Tujiko Noriko – Crépuscule I & II

Dit is een van de eerste albums die ik dit jaar hoorde – op 13 januari om precies te zijn – en ik wist meteen dat ‘ie ergens in mijn eindlijst zou belanden. Maar zo hoog had ik niet verwacht. Poeh, wat is dit mooi! Deze plaat is verstilde en vervreemdende schoonheid gestold in muziek. Het is dan ook logisch dat Tujiko Noriko haar Crépuscule-tweeluik opdroeg aan Peter Rehberg, de in 2021 overleden componist en labelbaas van het Oostenrijkse Editions Mego, die van het spotten en scouten van schoonheid zijn levensmissie maakte.

Serene stukken
Gek genoeg kende ik Tujiko Noriko tot begin dit jaar helemaal niet. De Japanse (Osaka, 1976) woont al jaren in Parijs en van daaruit maakt ze sinds 2000 hele interessante platen op het snijvlak van glitch, artpop en ambient, zo ontdekte ik dus veel te laat. Het is een beetje maffe, ‘goofy’ muziek, kinderlijk verwonderd. Haar laatste ‘volwaardige’ album kwam uit in 2014 en daarna volgden nog twee soundtracks. En toen was er ineens een uur en drie kwartier aan muziek dat ze de titel Crépuscule meegaf. Totaal anders en veel volwassener dan haar eerdere werk. Het album is in tweeën verdeeld: deel I bevat negen serene stukken die qua lengte nog een beetje in de buurt komen van traditionele songs en deel II wordt gevormd door drie soundscapes die ze alle tijd geeft die ze nodig hebben, ze meanderen door van 13 tot 25 minuten per stuk. Bij elkaar vormen ze een suite voor stem, synthesizers en stilte.

Prachtige stem
De titel Crépuscule dekt in beide gevallen de lading helemaal. Noriko’s elektronische muziek klinkt zacht en hoopvol als de ochtendschemer. Ze begint met het nummer Prayer, met een lengte van precies 2.22 minuten, maar het had voor mij net zo goed 22 minuten of langer mogen duren. De melodie is melancholisch en oosters, het doet ergens een beetje denken aan David Sylvian. De sfeer is rustig en de productie is ruimtelijk. Dat zet de toon voor de volgende stukken. In nummers als The Promenade Vanishes, Fossil Words, Bronze Shore en Cosmic Ray staat Tujiko Noriko’s prachtige stem centraal. Dan klinkt het haast als een kruising tussen de verstilde wereld van Brian Eno’s Ambient 1: Music For Airports en de buitenaardse stemexercities van FKA Tigs op Water Me (geproduceerd door Arca) of cellophane. Heel rustig, bijna ongemerkt, sluipen er weirde field-recordings in de muziek. Zo lijkt er tijdens Fossil Words in de verte een trein voorbij te komen. Weer en beetje anders is de track A Meeting At The Space Station. Dit is pure ambient, zo zweverig dat je moet denken aan die astronaut in 2001 A Space Oddyssey die in de eeuwige duisternis verdwijnt.

Intrigerende soundsapes
Het tweede deel van Crépuscule begint met ruim twaalf minuten aan gouden avondschemering. Halverwege Golden Dusk hoor je kinderen vrolijk zingen, schreeuwen en spelen. Op een bepaalde manier geeft dat de muziek iets melancholisch, het legt een diepere laag maar wel een beetje ambigu: ik weet niet waar dit op duidt. De Japanse neemt het vervolgens vocaal over, maar ze klinkt nu niet zo ‘soothing’ als op het eerste deel. Minstens zo intrigerend is de lange soundscape Roaming Over Land, Sea And Air. Je hoort horten en stoten, sirene-achtige geluiden en glitch. Gemompel in de verte. En tegelijkertijd die engelachtige stem van Tujiko Noriko die – heel dichtbij, ongeveer ín je oor – bizarre teksten zingt: “In the car park playing by yourself / I laughed so hard I cried and fell / Could it be the ground was shaking?” De plaat eindigt met bijna twintig minuten aan klanken met iets meer comfort. Noriko geeft ze een toepasselijke titel mee: Don’t Worry, I’ll Be Here.

Shake the frame
Daarna kun je terugkijken op een bizarre en rustgevende plaat, zowel buitenaards als warm-menselijk. Hoe kríjgt ze het voor elkaar?, vraag je je af. Nou, dat moet je niet te zwaar zien, zo vertelde ze in 2019 aan een interviewer van magazine Hug. Tujiko Noriko: “I usually start out with a classic structure. Melody, lyric, singing. But I almost can’t stop myself from making it a little bit strange and even uncomfortable sometimes. Not for the sake of being difficult, I just like to experiment. I like to use a frame, but to try to shake the frame a little bit.” En dat is op de beide delen van Crépuscule prima gelukt.

Alle beste albums van 2023:

Sudan Archives – Natural Brown Prom Queen

“I just wanna have my titties out / ‘Cause I’m not average, I’m not average, I’m not average”, zingt violiste/multi-instrumentaliste, zangeres, componiste en producer Brittney Parks – alias Sudan Archives – in titelnummer NBPQ. Nee, average is ze zeker niet en dat geldt ook voor haar tweede album. Ze legde de lat heeeel hoog en verbaasde vervolgens vriend en vijand met deze topper.

Van Tracy Chapman (Fast Car) tot Donna Summer, van Betty Davis tot Janet Jackson, van FKA twigs tot Chaka Khan, allerlei associaties trekken langs, maar het meest nog die van een vrouwelijke Prince (of TAFKAP zo je wilt). Net als de geilneef uit Minneapolis, combineert de prom queen uit Cincinatti genres zonder met de ogen te knipperen. Zo worden hier clubhouse, hiphop, disco, nu én neo-soul, afrobeat, P- én G-funk, experimentele electropop, jazz, en r&b plus wat oosters aandoende snippertjes gemixt tot een coherent geheel. Soms binnen één nummer. En net als bij Prince druipt de seks uit je speakers. “The vocal equivalent of your most reliable vibrator”, schrijft het pretentieuze platform Pitchfork over Sudan Archives’ nummertjes. “They sound good, sweaty, damn near turned on by the sensuality of a private rendezvous.” Gezellig.

Brittney Parks leert al op jonge leeftijd viool spelen en vertrekt vervolgens naar Los Angeles om etnomusicologie te studeren. Ze wil de viool in de zwarte cultuur onderzoeken. Dat leidt tot haar pseudoniem: ‘Sudan’ staat voor Afrika en ‘archives’ voor geschiedenis. We horen hier dus een stuk black history op muziek gezet. Maar dat is niet zwaar. Natural Brown Prom Queen is een beetje een conceptalbum, net als The Rise And Fall Of Ziggy Stardust And The Spiders From Mars of Purple Rain. Ditmaal is de rode draad geen gevoelige gitaargod (m), maar het vrijzinnige feestbeest Britt (v). En passant komen (m/v/x)-thema’s langs als feminisme, identiteit, seks, familiewaarden, liefde en verlies – maar ook racisme en uitsluiting. Het is een losse rode draad: je kunt het album (18 tracks, bijna 55 minuten) in één keer beluisteren, maar de nummers blijven afzonderlijk ook ruimschoots overeind.

Zo is OMG BRITT een onvervalste 21e eeuwse trap-banger. Yellow Brick Road klinkt juist weer als een nu-soulful telefoontje uit de jaren negentig. Dat geldt ook voor het zwoele Ciara. ChevyS10 is een abstracte, psychedelische roadtrip op discobeat. De verleidelijke opener Home Maker zit boordevol muzikale switches. Het relaxt funkende Milk Me leunt lekker op Afrikaanse ritmes. (“Suck out the honey / I want you to fuck me / Your finger up my pussy like a honey stick /Bum, ba-ba, bum, ba-ba, bum, ba-ba, birthday boy.”) En Freakalizer drijft op geile hiphopbeats. (“These hormones are making me horny / And the full moon is driving me crazy.”) Als contrast lijkt TDLY (Homegrown Land) met dat vioolriedeltje zo weggelopen van de Balkan. En… en… je kunt wel nummers blíjven opnoemen. Maar alles is razend lekker en alles is razend knap wat Sudan Archives maakt.

Intelligente teksten, ingenieuze tracks. Natural Brown Prom Queen is een album waarop alles klopt. Het is veelzijdig, gelaagd en zelfverzekerd. Uitdagend en urgent: dit is ‘music that matters’. Een viering van het leven met Britt als kleurrijke koningin van het bal. 

Alle beste albums van 2022:

Villagers – Fever Dreams

Het zal je maar gebeuren. Lig je uit te brakken in je zwembad, blijkt die berg achter je ineens te zijn veranderd in een beer! Koortsdromen. Toch loopt het goed af, hoor, want zo te zien is het een hele lieve beer. Beer beschermt je tegen de boze buitenwereld. Beer zingt een liedje voor jou… Beer is Conor O’Brien, voorman van de Ierse folkband The Villagers.

Nou ja, je kunt beter zeggen: de ex-folkband. In vroeger tijden was O’Brien een Dylan-achtig figuur die lappen tekst nodig had en het liefst een zo minimaal mogelijke begeleiding. Beertje O’Brien kon prachtige liedjes schrijven, maar het klonk allemaal zooo saaai. Gelukkig ging in 2018 het roer om met The Art Of Pretending To Swim. Plots was er een veel rijker geluid en waren er invloeden uit soul, jazz en psychedelica. Op Fever Dreams is dat dit jaar nog veel verder in het extreme getrokken. Het is een overweldigende plaat.

Dat heeft een reden. De band Villagers rondde de plaatopnamen af op de dag voordat in Ierland de lockdown begon. In afzondering zijn Conor O’Brien en producer David Wrench (bekend van ondermeer Frank Ocean, The xx en FKA Twigs) met de tapes aan de slag gegaan. Extra koortjes, extra strijkersarrangementen, extra geluidseffecten. Noem maar op. Het resultaat is nu net zo lekker overgeproduceerd als pak-m-beet een Sgt. Peppers Lonely Hearts Club Band of een Around The World In A Day.

Wow

Zo’n vijftig jaar popmuziek komt voorbij op Fever Dreams. Beatles en Prince zijn al genoemd. Je hoort vleugjes Pink Floyd, Arcade Fire en Tame Impala. Maar ook muziekdoosmelodietjes. De Grote Soulplaten van Marvin Gaye en Curtis Mayfield komen voorbij. Duke Ellington. Beertje O’Brien brengt bovendien Burt Bacharach en Bowie’s Blackstar. Op de hoestekst schrijft hij zelf geïnspireerd te zijn door Italiaanse filmscores, de spirituele jazz van Alice Coltrane, gedichten van W.B. Yeats, films van David Lynch, schrijfster Audre Lorde en schilder L.S. Lowry. Ook allemaal duidelijk terug te horen. Als het gaat over de sfeer en grootsheid van het geluid op de plaat wil ik daar nog twee elementen aan toevoegen: het collectieve positivisme van The Polyphonic Spree en het concept van ‘The Big Music’ dat The Waterboys zo meesterlijk ontrolden op hun platen A Pagan Place (1984) en This Is The Sea (1985). Wow. Het maakt de plaat heel erg vol, dat is waar. The Villagers bouwen laag op laag op laag. Tegelijkertijd maakt dat deze plaat tot een genot. Het is een waanzinnige trip. Iedere luisterbeurt valt er weer wat te ontdekken.

Ulysses

Zoveel tekst als Conor O’Brien vroeger nodig had, zo spaarzaam is hij tegenwoordig met zijn woorden. Neem het nummer Restless Endeavour. Langzaam wordt een galmende grootse jazzgalerij van trompetgeschal opgebouwd, terwijl alleen maar de twee woorden uit de titel worden herhaald. Keer op keer. Wat de Ier hier verder te zeggen heeft is vaak dromerig, soms unheimisch, soms angstig, onbewuste trauma’s komen langs, een anti-Trump oprisping is er in Circles In The Firing Line, de ‘essence of a dream’ klinkt in The First Day. De rode draad door de plaat is het motto ‘the more I know, the more I care’. De woorden klinken in het outtro van het kitscherige prachtstuk So Sympatico en komen weer terug in het psychedelische titelnummer aan het einde van het album, in spraaksamples– van jong tot oud. Een draaikolk van stemmen, als in een podcast rechtstreeks uit Ulysses. The more I know, the more I care…

Uit deze koortsdromen wil je eigenlijk niet wakker worden. Blijf nog maar even doorbrakken op je luchtbed. Grote Beer houdt de wacht.

Alle beste albums van 2021:

Fred Again.. – Actual Life

Een van de grootste danskarakers van 2021 was een track over COVID en lockdown: Marea (We’ve Lost Dancing). Het is een liefdesverklaring van singer-songwriter annex studio-wizkid Fred Again.. en DJ The Blessed Madonna aan het hedonisme van de clubs en de euforie op de dansvloer die zijn gestolen door het virus. De track is dramatisch en melancholisch, maar die beat… die hakt er in!

Geschiedschrijving

Dat geldt net zo voor de twee albums van Fred Again.. die dit jaar verschenen: Actual Life (April 14 – December 17 2020) zag het daglicht in april en Actual Life 2 (February 2 – October 15 2021) kwam onlangs uit. Voor het gemak behandel ik ze hier samen.
Fred Agan.. is Fred Gibson, een 29-jarige producer die dit jaar een grote naam is geworden in de Londense studiowereld. Hij is een protegé van Brian Eno en werkte naast The Blessed Madonna met onder andere FKA Twigs, Ed Sheeran, The xx, Headie One en Stormzy. Maar wat hij doet op de Actual Life-platen is van een heel ander kaliber. Het is recente geschiedschrijving op een housebeat, zoals we dat alleen maar kennen van Terre Thaemlitz/DJ Sprinkles’ Midtown 120 Blues (2008) en For Those I Love (2021) van For Those I Love.

Groovy as fuck

Het begint dus allemaal op 14 april 2020. “It’s Tuesday at 10pm and this is one of the best days of my life”, klinkt een stem. Dat is wrang als je beseft dat op die dag in Engeland 744 mensen zullen doodgaan aan COVID. Die dubbele boodschap blijft op beide platen. Er is hoop, maar ook veel verdriet. Op Actual Life 1 beschrijft Fred Again.. het leven tijdens de lockdown in Londen en op Actual Life 2 verwerkt hij het verdriet na het verlies van zijn vriendin. Daarvoor gebruikt de producer als begeleiding vooral funky deephouse, trance en UK garage. Beats uit de 808 of de 303, bedwelmende bassen en daaroverheen staccato piano en gladde violen. Het klinkt allemaal ‘groovy as fuck’ en superunderground. Vervolgens heeft Fred een scala aan samples, field recordings en getapete gesprekken. Vrienden en vriendinnen zingen en praten. Fred plakt het allemaal vernuftig aan elkaar, zodat het koor aan stemmen een verhaal vertelt. De ‘vertellers’ zijn meteen de songtitels, elke track is gewijd aan één persoon. Zo horen we treffend hoe Julia Michaels verliefd wordt in Julia (Deep Diving). Sabrina viert haar lockdownfeestje in haar eentje in Sabrina (I Am A Party). “I am a party, inside of my head, inside of my home.” En de sample van bouwvakker Carlos – die Fred ontmoette na een Ed Sheeran-concert – komt meerdere malen terug op beide platen en is zo uitgegroeid tot motto van Actual Life: “We gon’ make it through.”

Intensive care

Het emotioneel breekpunt komt halverwege de eerste plaat. Me (Heavy) is de enige track waarin Fred zelf – in de ik-vorm – aan bod komt. Het is een bijna pijnlijk intiem moment. Fred staat naast de intensive care waar zijn vriendin wordt behandeld. (Het wordt nooit precies duidelijk waaraan, maar het zou heel goed corona kunnen zijn.) Fred zingt: “I wanna run in there and steal you out, unplug the wires and kiss your mouth. You don’t need another whiteboard evening. But I need you breathin’.”… En iets later: “I know you’re holding on. I’m so tired of being strong.” En hij eindigt met: “I don’t know a thing that could feel more heavy.” Pfff.

90’s dance

De tweede plaat is meer melancholisch dan euforisch. Die spannende dubbele boodschap is verdwenen. Dat is ook niet zo gek, gezien het thema. Maar er speelt ook een praktisch bezwaar. Vanwege de preventiemaatregelen sprak Fred veel minder mensen. Voor het verzamelen van stemmen was hij opeens aangewezen op internet. Hij haalt interessante dingen naar boven, hoor, zoals dichter-beatboxer Faisal Salah, een cover van Snow Patrol en de 90’s dancetrack Your Loving Arms. Toch lijkt het allemaal – ondanks het onderwerp – net wat minder persoonlijk.

Stomper

Halverwege Actual Life 2 komt er een voorzichtige draai. Op Hannah (The Sun) doet Fred Again.. letterlijk en figuurlijk de gordijnen open en mag het licht weer naar binnen. Er wordt zelfs weer aan de clubs gedacht. En dus ook aan die ene dansvloerstomper waar het allemaal mee begon. The Blessed Madonna eindigde op Marea (We’ve Lost Dancing) met de woorden: “What comes next, will be marvellous.” Kippenvel. We hopen zó erg dat dat waar gaat worden.

Alle beste albums van 2021:

FKA Twigs – MAGDALENE

MAGDALENE van FKA Twigs is magistraal. Meer hoef ik er eigenlijk niet over te zeggen… (Ga ik wel doen, hoor. Ik laat je niet met lege handen zitten. Want op de valreep van 2019 kwam Tahliah Debrett Barnett alias FKA Twigs op de proppen met het mooiste album van het jaar. Ik leg je uit waarom.)

Verstild en sensueel
Nu ben ik niet helemaal onbevooroordeeld. Ik maakte in 2013 kennis met FKA Twigs via haar verstilde, sensuele debuutsingle Water Me en ik was op slag verliefd. In de clip wiegt ze heen en weer als een speelgoedpoppetje met veel te grote Bambi-ogen. “He told me I was so small / I told him water me / I promise I can grow tall / If making love is free”, zingt ze dubbelzinnig. En als ze zichzelf bewatert met tranen groeit ze bijna beeldvullend. In ieder geval haar ogen. Fascinerend. De muziek is een amalgaampje van ratelende beats en elektronische stemmanipulaties. Prachtig!

Paaldansen en wushu
Haar album LP1 was net zo fascinerend en prachtig. Maar daarna heeft het jaren moeten duren voor er een opvolger kwam. Dat was een bewogen periode voor de nu 31-jarige FKA Twigs. Ze had een relatie met steracteur Robert Pattison en werd daardoor verkettert op het web. Je wil het niet weten, al die jaloerse bagger – tot racisme toe. Die relatie eindigde vervolgens in een pijnlijke breuk. En daarna werden er zes goedaardige maar zeer grote tumoren in haar baarmoeder aangetroffen. “Een fruitschaal vol pijn”, zoals ze zelf omschreef. “Twee appels, drie kiwi’s en wat kersen.” Zelfs ademhalen deed haar pijn. Inmiddels is ze geopereerd en in zeer goede shape. Ze heeft leren paaldansen en bekwaamt zich nu in wushu, een obscure Chinese vechtsport.

Avantgarde en pop
En deze periode heeft ze kundig weten om te zetten in een album met negen boeiende songs die de grenzen tussen avantgarde, triphop en pop doen vervagen. De sfeer is op het hele album emotioneel en beladen. Ze zingt over haar relatie met Pattison, de internet-bagger en de roddelpers op de sacraal klinkende opener thousand eyes. Wat een geweldige sopraan heeft FKA Twigs nog steeds in huis! En die vervormt langzaam tot een elektronisch gregoriaans koor. “If I walk out te door, it starts our last goodbye / If you don’t pull me back, it wakes a thousand eyes”, zingen ze, en “It’s gonna be cold without those eyes”. Bijna sacraal, dit nummer, maar de associatie met Water Me is nooit ver weg. Op home with you zingt ze fluisterend over de apples en de cherry’s en de pijn – of beter gezegd: haar robotachtige stem doet dat. Zelfs zingt ze hemels mooi met haar eigen soprano: “I didn’t know that you were lonely / If you had told me, I’d be running down the hills to be with you”. Het is niet alleen een tekstuele verwijzing naar Kate Bush, we horen haar invloed door de hele plaat. Ook in het titelnummer mary magdalene. “I can lift you higher / I do it like Mary Magdalene / I’m what you desire / Come just a little bit closer till we collide”, horen we terwijl de synths glitchy kraken. Hier is ze hoer en heilige tegelijk.

Hip en dramatisch
In fallen alien horen we iets unieks. Zo kwaad en agressief hebben we FKA Twigs nooit eerder meegemaakt. Ze doet een boze rap over een dito begeleiding. Dat nummer is geen contrast. Er zit een logische dynamiek in de plaat, wat knap is, want FKA Twigs heeft een blik aan hippe producers opengetrokken. Nicolas Jaar deed het meeste werk, maar we horen ook Skrillex, Arca (lees hier mijn recensie over zijn solo-album) en Oneothrix Point Never. En toch passen alle tracks bij elkaar. MAGDALENE is een eenheid. Op daybed is de hand van Oneothrix Point Never duidelijk te horen. Tussen allerlei stemmetjes door zingt FKA Twigs dramatischer dan ooit over intense leegte en het ontbreken van levenslust: “Silent are my heart strings / Icy is my body heat, yeah / Lonely is my hoping / Empty is my sweet thing / Aching is my laughter”.

Piano en samples
Denk je dan alles gehad te hebben, dan moet het eindstuk nog komen. Dat is het hartverscheurende nummer cellophane – slechts begeleid door een piano en wat samples. In de tekst lijkt alles samen te komen en uit te monden in de regels: “Didn’t I do it for you? Why don’t I do it for you? Why won’t you do it for me / When all I do is for you?”.

Breekbaar en doorleefd
Op MAGDALENE hoor je aan alles dat FKA Twigs sterker uit de afgelopen periode is gekomen. Maria Magdalena was getuige van de wederopstanding van Christus, MAGDALENE is de getuigenis van de wederopstanding van FKA Twigs. De littekens zijn er nog zeker. Ze klinkt nu breekbaar en doorleefd. Dat is pas krachtig. Pfff, wat een prachtplaat is dit!

Alle beste albums van 2019: