Het was 25 jaar geleden. Meat Beat Manifesto in Tivoli Utrecht. Dit dus…
En toen was er opeens dat dubbelalbum: Storm the Studio. De elektronische revolutie in de popmuziek van de jaren tachtig (samples, sequencers, scratches en synthesizers) was grotendeels volbracht. Het had nog één harde schop onder de kont nodig: een flinke dosis waanzin en energie. Nou, daar wilden de heren van Meat Beat Manifesto wel voor zorgen.
Storm the Studio is precies wat de titel aangeeft. De band stopte dertig jaar popmuziek in een koffertje, bestormde de studio en kwam er weer uit met… Ja, met wat eigenlijk? Een remix-album avant la lettre. Storm the Studio bestond uit vier tracks (God O.D., Re-animator, Strap Down en I Got the Fear), allemaal in vier zeer uiteenlopende mixen, elk nummer nam een plaatkant in beslag. Doordat alle tracks zo van elkaar verschilden klonk Storm the Studio als een volwaardig en compleet album. Tig etiketjes – die ze zo mooi weten te verzinnen voor elektronische muziek – waren van toepassing op de plaat: hiphop, noise, industrial, electronic funk, dub, noem maar op. Alles werd keihard in je gezicht geslingerd, met een sausje waanzin verzorgd door dj Gregg Retch en zanger/rapper Jack Dangers.
Wisten wij veel
Bovengenoemde elektronische revolutie heeft veel goed gedaan voor de popmuziek in brede zin. Toch waren er ook minder leuke effecten. Tot op de dag van vandaag is er niks zo vervelend als een live optreden van een elektronische act. Muzikaal mag er wel wat te genieten zijn, visueel is het armoe troef. Wat valt er nou te beleven aan wat muzikanten (m/v) die verstopt staan achter een batterij elektronica?
De verwachtingen voor Meat Beat Manifesto in het Utrechtse Tivoli (februari 1989) waren dusdanig. Het zou een feest voor de oren worden, daar waren we zeker van – we kenden Storm the Studio inmiddels uit ons hoofd. ‘Waanzin-rapper’ Jack Dangers zou misschien wat gekke dingen op het podium uithalen, maar dat was het dan wel. Wisten wij veel… Het podium deed niets anders vermoeden. We zagen wat draaitafels en samplers, geen videoschermen of monitors die een optreden nog wel eens kunnen opleuken.
Stoot in de maag
De zaallichten gingen uit, de rookmachines gingen aan. Op het podium ontwaarden we drie schimmen, die niet veel meer van doen hadden met de menselijke anatomie. Tegelijkertijd barstte het lawaai los en ging de stroboscoop aan. Een stoot in de maag. En dat zou zo blijven. De anatomische ‘elephant men’ bleken drie dansers in schubbige kostuums met extra lange stelten. Maar veel konden we daarvan niet zien. De rook, de flikkerende stroboscoop en de harde beats ontnamen ons alle zintuigen. Gebeurde er echt iets op het podium of hallucineerden we?
Gevaarlijk
Hoe lang heeft het allemaal geduurd? Tweeënhalf uur? Tien minuten? Een blik op het horloge wees uit dat Meat Beat Manifesto op de kop af een half uur bezig was geweest. Erg kort voor een traditioneel concert, maar deze aanslag op de zintuigen had niet langer moeten duren. Dat zou gevaarlijk zijn geweest.
Lyrisch
Net zo kort als de concerten zelf waren, was de Hollandse tour: twee losse optredens en een performance tijdens het Amsterdamse Tegentonen-festival. Critici waren lyrisch. Popjournalist Corné Evers maakte het helemaal bont. In Muziekkrant OOR schreef hij:
“Harde beats klinken, afgevuurd als een vernietigend mitrailleursalvo. Ergens in het publiek laat een meisje zich op haar knieën zakken. Een gulp wordt open geritst, onhoorbaar door het donderende geweld dat van het podium komt. Tanden en lippen grijpen gulzig toe en beginnen het groeiend vlees te bewerken.”
Een hallucinerende trip of een seksuele ervaring? Meat Beat Manifesto liet Nederland in verwondering achter.