Happy birthday, Spirit In The Dark

Een vijftigjarig jubileum: op deze dag in 1970 bracht Aretha Franklin het album Spirit In The Dark uit. So happy birthday!

Het is een ernstig geval van tunnelvisie. Wat een armoe. Het – toch echt wel omvangrijke – werk van de Grootste Stem Op Aarde Ooit blijft in het collectieve geheugen hangen door middel van niet meer dan een paar megahits die keer op keer gerecycled worden. Altijd weer Respect, altijd weer Think, altijd weer Natural Woman. Prachtige en belangrijke nummers, hoor, daar niet van. Maar je wordt er zo moe van als ze keer op keer op een verzamel-cd worden gezet, op de zoveelste ‘Ultimate Anthology Greatest Hits Collection Essential Very Best Of The All Time Queen Of Soul’… Zo dreigen heel veel andere belangrijke platen in de vergetelheid te geraken. Dus is het veel interessanter om écht in dat omvangrijke oeuvre te duiken. En op het gevaar af voor snobistisch te worden versleten: Spirit In The Dark is een van haar minst verkochte albums, maar wel een van haar beste! De plaat markeert een periode waarin Aretha Franklin de ultieme mix tussen gloedvolle soul en euforische gospel wist te vervolmaken, en die twee jaar later leidde tot het geweldige optreden dat in 2019 in de bioscopen was te zien – in de film Amazing Grace. Dat heeft niks meer met pop en hits te maken, het zijn kerkelijke soul-seances waarin zangeres, zangers, band en publiek boven zichzelf uitstijgen tot iets… ja, goddelijks.

Die goddelijke splinter zat dus al in Spirit In The Dark, maar daarvoor moest Aretha eerst door een diep dal. Dat maakt de plaat juist zo doorleefd. Dat hoor je in de opener al: Don’t Play That Song. Maar eigenlijk zou je moeten beginnen bij het laatste nummer: Why I Sing The Blues, een cover van BB King. Dat zegt het niet met zoveel woorden, maar schetst wel een beetje de state of mind waarin Aretha Franklin Spirit In The Dark maakte. Net gescheiden van haar gewelddadige echtgenoot (die ook wordt gezien als een soort van ‘Ike’ van Tina Turner), zwanger van haar vierde kind (nadat ze op haar twaalfde voor het eerst zwanger werd), nog aan het bijkomen van de moord op dominee en huisvriend Martin Luther King, altijd omringd door rassenrellen als ze optrad. En speelbal van allerlei showbizz-figuren die haar keihard lieten werken maar niet begrepen waar haar echte kracht lag. Een constante stroom van zo’n twintig albums bracht ze tussen 1961 en 1970 uit. De laatste jaren werd het steeds meer een trucje: Aretha moest dan zwarte, vrouwelijke soul- en gospel-versies maken van witte hits als Let It Be, Eleanor Rigby, Son of A Preacher Man of The Weight. Dat deed ze met verve, maar spannend was anders.
Wat een contrast met deze plaat. De meeste nummers zijn covers, waaronder twee van BB King, een van Carole King (van wie ze eerder Natural Woman opnam) en er staat een oude jazz-standard op (That’s All I Want From You). Vijf songs, waaronder de titeltrack, zijn door Franklin zelf geschreven – en dat zijn niet de minsten! Een zesde nummer schreef ze met haar zus Carolyn (die op jonge leeftijd kwam te overlijden aan borstkanker). Dat laatste nummer, Pullin, is een van de stuwende hoogtepunten van de plaat. De muziek gaat sneller en sneller. Aretha zingt en schreeuwt maar door, klimt hoger en hoger naar de hemel: Harder. Higher. Harder. Higher. Pulling. Moving. Pulling. Harder! Pulling. Higher! Moving. Higher! Higher! Higher! Higher? Yeah. Yeah? Yeah. Go ahead! Higher! Ze is uitgebroken en helemaal vrij.

Waar Sam Cooke de religie steeds meer de rug toekeerde naarmate hij succesvoller werd met ‘sex ’n soul’, weet Aretha Franklin juist balans te houden. Ze laat het hogere en het lagere samen gaan. Een nummer als You And Me bijvoorbeeld, is tegelijkertijd een gloedvol gezongen ode aan de liefde als een gebed aan god. En het nummer Spirit In The Dark dat schudt en bonkt en stuwt, is dat een intreding van de Heilige Geest of gewoon een overweldigend seksueel orgasme? Allebei dus. Of Try Matty’s – dat klinkt als een gelovig pareltje waar gospel-zangeres Mahalia Jackson zich niet voor zou schamen, maar luister je naar de tekst dan hoor je dat het over een barbecue-hut gaat.

Die stem van Aretha Franklin is zo betoverend, daardoor zou je bijna niet horen hoe goed zij ook is op de piano. En juist haar pianospel krijgt veel ruimte op het rauwe, beetje droog geproduceerde Spirit In The Dark. Op zeven van de twaalf songs mag zij lekker loos gaan, en vanachter de toetsen ontpopt ze zich tot een bevlogen bandleider. Ze heeft de hele band in haar zak – en dat zijn overigens niet de minsten: op gitaar hoor je virtuoos Duane Allman, op orgel, drums en bas speelt de beroemde Muscle Shoals Rhythm Section uit Alabama (die ook Wilson Pickett en Percy Sledge bijstonden) en in het koor zingen Almeda Lattimore, Margaret Branch en Aretha Franklin’s nicht Brenda Bryant – met z’n drieën klinken ze als een heel gospelkoor.

Aretha Franklin had geen foute mannen of managers meer nodig. Voor het eerst nam zij het heft in eigen hand. En dan is zij op haar best, zo blijkt uit Spirit In The Dark. Dat betaalde zich in 1970 nog niet uit in klinkende munt. Maar vijftig jaar later valt er nog steeds zoveel te genieten op deze plaat.

Spirit In The Dark, live in Fillmore West, met een gastoptreden van Ray Charles!

Meer jarige platen?

Laat een reactie achter