Happy birthday, The Suburbs

Jubileum! Vandaag tien jaar geleden, in 2010, bracht Arcade Fire het album The Suburbs uit. So happy birthday!

The Suburbs is een conceptplaat over ‘coming-of-age’ in een saaie buitenwijk. Arcade Fire-zanger Win Bulter en zijn broer William zijn opgegroeid in The Woodlands, een voorstad van Houston Texas. Win’s vrouw – toetsenist en zangeres Régine Chassagne – is geboren en getogen in een slaapwijk bij Quebec. Duizenden kilometers van elkaar dus, maar er is geen verschil in hoe die suburbs eruit zien (saai) en wat er te doen is (niks). De impact van het opgroeien in suburbia is voor iedereen in het oude of het nieuwe westen hetzelfde. The Woodlands verschilt in die zin niet erg van Leidsche Rijn bij Utrecht, de Tarthorst of de Roghorst in Wageningen of de hele stad Lelystad (lees het gelijknamige boek van Joris van Casteren er maar op na). Ze zijn a. niet gebouwd voor de eeuwigheid en b. niet gebouwd om het er leuk te hebben. This town’s so strange, they built it to change, and while we sleep we know the streets get rearranged, zingen Win en Régine ergens op The Suburbs. En: First they build the road, then they build the town, that’s why we’re still driving around and around and around.

The Suburbs ontstond nadat Win Butler een foto kreeg opgestuurd van een oude vriend, gemaakt bij het winkelcentrum waar ze vroeger rondhingen. Het was een A la recherche du temps perdu-moment dat een stroom aan herinneringen en overpeinzingen in gang zette. Hoe was het leven in die saaie suburbs? Het had een heel ander tempo. Je smachtte wat naar brieven van je kalverliefde. Je bracht je leven wachtend door. Wachten op Godot, want waar je op wachtte zou wel nooit komen. Je leerde autorijden en je reed je rondjes. Je ging naar het winkelcentrum. Je probeerde te ontvluchten naar het stadscentrum, maar dat was natuurlijk helemaal geen vlucht. Het leven bestond uit rondhangen en dagdromen. Het behang was bruin en oranje. De zon scheen. Het gras was dor. Je hoorde krekels. Het gepiep van de schommel stierf langzaam weg. Soms waaide de wind de bladeren door de straten – dan gebeurde er eindelijk wat.

All those wasted hours, we used to know / Spent the summer staring out of the window.

We used to wait / We used to waste hours just walking around/ Oooo we used to wait / Sometimes it never came.

Er is een lijstje met boeken, artikelen, films, series en cd’s die je eigenlijk tot je zou moeten nemen voor een beter begrip van The Suburbs en het leven en opgroeien in een buitenwijk/slaapstad:

Maar hoe het album dan eigenlijk klinkt? The Suburbs is Arcade Fire op zijn best. Soms hoor je Bruce Springsteen-achtige vertel-ballads en rock ’n roll. Er staat een Roy Orbinson-ding op het album (Modern Man). Pure punk (Month Of May). De plaat eindigt met Blondie- of Cindy Lauper-achtige eighties disco in The Sprawl II. (Iets wat Arcade Fire een paar jaar later uitwerkte tot de briljante electro/discopop van Everything Now en Signs Of Life.) Maar ook zijn er akoestische nummers die door merg en been gaan en heerlijk bombastische stadionrock. De Belgische krant De Morgen vergeleek The Suburbs bij het verschijnen met Barbapapa: de muziek neem allemaal verschillende vormen aan, maar het hart van de groep blijft overeind. En dat zestien tracks, een ruim uur lang. Het is dat The Suburbs niet meer in het vinyltijdperk verscheen, maar de plaat wordt vergeleken met de dubbel- (of driedubbel-)albums die wereldartiesten op het hoogtepunt van hun creativiteit maakten, zoals de White Album (van de Beatles)in de jaren zestig, maar vooral Sandinista! (de Clash), The River (Bruce Springsteen), Kiss Me Kiss Me Kiss Me (de Cure) of Sign O’ The Times (Prince) in de jaren tachtig.

They heard me singing and they told me to stop / Quit these pretentious things and just punch the clock, zingt Chassagne op The Suburbs. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg, ze hoorden het als kind al en ze horen het nog steeds. Veel journalisten/recensenten vinden Arcade Fire hysterisch, hoogdravend en hautain. Onecht soms of aanstellerige kunstacademiestudenten. Die pennenlikkers (ik noem geen namen) missen dus de pointe. De zeven man (m/v) van Arcade Fire durven juist hun nek uit te steken, dramatisch te doen in de goede zin des woords en schuwen het experiment niet. Ze spelen met muziek en media. Arcade Fire is nooit voorspelbaar. Ze hebben zich met succes uit de voorspelbare slaapwijken weten te ontworstelen. Dat ziet niet iedereen, maar dat was altijd al zo, zingt Win. Well, some things are pure and somethings are right / But the kids are still standing with their arms folded tight.

Win Butler is niet zozeer poëtisch. Hij is eerder puur en eerlijk. Win en zijn band klinken op deze plaat niet hautain, maar verveeld. Een beetje kwaad en kribbig ook. En Arcade Fire is vooral weemoedig. Naar die stilte en al die verkwiste uren van zijn jeugd. Maar…

If I could have it back, all the time that we wasted / I’d only waste it again

Meer jarige platen?

Laat een reactie achter