert was op zoek naar een groot geraamte van een zoogdier om daar geluiden uit te halen. Het leidde tot veel meer dan dat. Hij ging het concept of het idee ‘paard’ van alle kanten bekijken, maar ook ‘techniek’ en ‘religie’. En hoe de mens omgaat met het edele dier. Zo ontstond een interessante nieuwe rode draad door de geschiedenis – van de prehistorie tot in de toekomst. Want het idee om botten te gebruiken als muziekinstrumenten is al zo oud als de mensheid.
Allereerste mens
Matthew Herbert fantaseerde samen met Seb Rochford van Polar Bear en Shabaka Hutchings van Sons Of Kemet hoe de muziek van de allereerste mens moet hebben geklonken. Shabaka speelde een zelfgemaakte fluit en ze gaven net zulke paardenbottenfluitjes aan verschillende leden van het London Contemporary Orchestra. Ze haalden er allemaal hetzelfde trillende geluid uit. Die ging Herbert opnemen in prehistorische grotten van Noord-Spanje – tussen de eeuwenoude paardentekeningen – om de mogelijke klank van twaalf- tot veertienduizend jaar geleden op te roepen.

Paard als werktuig
De volgende stap was een snareninstrument: van het bekken van het paard werd een lier gemaakt. Die werd bespeeld door Jali Bakary, meester op de kora. Het markeert misschien een volgend moment in de geschiedenis van de mensheid, als muziek niet meer alleen ritueel wordt gespeeld maar ook voor het plezier. Vervolgens gaat het in grote chronologische stappen door de tijd, tot het moment in de geschiedenis dat er geen gelijkheid meer is tussen mens en paard. Het paard krijgt een zadel op en is voortaan een werktuig. Het is het einde van het vrije dier. Het melancholische stuk The Horse Is Quiet is de klaagzang die dat moment markeert.
Het gelukkigst
Gaandeweg komen er ook steeds meer werktuigen in de muziek van Matthew Herbert en het London Contemporary Orchestra. Geluidskunstenaar Ella Kay zet samples van politiepaarden, paarden voor de jacht en voor parades met een computer in ritmepatronen. Herbert bouwt een zogenaamd ‘Mammoth Beat Organ’ van de eerdere paardenbotfluiten. Een hinnikend paard word ‘gesynct’ met een tuba. We horen de startbel van de beroemde Chepstow paardenraces. En Danilo Pérez – uit het Wayne Shorter Quartet – mag improviseren op fenderpiano. De thema’s verschuiven naar het romantische beeld van the lonesome cowboy die naar de ondergaande zon rijdt (die cowboy is wél vrij…) en het angstaanjagende beeld van de pick-uptruck die achter de racers op Chepstow rijdt om de paarden die gewond uitvallen neer te schieten. Maar het album eindigt heel rustiek in de – hopelijk nabije – toekomst, met het paard in de omgeving waarin het het gelukkigst is: op een grazige weide met één, twee of drie kameraadpaarden eromheen en een stromend beekje ernaast.
(Wil je Matthew Herbert horen over de achtergronden bij alle nummers op The Horse? Lees dan Behind the Songs: Matthew Herbert Casts an Enchantment With The Horse, deel 1 en deel 2 bij weblog Sound of Life. Maar ook over het toeval waarmee de hoes is ontstaan. Een man met een metaaldetector vond een klein paardje uit de Bronstijd in de tuin van Matthew Herbert’s studio, waarschijnlijk een beeldje om te offeren aan de goden. Is deze plaat dan weer hun geschenk terug?)
Lekker verteerbaar?
Het is allemaal vreselijk boeiend, niet? Maar levert het ook een fijne luisterplaat op? Hmmm. Het eerste deel van het album is vooral een reeks interessante geluidsexperimenten. Die zet je zeker niet op als achtergrondmuziek. Daarna wordt het beter te pruimen. The Rider (Not The Horse) bouwt heel spannend op. The Horse Has A Voice heeft een lekker pompend ritme. En de uitsmijter The Horse Is Here is een rustgevend bucolisch ambient-stuk, inclusief geluiden van vogeltjes en een zacht briesend paard. Mocht je daarna nog niet genoeg hebben, hou dan de releases van Matthew Herbert in de gaten. Hij brengt de ene remix na de andere uit van The Horse-nummers. Onder andere Richard Skelton, Osunlade en Robag Whrume zijn al aan het werk gezet. Zij maken het helemaal lekker verteerbaar.
–
–
–
–
Alle beste albums van 2023: