The Smile – A Light For Attracting Attention

Het avontuur begon in mei 2021 met een cryptische post op de Insta van Thom Yorke: een sinister gedichtje van Ted Hughes over een ‘smile’. Drie dagen later stond er een onbekende band op de benefiet-editie van Glastonbury en verklaarde Yorke de nieuwe naam: “Not the Smile as in ha ha ha, more the Smile of the guy who lies to you every day.” Het avontuur eindigde (vooralsnog) deze zomer met een aantal indrukwekkende optredens op festivals – bijvoorbeeld op Down The Rabbit Hole. We stonden ons aan de rand van het podium te vergapen. Alle fuzz was niet voor niets!

Want in de tussentijd was de geruchtenmachine over optredens van The Smile op gang gekomen. Geheimzinnig. Gedurfd. Opwindend. Er was een trits singles en het hoogtepunt was het verschijnen van het album A Light For Attracting Attention (wat een toepasselijke naam) in mei 2022. Het is het beste Radiohead-album sinds Amnesiac uit 2001. Alleen… het is geen Radiohead.

The Smile is wel de creatieve as van Radiohead: zanger/multi-instrumentalist Thom Yorke en gitarist/multi-instrumentalist Johhny Greenwood. De jeugdvrienden werken samen met jazzdrummer Tom Skinner – bekend van Sons Of Kemet en Floating Points. Een soort supertrio dus, en zeker geen spin-off. The Smile is meer dan de som der delen. Je zou het Radiohead-light kunnen noemen, maar dan in positieve zin. The Smile is op A Light For Attracting Attention veel lichter en speelser – en blijer! – dan de oude, zware band uit Oxfordshire. Melodieën en ritmes buitelen over elkaar heen. De energie en het spelplezier zijn hoorbaar in alles. Het is een verademing.

Is het dan ironie dat de plaat opent met het nummer The Same? Misschien. Het is het enige nummer waarop Yorke en Greenwood helemaal samen te horen zijn. Geen drums, geen blazers. No strings attached. Wel zacht pulserende synths. Het doet vaag denken aan Everything Is In Its Right Place op Kid A, decennia terug. Maar daarna slaat The Smile toch echt linksaf. Er is krautrock (We Don’t Know What Tomorrow Brings), er is onderkoelde afro-funk (geniet van dat baslijntje in The Smoke! – en dan die falset van Thom Yorke eroverheen: het is bijna Fela Kuti meets Marvin Gaye), er is een zweverige Thomas Dolby-ballad (Speech Bubbles roept herinneringen op aan The Flat Earth) en er is Sons Of Kemet-achtige springerigheid (The Opposite). The London Contemporary Orchestra heeft een grote rol op deze plaat. Alleen filmische ballads als Pana-Vision en Free In The Knowledge doen nog denken aan Radiohead-platen als OK Computer, maar dat geeft natuurlijk niet. Het is trouwens heeeel erg lang geleden dat er een meezinger als Free In The Knowledge uit de pen van Yorke kwam rollen. Een van de hoogtepunten op het album is de pure punk van You Will Never Work In Television Again, een keiharde #MeToo aanklacht tegen de vette Harvey Weinsteins, geniepige Voice Of Holland-coaches en Silvio ‘bunga bunga’ Berlusconi’s.

En dit heerlijke allegaartje werd deze zomer dus naar de grote podia gebracht. Het is even wennen voor het publiek, want Radiohead-klassiekers worden 0,0 gespeeld. Ook vergeten lijkt de stuurse houding die Thom Yorke met zijn oude band nog weleens op het podium had. Hij staat nu te grappen en de clown uit te hangen. Qua gekke dansjes steekt hij Talking Heads-zanger David Byrne naar de kroon. Op het podium staan twee sets met een batterij aan instrumenten. Daarop mogen Yorke en Greenwood zich uitleven. Beide wisselen bas, gitaar, piano, synths en allerhande effectapparatuur af, waarbij – en ook dat is een vertrouwd beeld! – Johnny Greenwood af en toe ook de strijkstok hanteert. Een derde set op het podium is helemaal volgebouwd met allerlei zware en lichte percussie-instrumenten. Hierop mag Tom Skinner helemaal loos gaan. Met z’n drieën meanderen ze zich door de vele ritmewisselingen, riffs en hooks van alle nummers op het album. De energie bouwt op en gaat liggen, bouwt op en gaat liggen. Het hele veld golft mee. Iedereen denkt: dit smaakt naar meer! En dat gaat er komen, zo bezweert Thom Yorke ons vanaf het podium. Een tweede plaat is in de maak.

Tot die tijd kunnen we ons vermaken met een live-album (opgenomen op het Montreux Jazz Festival). Of A Light For Attracting Attention nog eens op de draaitafel gooien.

Alle beste albums van 2022:

Iosonouncane – IRA

Ciao. Nog nooit had ik gehoord van Iosonouncane, het project van Jacopo Incani uit Buggerru, Sardinië. Toch is dit al zijn derde album na La Macarena Su Roma uit 2010 en DIE uit 2015. En blijkbaar zat heel Italië met smart op deze opvolger te wachten. Dat lange wachten werd beloond op 14 mei van dit jaar: de driedubbelaar IRA – wat zoveel betekent als ‘woede’ in het Italiaans – heeft een speelduur van maar liefst een uur en vijftig minuten. Geen seconde daarvan verveelt.

Lampedusa

Misschien moesten de Italianen er even aan wennen dat Iosonouncane niet langer in hun moerstaal zingt. Op IRA kiest hij voor Engels, Frans, Spaans, Duits, Arabisch, Berber en een soort eigen gebrouwen Esperanto. Het staat symbool voor de thematiek op de plaat. Incani vertelt verhalen van grenzen, bergen, woestijnen, rivieren, nomaden, migranten (dan denk je in geval van Italië al snel aan Lampedusa), maar ook over eenzaamheid, soldaten en gevangenissen (alweer Lampedusa?). Naast prison en soldiers hoor je titels als horizon, foule, sangre, cri, ojos en ashes.

Gothic

Wat zijn de muzikale associaties als je bijna twee uur naar de driedubbelaar zit te luisteren? Het is theatraal, zeer theatraal. Zelf zegt Jacopo Incani vooral naar oude jazz te luisteren: Duke Ellington en John Coltrane. Maar dat haal je er niet uit. Soms hoor je hier ambient en drones. Soms denk je: Radiohead. Een andere keer: The Swans. Een beetje Burial. Residents-stemmetjes hier en daar. Er klinkt progrock, krautrock en stonerrock. Rituele drums en chants. Techno. Vaudeville, folk en filmmuziek. Een misthoorn. Mahgreb-percussie. Huilende wolven. Bizarre soundscapes. En je hoort gothic vooral: De sfeer is steevast unheimisch en mysterieus. De zang klinkt alsof er vijf lagen stof onder de naald door gaan. Alles lijkt ver achter in de mix te zijn gezet. Alles klinkt dof. IRA is als een duister palet, vaag en donker als de hoesfoto. Die roept vooral vragen op. Dat doet dit album ook, zelfs na tig draaibeurten.

Canzones!

Het is bijzonder, al die talen en al die invloeden, voor een album dat misschien nog wel het meest staat in de traditie van de ‘canzone’. Dat is zeg maar de Italiaanse chanson, al is dat wat plat uitgedrukt. De traditie gaat terug tot de troubadours uit de Middeleeuwen die melancholieke liefdesliederen maakten. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw werd canzone een beetje een singer-songwriter-ding – van de cantautores – en uit die tijd stamt ook de inspiratie voor de naam Iosonouncane. Dat is ontleend aan het liedje Io Sono Uno van Luigi Tenco. Misschien moeten Matthijs van Nieuwkerk en Rob Kemps ook eens in deze materie duiken? Zullen ze dan uitkomen Jacopo Incani uit Buggerru? Ik waag het te betwijfelen. Daarvoor zijn zijn canzones te weird en te ontaard. Of is onaards een beter woord? … Si, IRA e ultraterreno magnifico.

