Model/Actriz – Dogsbody

Dit is godverdomme wel de lekkerste postpunk-plaat van het jaar, ja! Scherp. To-the-point. Hard. Non-conformistisch. Confronterend. Schokkend. Sexy. Vies en vleselijk op een bijna David Cronenberg-achtige manier, maar je kan er wel op dansen.

Pigfuck
Postpunk is trouwens niet eens zo’n goede benaming voor de debuutplaat van het kwartet Model/Actriz uit Brooklyn, New York. Er zijn andere labeltjes om te plakken: ‘post-no wave’, ‘industrial dancepunk’, ‘indie sleaze’, ‘noiserock’, ‘danceable mathrock’ of ‘American post-noise-dance’, je kunt het zo gek niet verzinnen of het komt langs in de juichende stukken van de Engelse en Amerikaanse media. (Niet de Nederlandse, hier wordt de band stelselmatig genegeerd.) Nog veel meer vergelijkingen dan labels lees je terug. Zo klinkt Model/Actriz achtereenvolgens als black midi, Black Country New Road en Big Black, Throbbing Gristle en Xiu Xiu, Liars, LICE en LCD Soundsystem. Pfff, ga er maar aan staan. De journalist Robert Christgau geeft nog de beste omschrijving. Hij noemt het genre ‘pigfuck’ en schaart daar naast Model/Actriz ook bands als Mandy Indiana, Chat Pile en Gilla Band onder.

Blauwdruk
Er is een naam die ik nergens teruglees, maar die niet eens zo’n gekke associatie is: Queen. Want Model/Actriz heeft een Queen-blauwdruk. De band heeft een rete-strak ritmetandem met drummer Ruben Radlauer en bassist Aaron Shapiro en een far-out briljante gitarist in de vorm van Jack Wetmore. En er loopt een Freddie Mercury rond. Het is alleen een abjecte, gore underground-Freddie en hij heet Cole Haden. Die is net zo gay, heeft hetzelfde charisma, eenzelfde diva-achtige moustache en dezelfde voorliefde voor opera en melodrama als de Queen-zanger (Cole Haden noemt Lady Gaga, kunstenares Marina Abramovic en de musical Cats als belangrijkste inspiratiebronnen). Het enige verschil? Cole Haden zingt niet, hij declameert, bezweert en schreeuwt.

Ziekelijk
Net als Queen viert Model/Actriz de body-culture, maar dan wel de meest duistere variant daarvan. De penis op de hoes spreekt boekdelen. Dogsbody druipt van de slasher en de seks. Bloed en sperma. Lappen vlees vliegen je om de oren. Het album begint in Donkey Show met Cole Haden scrollend door Grindr. Een hele andere bodycount hoor je terug in Mosquito. Dan wordt het grimmiger en grimmiger. Het lichaam als een Francis Bacon-schilderij komt terug in Slate en de adoratie daarvoor klinkt door als een vorm van mental illness. Een nummer over de Heilige Maagd Maria wordt een homo-erotische anthem. Het zwartst is het ziekelijke nummer Sleepless, waarin de protagonist opgebaarde misvormde lijken natekent en die vergelijkt met zijn slapende lief op het bed. ‘J.G. Ballard met borderline’, wordt Cole Haden ergens genoemd en dat lijkt me een rake omschrijving.

10 x Big Black
De plaat duurt maar kort: 37 minuten en 56 seconden. Want er staat geen noot teveel op. Het geluid van producer Seth Manchester (Lightning Bolt, Lingua Ingnota, Battles) is letterlijk messcherp en dat doet de band goed. Wat een vette power! Het klinkt alsof je tien Big Black-platen tegelijk draait. De dwingend dissonante dansbeats, die de eerste vier nummers kenmerken, drogen eventjes op in het dramatische nummer Divers waarin Cole Haden zich ook vocaal van zijn meest kwetsbare kant laat zien. Maar dan komt Model/Actriz nog sterker terug met het setje Amaranth, Pure Mode en Maria. De slepende noise in Sleepless doet de balans op de plaat – tussen dansen en panikeren – definitief omslaan naar paniek. Dit is niet dromerig, dit is pure nachtmerrie.

Nee, dit is geen léuke plaat hè. Heeft Dogsbody jou bang gemaakt? Mooi, dat was precies de bedoeling. De wereld heeft meer van dit soort ontregelende platen nodig.

Alle beste albums van 2023:

It Dockumer Lokaeltsje – Trump Yn Makkum

Trump is een lul. Altijd al geweest. Dat was hij ook in 1988 en het Friese dorp Makkum kan er nog steeds niet over uit.

Wat wil het verhaal? In 1987 geeft de vastgoedmagnaat aan de scheepswerf Amels in Makkum de opdracht om het enorme jacht Trump Princess te renoveren. Die had de Donald gekocht van de rijke oliesjeik Adnan Khashoggi (oom van de in stukken gesneden journalist, maar dat terzijde). In januari 1988 gleed de Trump Princess de Friese haven binnen. In mei kwamen Donald en Ivana Trump met een helikopter naar Makkum om polshoogte te nemen. Het hele dorp liep uit, maar na vijf minuten was het stel weer verdwenen. De opdracht van 17 miljoen gulden was de redding voor Amels, die op het punt stond om failliet te gaan. En het werd nog mooier: in 1989 gaf Donald Trump opdracht om voor 330 miljoen gulden een heel nieuw schip te bouwen: de Trump Princess II. Het betekende dat Amels flink kon investeren in faciliteiten en personeel. Het dorp juichte!

Maar Trump raakte in de financiële problemen en de betalingen stopten. Om juridische gevolgen te voorkomen, verzon hij een list. In 1990 kocht de Trump Organization scheepswerf Amels. Na de koop werd meteen de bouw van de Trump Princess II stopgezet en de order geannuleerd. Vervolgens werd Amels weer doorverkocht. Zo had Donald Trump contractbreuk afgewend. Het schip is er nooit gekomen. Amels overleefde ternauwernood, maar heeft veel mensen moeten ontslaan. Nog steeds praat men in het dorp liever niet over deze vernedering uit de vorige eeuw.

Het was in dezelfde tijd dat zo’n dertig kilometer verderop – in Leeuwarden – drie vrienden van het Stedelijk Gymnasium een band begonnen. Zanger, tekstschrijver en bassist Peter Sijbenga, gitarist Sytse J. van Essen en drummer Fritz de Jong vernoemden hun band naar de beroemde 19e eeuwse stoomtrein: It Dockumer Lokaeltsje. In 1987 brachten ze de legendarische mini-elpee Wil Met U Neuken! uit, met daarop het alternatieve VPRO-hitje Klúnen Yn’e Dúnen. Hun referenties? No wave, postpunk, Sonic Youth, Wire. Rammelend en absurdistisch zwoegden ze zich voor korte tijd over de Nederlandse podia. Kort daarna begon Sijbenga de band Deinum. Van Essen en De Jong gingen verder in LUL (Lui Uit Leeuwarden). Het duurde een kwart eeuw voordat It Dockumer Lokaeltsje weer op de rails werd gezet. Na twee goede platen in 2017 en 2020 – en een Nederlandstalige versie van het album Alles Ist Gut van Deutsch Amerikanische Freundschaft (DAF) – werd het dit jaar tijd voor Trump Yn Makkum, de musical.

Alhoewel een musical? Er is een titel. Er is een triomfantelijke tekstregel: “Finansjeel is it rûn, wy ha goud yn’e hannen!” En er is een QR-code op de achterkant van een cd-hoesje. Als je die volgt vind je een virtuele schandpaal en een script. Dat is alles wat er is. Heel fijn, want zo’n halfslachtig amorfe aanzet tot ‘een soort van’ is natuurlijk typerend voor It Dockumer Lokaeltsje. En of die musical er ooit echt gaat komen? “Dat wytte wy net”, zegt Sijbenga tegen de Leeuwarder Courant, maar in de Volkskrant mijmert hij over een mogelijke uitvoering met de plaatselijke drumband Hallelujah.

Hoe dan ook. Het was aanleiding tot een van de leukste albums van 2023. De cd Trump Yn Makkum is weer net zo vrolijk anarchistisch als Wil Met U Neuken! destijds. Avantgardepunk. Doorgedraaid en tegendraads. Amusant. Heerlijk. DAF hoor je weer terug in het openingsnummer Kapsalon. Maar ook jeugdidolen als Wire (in Mieke Het Un Droan Kocht), zo zeggen ze op hun Bandcamp-pagina, en DEVO en No Means No (in Alle Hat Alles en  Poddestuolleding). Het erg fijne nummer Frosketrollen is Adam & The Ants, maar dan verkeerd begrepen – aldus It Dockumer Lokaeltsje. Uiteraard zijn er ook weer associaties met de stompende fanfarepunk van De Kift en de onnavolgbare liedjes van Meindert Talma. De meeste teksten hebben niks meer van doen met Donald Trump. Ze kregen al gauw genoeg van hem, vertelt Sijbenga. “Dêr hinget sa’n ferskrikilik negative enerzjy om dy man, dêr ha ik noait mei omgaen kinne. Wy binne gjin death-metal-band.” Nee, de nummers op de cd zitten vol met andere rare gedachtenkronkels. In het nummer Georgino Wijnaldum gaan ze tekeer tegen het ‘hutjekutjevolk’. Een tekst als It Frije Wurd Stjonkt Ut ‘E Bek spreekt natuurlijk boekdelen. En het boemeltje sluit af met het unheimische nummer Foar De Oarloch. Niet alleen onze opa’s en oma’s zijn van Voor De Oorlog, dat zijn wij allemaal. Want er komt altijd weer een oorlog. Die van onze opa’s en oma’s – WOII – komt nog even terug in het nummer Trump Yn Makkum De Musical II. Daar is de enige tekstregel: “Hiel wat Fryske skriuwers wiene foar de Dútsers.” En zo is de cirkel weer rond. Trump, Wilders, het fascisme lijkt helemaal terug.

Alle beste albums van 2023:

Lice – WASTELAND: What Ails Our People Is Clear

Dit jaar werd één ding duidelijk: 2021 stond in het teken van de postpunk. Dat kwam niet alleen door het fijne bijbeltje Postpunk Heden & Verleden van journalist Harry Prenger dat onlangs uitkwam, maar vooral ook door de vele goede platen die verschenen. Dry Cleaning, Squid, black midi, Black Country New Road, LICE… ik had deze Top 21 kunnen volplempen met postpunkplaten. Dat deed ik niet, dat zou een beetje te eenzijdig worden. Na lang wikken en wegen koos ik voor WASTELAND: What Ails Our People Is Clear als de ultieme schijf. Na nog langer wikken en wegen besloot ik alle vijf bovengenoemden hier even langs te gaan, maar allereerst het boek van Prenger.

Ik was tiener in de jaren ’80 en ben dus opgegroeid met postpunk. Die vrijheid, die originaliteit, die intensiteit. Ian Curtis en Joy Division waren weliswaar van voor mijn tijd, maar ik vrat van Throbbing Gristle/Psychic TV/Coil en The Popgroup/Mark & The Maffia. Ik zag The Fall en The Ramones in Sneek en The Cure op Pinkpop. Ik liep weg met ½ Mensch van Einstürzende Neubauten, Pink Flag en 154 van Wire en The Sky’s Gone Out van Bauhaus. Ik viel voor het activisme van The Slits en The Au Pairs. We dansten op At Home He’s A Tourist van Gang Of Four en Cities In Dust van Siouxsie & The Banshees. Juist daarom is het zo leuk wat er nu allemaal gebeurt. Veel van die intensiteit is er nog steeds, of alweer.

Engagement

Over wat de stroming precies behelst, verschillen de meningen. Zelf ben ik wel gecharmeerd van de brede definitie die Simon Reynolds hanteert in het standaardwerk Rip It Up And Start Again (Postpunk 1978 – 1984) uit 2005: alles vanaf 1979 – van heel experimenteel en vrij (denk Throbbing Gristle en The Popgroup) tot extreem hitgevoelig (ABC, Spandau Ballet of Human League 2.0). In het boek Postpunk Heden & Verleden hanteert Harry Prenger een iets minder brede definitie. Hij laat alle hitparadepop achterwege. In het eerste deel van zijn boek schetst Prenger de aanloop naar het ontstaan van postpunk eind jaren zeventig. Bij de inspiratiebronnen behandelt hij bijvoorbeeld kunststromingen als Dada en schrijvers als Baudelaire, maar ook David Bowie, Roxy Music, de Duitse Krautrock, dubreggae en Miles Davis. Belangrijke fakkeldragers als bijvoorbeeld PiL, BBC-dj John Peel, Joy Division, Gang Of Four, The Fall, Throbbing Gristle en Echo & The Bunnymen komen aan bod. En niet onbelangrijk: Harry Prenger legt de nadruk op het sociaalmaatschappelijk bewustzijn en politiek engagement van de eerste stroming.

Hors categorie

In het derde deel maakt de schrijver een sprong uit de jaren ’80 naar nu. Onder de titel Revolt Into Style beschrijft hij bands als TV Priest, Idles , Fontaines DC, The Murder Capital, Squid, black midi en LICE. Tenslotte is er volgens Harry Prenger nog een ‘hors categorie’ door alle jaren heen en dat is de band Wire. (Daar kun je wat van vinden.) Postpunk Heden & Verleden eindigt daarna nog heerlijk met een lijst aan essentiële postpunkplaten van toen en nu (waaruit blijkt dat ik ook nog wel wat huiswerk heb te doen).

2022

Laten wij nu ook maar eens in het heden blijven – en kijken naar de nabije toekomst. Want na 2021 zal ook het jaar 2022 in het teken staan van de postpunk. De meeste bands die dit jaar een album uitbrachten, staan volgende zomer ergens op de Nederlandse festivals. Dus stop met alle varianten van corona, we willen straks dansen op de festivalweides! Maar eerst nemen we de oogst van afgelopen jaar eens door.

LICE – WASTELAND: What Ails Our People Is Clear

Dit is het postpunkalbum van het jaar als je me het vandaag vraagt, morgen of overmorgen kan het weer een ander zijn. LICE lijkt het meest compromisloos, het meest extreem en het meest boos in deze postpunkgolf. Ze gaan erg ver in hun experimenteerdrift. Misschien zijn ze ook wel het meest pretentieus, intellectualistisch en literair (Kurt Vonnegut, William S. Burroughs, dat soort spul). Deze plaat is dan ook een conceptalbum. Er zit een soort van magisch-realistisch sciencefictionverhaal achter. De band uit Bristol is op haar best als ze hallucinerend hard gaat en zenuwachtig stompt, zoals op opener Conveyor en later op R.D.C. of Arbiter. Als invloeden noemen ze zelf Bauhaus en The Birthday Party en dat is te horen. Tel daarbij op de paniekerige schreeuw van zanger Alastair Shuttleworth en je apocalyptisch speelkwartier is compleet.

Black Country, New Road – For The First Time

Zes lange jams van een weird postjazzpolkaskapunk-collectief, zo kun je For The First Time het best omschrijven. Voor al uw gestoorde feestjes en partijen. Het is een vreemde mix van mathrock, klezmer, postrock, free jazz en punk. Vaak klinken de zeven jonge musici uit Londen swingend, soms spannend. Dramatisch (in de goede zin van het woord) wordt het als zanger/gitarist Isaac Wood zijn strot opentrekt, zeker in nummers als Sunglasses en Science Fair, waarop hij het wanhopig uitschreeuwt: “IT’S BLACK COUNTRY OUT THERE!” Dat is geen flauwe verwijzing naar de bandnaam, maar een statement over de donkere post-Brexit coronaperiode waarin Engeland zich nu bevindt. Goosebumps! Een jaar na het verschijnen van dit album, zal in februari 2022 opvolger Ants From Up Here het levenslicht zien.

black midi – Cavalcade

In mijn optiek maakte black midi met Schlagenheim de plaat van het jaar in 2019. Hun debuut was even onnavolgbaar als origineel, maar stond vooral bol van de technische hoogstandjes. Soms leek het wel of er twee nummers tegelijkertijd werden gespeeld. Zou de Londense band dit ooit kunnen evenaren? Jazeker, zo bleek in 2021. Sterker nog: ze wisten hun neurotische speedsound nog wat te verbreden met bijvoorbeeld een croonerballad over Marlene Dietrich en een bombastisch orkestraal stuk van bijna tien minuten: Ascending Forth. De plaat is misschien nog wel indrukwekkender dan Schlagenheim, al is de verrassing er wel een beetje af. We weten nu wel dat black midi ongelooflijk goed is. Vooral live zijn ze sen-sa-tio-neel. Gaat dat zien.

Dry Cleaning – New Long Leg

Vreemd genoeg komt Dry Cleaning niet voor in het postpunkboek van Harry Prenger, terwijl ze met New Long Leg een van de fijnste postpunkalbums van het jaar uitbrachten. De plaat drijft op scherp gitaarwerk (op slotstuk Every Day Carry horen we zelfs echo’s van Frippertronics voorbij komen), stuwende bassen en vooral de sexy onderkoelde spoken word-voordrachten van zangeres Florence Cleopatra Shaw. Wat een geweldig grappige teksten maakt die vrouw! De hele plaat is superdansbaar, maar heeft ook iets mysterieus in de beste postpunktraditie. Ik verheug me er nu al op om de band live te zien op Down The Rabbit Hole.

Squid – Bright Green Field

Squid uit Londen was dit jaar een beetje het lievelingetje van het verzamelde journaille. (Zou het er mee te maken hebben dat hun debuutplaat op het pretentieuze WARP-label uitkwam?) Hoe dan ook: klim nu niet meteen in de gordijnen, want de recensenten hadden een punt. De springerige Talking Heads-achtige postpunk van Squid is speels, intens en origineel. Okselfris! We horen hoekige gitaren, brullende blazers, lichte elektronica en een maniakale man daarvoor. Inspiraties komen uit de jazzrock, mathrock en krautrock, maar dan gespeeld met speed achter de kiezen en een gezonde vlaag paranoia door het hoofd. Squid is niet suf namelijk. Ook zij staan op Down The Rabbit Hole, begin juli 2022. Dat wordt dansen en springen!

Alle beste albums van 2021: