Jaaroverzicht 2023

Het was het natste en warmste jaar ooit. Bosbranden en extreme droogte teisterden de wereld. Oekraïne bleef onder vuur liggen van de Russen. Er brak een heftige oorlog uit in Gaza. In Nederland dreigt er een fascistoïde regering aan te treden, want het volk stemde vanuit een racistische onderbuik. LHBTQI+ers worden beschimpt op social media en in real life in elkaar geslagen. En corona is nog steeds onder ons. We leven in duistere tijden. Tegelijkertijd was 2023 een gloedvol en strijdbaar muziekjaar! Gelukkig maar. Dat biedt de hoop en troost die we zo hard nodig hebben.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Dus hou elkaar maar even vast en luister naar mijn 23 van 23. Je hoort heel veel positieve en gloedvolle soul (Gabriels, Kelela, Cleo Sol, Durand Jones en vooral ANOHNI and the Johnsons). De eclectische Young Fathers kunnen er ook wat van! Er zijn melancholische herinneringen aan de trotse stad Kyiv. PJ Harvey, John Cale en Peter Gabriel maakten na jaren stilte weer bloedmooie platen. En er zijn blije uitstapjes naar Tunesië, Japan, India, Brazilië, Oeganda en Nigeria. Het is mooi om te zien dat Engeland en Amerika de wereldheerschappij allang hebben opgegeven als het gaat om vooruitstrevende muziek. Alleen op het gebied van hiphop (Aesop Rock en JPEGMAFIA/Danny Brown) en techno (Speaker Music) spreken ze nog een woordje mee.

Hier is de gehele lijst. Lees de recensies in de links:

  1. ANOHNI and the Johnsons – My Back Was A Bridge For You To Cross
  2. Peter Gabriel – i/o
  3. Ruhail  Qaisar – Fatima
  4. John Cale – MERCY
  5. Tujiko Noriko – Crépuscule I & II
  6. Kelela – Raven
  7. Kara Jackson – Why Does The Earth Give Us People To Love?
  8. Young Fathers – Heavy Heavy
  9. Ambassade – The Fool
  10. Gabriels – Angels & Queens
  11. DJ K – Panico No Submundo
  12. JPEGMAFIA & Danny Brown – Scaring The Hoes
  13. Cleo Sol – Gold
  14. PJ Harvey – I Inside The Old Year Dying
  15. Model/Actriz – Dogsbody
  16. Heinali – Kyiv Eternal
  17. Durand Jones – Wait Til I Get Over
  18. Speaker Music – Techxodus
  19. It Dockumer Lokaeltsje – Trump Yn Makkum
  20. AUNTY RAYZOR – Viral Wreckage / MC Yallah – Yallah Beibe
  21. Matthew Herbert & London Contemporary Orchestra – The Horse
  22. Aesop Rock – Integrated Tech Solutions
  23. Deena Abdelwahed – Jbal Rrsas جبل الرصاص

Luister de hele 23 van 23 op Spotify:


Zoals altijd was het eigenlijk ondoenlijk om zo’n lijst te maken. Met pijn in mijn hart heb ik albums moeten buitensluiten. ‘Bubbling under’ zijn onder andere de fijne comebackplaat van – helaas nu duo – Depeche Mode (Memento Mori), Tirzah die goed uit de hoek komt op de plaat met de vreemde titel trip9love…??? en de samenwerking tussen Armand Hammer, billy woods en E L U C I D onder de naam We Buy Diabetic Test Strips. Ik was ook zeer gecharmeerd van de retro-disco van Jessy Ware op That! Feels Good! en van Roisín Murphy’s experimentele pop op Hit Parade (ondanks haar nare slip of the tongue op social media). Loraine James zorgde zoals altijd weer voor kwaliteit. Dus je moet zeker Gentle Confrontation gaan checken! Xiu Xiu maakte met Ignore Grief een fijne duistere plaat en de ‘gothic’ samenwerking tussen Maud the Moth en trajedesaliva (Bordando El Manto Terrestre) was superinteressant. En dan heb ik het nog niet eens gehad over Judith Parts uit Estland (met Meadowsweets) en Galya Bisengalieva uit Kazachstan (Polygon). Ach, zullen we tot slot dan maar Yves Tumor noemen met de langste albumtitel van 2023: Praise A Lord Who Chews But Which Does Not Consume (Or Simply, Hot Between Worlds).