Alle beste albums van 2021:

Kele – The Waves Pt. 1

Londen in lockdown. 2020. Piccadilly Circus is verlaten. De wind raast over het lege Trafalgar Square. De eekhoorntjes uit Kensington Gardens beklimmen de Royal Albert Hall. Er is geen mens te zien. Vossen sluipen ’s avonds door de straten. Ja, er loopt toch iemand, ergens rond Covent Garden. Het is Kelechukwu Okereke. Kele wandelt iedere avond door de mysterieus stille stad. Hij ziet de eekhoorns en de vossen. Hij hoort niets. Dat hoeft ook niet. Londen is stil. Kele kan helemaal opgaan in zijn eigen muziek die hij eerder die dag heeft opgenomen. Het zijn de hoogstpersoonlijke lockdown-luistersessies waar hij zo van is gaan houden. Pas in 2021 mogen wij ook meeluisteren. Dan verschijnt The Waves Pt. 1.

Minimaal en minimal

Ja, dat is inderdaad de zoveelste lockdown-plaat. Nou en? Hij is geweldig! Kele Okereke is (was?) de frontman van Bloc Party, maar dit is inmiddels zijn vijfde soloalbum. De vorige kwam uit in 2019, heette 2042 en was een nogal bombastische black awareness-rapplaat. Het is een groot contrast met het minimale én minimal geluid van The Waves Pt. 1. Dat is ook wel logisch. Door de corona-opsluiting moest Okereke deze plaat wel alleen maken. Dat deed hij in de vrije uurtjes na de zorg voor zijn baby en zijn peuter. Hij legde laag op laag, samplede gitaarloopjes, herhaling op herhaling, zo ontstonden minimale gitaarklanktapijtjes. Kele speelde soms piano, zong vaak falsetto, maar een aantal nummers zijn instrumentaal. Op de plaat klinkt nauwelijks bas en geen drums. Naar eigen zeggen liet Kele zich inspireren door filmsoundtracks en klassieke muziek. Wat een open deur! Maar als je je open stelt, hoor je na een tijdje wel associaties met Philip Glass, Steve Reich en zelfs met Arvo Pärt en Glenn Branca.

Contrasten

Ondanks die minimale opzet is The Waves Pt. 1 heel divers geworden. Opener Message From The Spirit World klinkt nog best heftig, met scheurende gitaarsamples. They Didn’t See It Coming is een ‘spoken word in bedroom voice’ over rellen in Londen na de moord op George Floyd. Kele ziet mensen dansen in het gebroken glas van winkelruiten en hij ziet de wilde vossen die hem aankijken. Maar het klinkt allemaal een beetje onderkoeld à la Jonathan Richman of Billy Bragg. Best een contrast met het dramatische jaloezienummer dat daarop volgt: The Way We Live Now. “Did you really think that I wouldn’t notice the way you look at him?” schreeuwt Kele uit. De loopjes in How To Beat The Lie Detector zijn juist weer een beetje drollig en onbeholpen. Leuk. Dungeness is een niets-aan-de-hand variatie op Exit Music (For A Film) van Radiohead. De welkome afwisseling op Nineveh is dat Kele zijn gitaar afdoet en zijn effectapparatuur even uitzet. Hij gaat achter de piano gaat zitten voor een hypnotiserend riedeltje. Als daar enige tijd later een Robert Fripp-achtige psychedelisch zwevende gitaar invalt is dat helemaal goed. Buitengewoon aangrijpend is het instrumentele The Patriots. Het is een dreigend nummer waarin je met een beetje fantasie de rechtsextremisten door de straten hoort marcheren met op de achtergrond een aanzwellend onweer. Spooky! Het nummer daarna, Intention, is een soort lieflijke parodie op zelfrealisatiecoachingtherapie ofzoietsofzo, vol vriendelijke minimal gitaarloopjes en daaroverheen een tape van een therapeute die uitlegt geeft over ‘getting positive flow in your life’.

Treurige Bronski

Mijn eerste kennismaking met The Waves Pt. 1 was door het nummer Smalltown Boy. Jawel! Een cover van het Bronski Beat homo-anthem. (RIP Steve Bronski.) Kele heeft alle disco er vakkundig uit gesloopt. Daarvoor in de plaats komen geheimzinnig diepe klanken en een eenzaam gitaarloopje. De hoge falset blijft. Die kan Kele Okereke net zo goed als Jimmy Sommerville. De aanpak legt hele andere aspecten van het treurige nummer bloot. Ga maar luisteren. Ik was meteen verkocht. De plaat eindigt crystal clear en okselfris met The Heart Of The Wave. En dan is er nog een bonusje: Cradle You. Dat is een lief en onbeholpen gitaarliedje voor bij het kampvuur. “It’s time to get up now. It’s time to rise”, zingt Kele dan tot slot.

Het enige dat je je dan nog afvraagt is: waarom heet deze prachtplaat Pt. 1? Wanneer komt er een The Waves deel twee? Wanneer is Londen weer stil en ziet Kele Okereke de vossen opnieuw?

Alle beste albums van 2021:

Loraine James – Reflection

Dit jaar kwam de gezamenlijke reissue van de albums Kid A en Amnesiac uit (onder de welluidende titel Kid Amnesiac), de twee tech-gedreven platen die Radiohead rondom de millenniumwisseling maakte. Het was in die tijd dat Radiohead-frontman Thom Yorke hoog opgaf van Intelligent Dance Music, of IDM, zoals dat toen werd gemaakt door bijvoorbeeld Squarepusher, Aphex Twin en Autechre. Het maakte Yorke in zijn eigen woorden “just as emotional as I’ve ever felt about guitar music”. Dat was, en is anno 2021 nog steeds, een verfrissende uitspraak. IDM wordt vaak gezien als pretentieus, koud, mathematisch en gevoelloos. Muziek voor en door witte nerdy mannen.

Experimenteel

Dat niets minder waar is, had je al kunnen horen rond de eeuwwisseling. En als in 2021 een donkere LHBTQI-vrouw met haar variant op IDM komt, dan verdwijnt die associatie helemaal. Loraine James is een DJ/producer uit Enfield, Noord-Londen. Reflection is haar derde album en haar tweede voor het beroemde Hyperdub-label. Hierop zoekt ze de grenzen van de dansmuziek op – ondanks dat de plaat gemaakt is in haar slaapkamerstudio tijdens de eerste lockdown. Maar Loraine James spreekt niet graag over dans-, urban- of clubmuziek. Nee, naar eigen zeggen maakt zij ‘experimental music’. Dat is goed te horen op Reflection, al is het amalgaam aan IDM, drum ’n bass, drill, R&B, grime, trap, electro en dub nooit ver weg en staat de plaat bol van de gastoptredens uit de Engelse (en Zwitserse) dance-scene, zoals Xzavier Stone uit Zürich, drillrapper Le3 bLACK, emo-producer Baths, zangeres Eden Samara en rapper Iceboy Violet uit Manchester. Het album is loepzuiver geproduceerd en barst van de diepe bassen, ratelende en onvoorspelbare drumbeats, glitchy geluiden en zweverige synthpartijen. Alles klinkt vloeibaar als vroeger, maar er is niks kouds en mathematisch aan Reflection. Nee, de muziek is juist warm en gloomy, breekbaar en emotioneel. En het heeft iets elegants.

Speels

Weet je wat nou ook zo verfrissend is? Het ontbreekt Loraine James op dit album aan elke vorm van pretentie. Illustratief daarvoor is het nummer Self Doubt (Leaving The Club Early), ergens halverwege de plaat. Over een zachte soul-synth komen opeens allerlei videospelletjesgeluiden opzetten, alsof je een game-hal binnenloopt. En dan mompelt James iets als: “Sorry, I know you may not like this one. But it’s just fun, you know. It’s just fun.” Meteen daarna: “I know you might not like this one. So press the skip button.” En later: “Hate the music that I’m playing. That’s why you’re not staying, that’s there’s no dancing.” Net zo speels is het nummer Change. Over een Goldie-achtige beat en wat verdwaalde synthesizers mompelt ze een mantra: “What you gonna do about? What are you gonna do about it? Huh? What? What are you gonna do about it? Technical difficulties. What are you gonna do about it?” Dat is de integrale tekst van het nummer. Loraine James heeft haar mompelstem hier iets omhoog gepitcht, zodat je een effect krijg à la Fever Ray. Het maakt het nummer kinderlijk, maar ook vervreemdend en onaards. Simple Stuff heeft net zo’n bizarre sfeer, ‘Sprechgesang’ en ook zo’n korte tekst: “I like the simple stuff. We like the simple things… but what does that bring to me?” (Dat is het.) Speels, een songtitel als Insecure Behaviour And Fuckery zegt al genoeg. Van een totaal andere orde is titelnummer Reflection, een uitgebreid en aangrijpend spoken-word stuk over COVID en lockdown. De plaat eindigt met een laatste hoogtepunt: We’re Building Something New met een rap van duidelijk aangeslagen Iceboy Violet. Hij rapt over het verdriet van de ‘black community’ na George Floyd en het politiegeweld, en hamert op het belang van zwarte geschiedschrijving.

Loraine James maakte in lockdown een spannende, intrigerende plaat. Geen dansplaat, maar een luisteralbum. Eentje die niet in één vakje is onder te brengen. Eentje die zich niet meteen gewonnen geeft. Je moet er echt een aantal luisterbeurten aan besteden. Maar gold dat destijds niet ook voor Kid A en Amnesiac? Die hebben na twee decennia nog steeds grote impact. Zo zullen we in 2040 ook terugkijken op Reflection.

Alle beste albums van 2021:

Thom Yorke – Anima

We hebben in deze ‘19 van 19’ al een plaat gehad die niet los valt te zien van stedenbouw, eentje die niet los valt te zien van fotografie, eentje die is verbonden met literatuur en nu is het de beurt aan een plaat die is verbonden met cinematografie. Een korte Netflix-film welteverstaan. We hebben het over het album Anima van Thom Yorke en de film Anima van Paul Thomas Anderson.

Je kunt je afvragen of Anima een film is of een videoclip. Yorke en Anderson noemen het een ‘one-reeler’. Daarmee verwijzen ze naar de korte slapstickfilms uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Stomme films die genoeg hadden aan maar één spoel en dus tien tot vijftien minuten duurden. En het is niet alleen in lengte dat Anima refereert aan dat genre. Eigenlijk heeft Anderson een hedendaagse stomme film gemaakt bij drie van de negen tracks van het album Anima: Not The News, Traffic en Dawn Chorus. En… Thom Yorke worstelt zich daarin als een soort van Buster Keaton langs allerlei hindernissen om de danseres te volgen waar hij verliefd op wordt (Dajana Roncione, ook in real life zijn geliefde). De decors met steile wanden en lange schaduwen doen ook denken aan de twintiger jaren: ze zijn een verwijzing naar de expressionistische film Metropolis van Fritz Lang.
Anima begint als Yorke met de slapende reizigers in de metro een zombie-achtige dans doet van telkens inslapen en wakker worden. Tijdens Traffic is er een adembenemende choreografie op een bewegend hellend vlak, waarin de zanger zich telkens een weg moet banen door mensenmenigten. Uiteindelijk weet Yorke bij Dawn Chorus zijn liefde toch te bereiken en breekt de dageraad daadwerkelijk aan – inclusief elektronisch kwinkelerende vogeltjes.

Anima is inmiddels het derde soloalbum van Thom Yorke, naast zijn werk met Radiohead. Yorke is dit jaar vijftig geworden, dubbel zo oud als de creep die destijds debuteerde met de zoveelste grungeband en op MTV schreeuwde dat hij graag ‘so fucking special’ wilde zijn. Lange tijd gingen de carrières van Thom Yorke en regisseur Paul Thomas Anderson gelijk op. In de tijd van Creep maakte Anderson zijn debuut met de film Hard Eight – die echt in de schaduw stond bij films van generatiegenoten als Quentin Tarantino en de Coen Brothers. Radiohead en Anderson leken gedoemd tot voetnoot in de geschiedenis van de jaren negentig. Maar toen kwam het album OK Computer in 1997, tegelijk met de film Boogie Nights en band en regisseur werden ‘household names’. Helemaal toen Anderson in 1999 de klassieker Magnolia uitbracht en Radiohead in 2000 de elektronische plaat Kid A. En in 2007 volgden There Will Be Blood (film) en In Rainbows (plaat). Sinds Radiohead-gitarist Jonny Greenwood de soundtrack bij There Will Be Blood maakte, werken de Britse band en de Amerikaanse regisseur nauw samen. Een uitruil, zeg maar, de ene levert soundtracks, de andere levert clips.

Dat dansen van Thom Yorke in de Netflix-one-reeler, dat is wel een dingetje op het hele album Anima. Want Yorkes iele, treurige, spookachtige zang wordt begeleidt door hooks en grooves, bliepjes en beats – een beetje a la IDM-pioniers als Aphex Twin en Four Tet. In de lijn van Idiotheque op Kid A, twintig jaar geleden. We horen dub en electrosoul, maar ook epische stukken zoals de zeven minuten durende soundscape The Axe. De ene recensent noemt Anima Yorkes somberste plaat ooit. De ander noemt hem lichtvoetig, dansbaar, sexy zelfs (wie had dat ooit gedacht van die nerdy chagrijn?). En misschien is Anima wel allebei tegelijk. Thom Yorke vat het treffend samen in de track I Am A Very Rude Person. Daar waarschuwt hij: “I am breaking up the turntables, I am going to watch your party die”. Het blijft een creep, Thom Yorke zoveel jaar later, maar wel een geniale creep.

Alle beste albums van 2019:

Suuns – Felt

Over de vierde plaat van het kwartet Suuns uit Montreal werd een beetje teleurgesteld gedaan. De band zou niet meer hebben vastgehouden aan het dwarse geluid van haar voorgangers – met name Hold/Still uit 2016. Dat is een beetje elitair. Alsof je moeilijk moet klinken om interessant te zijn.

Het is Suuns in 2018 juist gelukt om dat gemaakte, bedachte los te laten, ten faveure van het losse, frisse geluid waar ze acht jaar geleden de wereld mee verrasten. Meer impact maken door wat lekkerder te gaan klinken. Hoe punk is dat? Dat is dwarser dan dwars. Heel meta allemaal.

Autotune
Meteen vanaf die eerste wriemelende gitaarklanken in Look No Further kruipt Suuns je daarom onder de huid als een shot anabolen of heroïne – wat u wilt. En Suuns blijft de volle drie kwartier in je aderen rondkruipen. De snoepjes die Suuns daarvoor gebruikt zijn krautrockritmes, een technobeat, een heus singersongwriter-liedje (dat volkomen logisch Peace And Love heet), jaren ’80 indierock, IDM en – godbetert! – autotune. Dat is wel andere koek dan de hoekige postrock, freejazz, shoegaze, artpunk met electro waarin Suuns de afgelopen jaren juist in excelleerde. Het is net zo’n onnavolgbare move als die Radiohead vaker maakt, en waardoor we zulke bands juist waarderen.

Leftfield
Ze hebben de laatste tijd veel naar mainstream-pop geluisterd, zo verklaren de vier in interviews. R&B, Frank Ocean, rapper Drake, dat soort dingen. Maar de band continueert doodleuk in haar creatieve gekte. Suuns blijft een uniek geluid houden, ergens ver weg in het leftfield van de popmuziek. Iets minder duister, maar ongemakkelijk, geheimzinnig zijn ze nog steeds. Elektronisch weggezet van de wereld, is het stemgeluid van zanger Ben Shemie nog altijd afstandelijk. Niet verveeld of emotieloos, maar ook niet echt warm vibrerend. Trouwens, zo’n nummer als After The Fall, met van die industrial gitaarerupties, had niet misstaan op het vorige album. Net als het korte instrumentaaltje Moonbeams. Da’s vintage-Suuns.

Kid A
Een van de meest fascinerende tracks op Felt is Control, een hypnotisch nummer waarin Shemie duelleert met opgenomen stukken uit speeches en gesprekken. Daydream is gekkigheid op een hyperpunkbeat waarin alles gaat oversturen, ook de autotune. Lekker, hoor. Bij de afsluiter Materials heeft Suuns de trashy artpunk van de vorige platen helemaal van zich afgeschud ten faveure van subtiele IDM. Je krijgt er een beetje een Radiohead/Kid A-gevoel van – zo anders opeens kan een band dus klinken.

Pusherman
Geïnteresseerd geraakt? Make It Real is een van de meest geruststellende of toegankelijke nummers op de plaat, vol zoete synthesizerklankjes over een laidback achtergrond. Als je ooit een begin wil maken in de weirde Suuns-wereld, dan zou het met deze track kunnen zijn. Grote kans dat je als een junkie alleen maar meer wil. Dan is Felt een succesvolle pusherman geweest.

Alle beste albums van 2018: