Coby Sey – Conduit

Londenaar Coby Sey staat bekend als een samenwerker. Hij is de man op de achtergrond op briljante platen van Tirzah, Mica Levi, Dean Blunt, Klein en Kelly Lee Owens. En samen met zijn vrienden Mica Levi en Brother May runt hij het label/music community CURL Recordings. Maar zijn debuutplaat Conduit is helemaal een ‘solo-effort’. Coby Sey schreef, speelde, arrangeerde, produceerde en mixte het album in zijn eentje. Dan is het dus niet zo gek dat het een hele persoonlijke plaat is geworden.

Conduit is volledig geworteld in Lewisham, Zuid-Londen – de buurt waar zijn grootouders uit Ghana zich in de vroege jaren zestig gingen vestigen, zijn ouders woonden en Coby opgroeide. Lewisham stond bekend als broeinest van ALCARAF, de Britse Black Panthers die opstonden tegen racisme en fascisme. Dat mondde uit in de gewelddadige rellen van augustus 1977 en de brandstichtingen in 1981, waarbij 13 immigranten omkwamen. De oom van Coby Sey wist net te ontkomen.
De Londenaar werkt al vanaf 2017 aan deze plaat en de acht tracks zijn zeker ook gevormd door Brexit, de verkiezingen die daarop volgden en de Covid19-pandemie. Het is dus niet zo gek dat Conduit niet perse een positieve plaat is geworden… maar ook niet perse negatief. Coby Sey is niet van zwart of wit, hij is van de vele tinten grijs daartussen (no pun intended).

Hoe die plaat dan klinkt, is lastig aan te duiden. In talloze recensies worden evenzovele labeltjes genoemd – hiphop, triphop, postpunk, industrial, dubstep, jazz, noise of experimental electronics – maar in een interview met The Quietus zegt Coby Sey dat hij zich vooral in het plakkertje ‘post grime’ kan vinden. Hij groeide tenslotte op met grime op zijn speakers. En noise. Coby Sey noemt het lawaai van Public Enemy en de Bomb Squad als inspiratie, maar ook Miles Davis in de jaren zeventig, Grouper en Sonic Youth. Hij ziet dat allemaal als noise. Daarnaast drenkte hij zich in dubstep en dreampop (zoals de Cocteau Twins). Voeg daar nog wat snufjes Tricky en Throbbing Gristle aan toe en de soul van Marvin Gaye. Dan heb je de kaders van Conduit wel zo’n beetje geschetst.

Sey zingt niet, maar brengt een soort spoken word. Dat doet ergens denken aan wat rappers in de jaren negentig deden op old-school triphopbeats. Coby Sey klinkt onderkoeld en onderhoudend, maar zeker niet vervelend. Hij weet je te boeien met meanderende teksten: stream of consciousness wordt dat in de poëzie wel genoemd. In het geluidspalet lijkt zijn stemgeluid een beetje om de muziek heen te draaien: soms zet Sey zijn eigen stem heel erg voorin de mix en dan weer zo ver weg dat je hem nauwelijks kan verstaan. Dat is bewust gekozen, zo vertelt hij aan The Quietus. Het is een verwijzing naar de stemmen in de samenleving die niet worden gehoord.

De muziek op Conduit verschilt erg in de acht afzonderlijke tracks. De plaat begint chaotisch en claustrofobisch – unheimisch – met industriële beats in overdrive en sirene-achtige geluiden, in Etym en Mist Through The Bits. In Permeated Secrets schakelt Coby Sey en tandje terug en brengt wat meer traditionele triphop. Maar in Dial Square (Confront) en Night Ride gaat hij weer helemaal los met gekke beats, bizarre samples en herhalende gruizige glitches. Hoogtepunt van de plaat is het ruim tien minuten durende Response, een opgefokte freejazz-jam die in één take is opgenomen. Het bouwt op en bouwt op en bouwt op, niet alleen muzikaal maar ook tekstueel tot het moment waarop Coby Sey alleen nog maar kan schreeuwen: “GET ACTIVE! GET ACTIVE! ACTIVE! ACTIVE! ACTIVE!”

Dat heftige nummer wordt vooraf gegaan en gevolgd door twee ambient-achtige tracks waar juist weer iets van hoop in doorklinkt: Onus en Eve (AnwummerE). Het zijn niet de sterkste tracks, maar wel een fijn dromerig evenwicht rondom al dat geknal. De plaat eindigt in een zachte regenbui. Alsof de straten van Lewisham worden schoongespoeld na die bloedige rellen.

Alle beste albums van 2022:

Laat een reactie achter