Het is trouwens opvallend hoeveel oude knakkers dit jaar weer prima platen maakten. Naast Depeche Mode, John Cale, PJ Harvey en Peter Gabriel heb ik ook genoten van A Certain Ratio, Everything But The Girl, Sparks, Pere Ubu, Laibach, Sigur Rós, OMD, Lol Tolhurst/Budgie/Jacknife Lee, Madness, Vince Clarke, Arbeid Adelt! en Charles Hayward (met zijn band Abstract Concrete). Zelfs de Rolling Stones maakten weer een aardige plaat, voor het eerst sinds Tattoo You uit 1980…

De beste platen uit Nederland waren – naast Ambassade en It Dockumer Lokaelstje – van Piiptsjilling, Spinvis, Sophie Straat en De Jeugd van Tegenwoordig.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Song van het jaar

Hier wilde ik dus bijna de Rolling Stones met Lady Gaga noemen, met hun verrassend sterke Sweet Sounds Of Heaven. Verrassend goed was ook Christine and the Queens met het nummer Full Of Life (opgebouwd uit de kitscherige maar stiekem o zo mooie Canon in D van Johan Pachelbel). Olijke tracks als De Duck van Prins S en de Geit en Vrouw Van De Dominee (vertaling van Son Of A Preacherman) van Thijs Boontjes mogen niet onvermeld blijven. Maar dé song van het jaar Bull Believer van Wednesday!! Heerlijk, hoe een traditionele rocksong kan ontsporen in ontregelde noise. Luister maar:


Clip van het jaar

Om Putin te pesten zou ik hier de recente clips van Pussy Riot moeten noemen (Dance With The Devil, maar vooral de kortfilm Putin’s Ashes). Maar eerlijk is eerlijk, de allerbeste clipmakers van 2023 zijn de postrockband Squid. The Blades is fascinerend, maar de dromerige drukte in Swing (In A Dream) is helemaal adembenemend!
Ach, weet je, ik doe ze gewoon allebei (#FuckPutin).


Muziekboeken

Ik heb dit jaar veel te weinig muziekboeken gelezen, maar ik kan we een top 3 samenstellen. Op 3 staat dan de recensiebijbel van OOR met mooie illustraties van Typex. Op 2 zet ik Nick Soulsby met Everything Keeps Dissolving – Conversations With Coil, met een dwarsdoorsnee uit interviews die mijn helden John Balance en Peter ‘Sleazy’ Christopherson gaven tussen 1983 (toen ze Coil begonnen) en 2004 (na de dood van Balance).

Maar het beste boek vormt de geschiedenis van labeleigenaar Stevo en Some Bizzare Records in Conform To Deform van Wesley Doyle. Lees alles – in hun eigen woorden – over Soft Cell, Coil, Foetus, The The, Test Dept en Einstürzende Neubauten. Ik raakte zo geïnspireerd dat ik er m’n eigen Spotify-lijstje bij maakte:


Re-releases, compilaties

Ach, ik heb maar even een Top 10 van de beste re-releases gemaakt. Met opvallend veel heruitgebracht werk uit de jaren tachtig. Zelf werd ik wel een beetje emotioneel van het wederzien met From Brussels With Love, de plaat met onder andere Thomas Dolby, Harold Budd, Michael Nyman en John Foxx – waar ik in mijn puberteit zoveel uur mee heb doorgebracht.

  1. De La Soul – Three Feet High And Rising
  2. Soul’d Out: The Complete Wattstax Collection
  3. Blacklips Bar: Androgyns and Deviants, Industrial Romance for Bruised and Battered Angels, 1992–1995
  4. From Brussels With Love
  5. Chet Baker – Blue Room (The 1979 VARA studio sessions in Holland)
  6. Marlene Dietrich – Best MARLENE DIETRICH Movie Themes & Songs
  7. De Toekomst Laat Me Koud, De Nieuwe Nederlandse Golf 1980 – 1985
  8. Sonic Youth – Live In Brooklyn, Ny.
  9. Nasmak – 4our Clicks
  10. Holger Hiller – Ein Bündel Fäulnis In Der Grube
Foto: Sjef Prins – APA Foto

Concerten

Dit jaar heb ik behoorlijk veel acts zien voorbijkomen in Arnhem en in Nijmegen. Memorabel waren gothic queen Zola Jesus die de Stevenskerk tot in haar voegen deed galmen, in haar eentje achter de piano, en de industriële takkeherrie van Ruhail Qaisar voor twintig à dertig mensen in een kleine galerie. Paul Weller was erg goed in Doornroosje, met een dwarsdoorsnee uit werk van The Jam, The Style Council en solo. Zeer indrukwekkend waren John Cale in Paradiso Amsterdam en Peter Gabriel in Köln. Maar doordat ik bij die laatste was, heb ik misschien wel het concert van het jaar moeten missen: Young Fathers live op Best Kept Secret. Gelukkig staat het optreden integraal op YouTube. Waar ik voor de beeldbuis ook erg van heb genoten? Rick Astley (ja die!) en The Blossoms die op Glastonbury een set vol nummers van The Smiths speelden, met als eindconclusie dat Rick Astley een veel betere performer is dan Morrissey. Hahaha.


De doden

Sinds ik schrijf voor Ondergewaardeerde Liedjes, het leukste weblog van Nederland, heb ik al heel wat in memoriams moeten maken. Dit jaar herdacht ik daar onder andere Wim de Bie, Mark Stewart, Tina Turner (als achtergrondzangeres bij Frank Zappa), Sinéad O’Connor, Brian McBride van Stars of the Lid, Rudy Isley van de Isley Brothers, Kevin ‘Geordie’ Walker van Killing Joke en Shane MacGowan van The Pogues. Hoewel het er aan zat te komen was ik erg ontdaan van het overlijden van Ryuichi Sakamoto op 28 maart, overigens kort na zijn Yellow Magic Orchestra-maatje Yukihiro Takahashi op 11 januari. We eren de twee met een fragment van het Amerikaanse programma Soul Train uit 1980. De Japanners spelen Firecracker (toepasselijk in deze tijd van het jaar) voor een volledig zwart publiek. Het levert vreemde beelden op, een beetje vergelijkbaar met een paar jaar daarvoor toen het witte doorgesnoven halflijk van David Bowie daar kwam performen. Vervreemding met soul, dat is precies hoe we popmuziek willen zien!

Iemand schreef onder dit YouTube-filmpje: “Thank you Takahashi-san and Sakamoto-san for the great music. RIP.” … Thank you for the music, dat geldt ook voor 2023.


Fijne jaarwisseling en alle goeds voor komend jaar!

Durand Jones – Wait Til I Get Over

Zompig zoals oude southern soul, gloedvol als de goddelijkste gospel, maar ook rauw en rockend én klaar voor de 21e eeuw. Zo klinkt Louisiana op het debuutalbum Wait Til I Get Over van Durand Jones. Solo dus ditmaal dus zonder zijn Indications, waarmee hij doorgaans goed doortimmerde maar gladde en disco-achtige retrosoul maakt. Die is op zich lekker, maar hier gaat Durand de diepte in. The deep south of the USA, om precies te zijn, daar waar zijn roots liggen. Het wordt een reis met een dubbel gevoel.

Durand Jones is geboren en getogen in Hillaryville, ooit een idyllisch gehucht ergens tussen Baton Rouge en New Orleans. Het is vernoemd naar Hillary Rice, een tot slaaf gemaakte in het bezit van John Burnside die de vrijheid terugkreeg en na de burgeroorlog het dorpje stichtte met zeven andere ‘settlers’. “If you follow the Mississippi River as she swivels and turns tightly, unable to move freely because of the levy, you’ll find Hillaryville, a small place in Louisiana’s Atchafalaya Basin. This place was founded by eight slaves who recieved it as a form of reparations after the American Civil War. Most visitors are still greeted by the tall, Sprite-green, green sugarcane basking in the presence of the sun. When asking my Gran what was it like when she first moved to Hillaryville, her reply was always the same: The place you’d most want to live.” Zo vertelt Durand Jones het aan het begin van deze plaat. Maar zo pittoresk heeft hij het dorpje nooit gekend. Het viel ten prooi aan de crack en staat nu vol halfvergane woonwagens en autowrakken. Ze zijn er aardsconservatief. Daar kon je als queer niet uit de kast komen.

En toch laat Hillaryville hem niet los. Op deze plaat probeert Durand Jones er mee in het reine te komen. Hij wilde een plaat maken die klonk als de geur van magnolia’s op een warme zomerdag: “that sweetness as well as that mustiness – there’s something beautiful there”. Dat is goed gelukt. Het conceptalbum – je kunt misschien beter zeggen zijn muzikale memoires – klinkt bitterzoet. Het is een rauwe mix van soul, rootsrock, rhythm & blues, gospel, jazz en folk. Zonder opsmuk, soms overstuurd, primitief, vervormd, het lijkt allemaal in één keer op de band te zijn geknald. En Durand Jones heeft zo’n zoet-hese vibrato die hem meteen naast Wilson Pickett en Otis Redding plaatst. Het grijpt je bij de strot! Keer op keer. Een soulslijper als de ballad Gerri Marie – vol prachtige uithalen – zet gelijk de toon. Hier wil je alleen maar meer van. Een countrysoul-nummer als Sadie had zo op een album van Alabama Shakes en Brittany Howard kunnen staan. In andere nummers zingt Durand Jones al samplend in zijn eentje een heel gospelkoor vol. Indrukwekkend.

De pure soul op I Want You – Durand bereikt hier climax na climax! – wordt verrijkt met een off-beat percussie die (letterlijk) zo lijkt weggelopen uit een processie in New Orleans. Zeg maar zoals Tom Waits het ook graag hoort. Op andere momenten klinken Durand Jones en zijn band weer strak en funky als een Stevie Wonder in de seventies. Inclusief syncoperende ritmes. Dan iets anders: De civil rights-hymne Someday We’ll Be Free – een cover van Donny Hathaway over slachtoffers van racistisch politiegeweld – had zo op What’s Going On van Marvin Gaye kunnen staan. Want even episch. Want even zoetgevooisd. Wat een combi.

De eerste single van de plaat was That Feeling, een melancholisch liedje over Durand’s eerste ervaringen met queer-zijn en verliefd zijn op een man. Het nummer begint voorzichtig en emotioneel complex, maar het bouwt op als een traditionele gospel om te eindigen als een vreugdevolle ode aan de liefde. Wat is dat mooi! Een ander hoogtepunt van het album is het ontroerende Letter To My 17 Year Old Self. Het begint als een dramatische pianoballad van Prince, loopt via een bumpy honky-tonk-ritme en een jazzy saxofoonbreak  om uit te monden in een grande finale met weer zo’n pakkend zelfgeknutseld gospelkoor. Die gospelaanpak refereert aan de zogenaamde ‘lining hymn’-stijl waarvan het koor in Hillaryville de hoeder was.

Het album eindigt daarna prachtig met de ballad Secrets, die halverwege vervaagt in minutenlang wassend water. Het zijn de rustige geluiden van de majestueuze Mississippi zoals ze al eeuwenlang geklonken hebben. En dan is de nostalgische reis van Durand volbracht. Hij laat ons overrompeld achter.

Alle beste albums van 2023: