Jaaroverzicht 2023

Het was het natste en warmste jaar ooit. Bosbranden en extreme droogte teisterden de wereld. Oekraïne bleef onder vuur liggen van de Russen. Er brak een heftige oorlog uit in Gaza. In Nederland dreigt er een fascistoïde regering aan te treden, want het volk stemde vanuit een racistische onderbuik. LHBTQI+ers worden beschimpt op social media en in real life in elkaar geslagen. En corona is nog steeds onder ons. We leven in duistere tijden. Tegelijkertijd was 2023 een gloedvol en strijdbaar muziekjaar! Gelukkig maar. Dat biedt de hoop en troost die we zo hard nodig hebben.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Dus hou elkaar maar even vast en luister naar mijn 23 van 23. Je hoort heel veel positieve en gloedvolle soul (Gabriels, Kelela, Cleo Sol, Durand Jones en vooral ANOHNI and the Johnsons). De eclectische Young Fathers kunnen er ook wat van! Er zijn melancholische herinneringen aan de trotse stad Kyiv. PJ Harvey, John Cale en Peter Gabriel maakten na jaren stilte weer bloedmooie platen. En er zijn blije uitstapjes naar Tunesië, Japan, India, Brazilië, Oeganda en Nigeria. Het is mooi om te zien dat Engeland en Amerika de wereldheerschappij allang hebben opgegeven als het gaat om vooruitstrevende muziek. Alleen op het gebied van hiphop (Aesop Rock en JPEGMAFIA/Danny Brown) en techno (Speaker Music) spreken ze nog een woordje mee.

Hier is de gehele lijst. Lees de recensies in de links:

  1. ANOHNI and the Johnsons – My Back Was A Bridge For You To Cross
  2. Peter Gabriel – i/o
  3. Ruhail  Qaisar – Fatima
  4. John Cale – MERCY
  5. Tujiko Noriko – Crépuscule I & II
  6. Kelela – Raven
  7. Kara Jackson – Why Does The Earth Give Us People To Love?
  8. Young Fathers – Heavy Heavy
  9. Ambassade – The Fool
  10. Gabriels – Angels & Queens
  11. DJ K – Panico No Submundo
  12. JPEGMAFIA & Danny Brown – Scaring The Hoes
  13. Cleo Sol – Gold
  14. PJ Harvey – I Inside The Old Year Dying
  15. Model/Actriz – Dogsbody
  16. Heinali – Kyiv Eternal
  17. Durand Jones – Wait Til I Get Over
  18. Speaker Music – Techxodus
  19. It Dockumer Lokaeltsje – Trump Yn Makkum
  20. AUNTY RAYZOR – Viral Wreckage / MC Yallah – Yallah Beibe
  21. Matthew Herbert & London Contemporary Orchestra – The Horse
  22. Aesop Rock – Integrated Tech Solutions
  23. Deena Abdelwahed – Jbal Rrsas جبل الرصاص

Luister de hele 23 van 23 op Spotify:


Zoals altijd was het eigenlijk ondoenlijk om zo’n lijst te maken. Met pijn in mijn hart heb ik albums moeten buitensluiten. ‘Bubbling under’ zijn onder andere de fijne comebackplaat van – helaas nu duo – Depeche Mode (Memento Mori), Tirzah die goed uit de hoek komt op de plaat met de vreemde titel trip9love…??? en de samenwerking tussen Armand Hammer, billy woods en E L U C I D onder de naam We Buy Diabetic Test Strips. Ik was ook zeer gecharmeerd van de retro-disco van Jessy Ware op That! Feels Good! en van Roisín Murphy’s experimentele pop op Hit Parade (ondanks haar nare slip of the tongue op social media). Loraine James zorgde zoals altijd weer voor kwaliteit. Dus je moet zeker Gentle Confrontation gaan checken! Xiu Xiu maakte met Ignore Grief een fijne duistere plaat en de ‘gothic’ samenwerking tussen Maud the Moth en trajedesaliva (Bordando El Manto Terrestre) was superinteressant. En dan heb ik het nog niet eens gehad over Judith Parts uit Estland (met Meadowsweets) en Galya Bisengalieva uit Kazachstan (Polygon). Ach, zullen we tot slot dan maar Yves Tumor noemen met de langste albumtitel van 2023: Praise A Lord Who Chews But Which Does Not Consume (Or Simply, Hot Between Worlds).

Het is trouwens opvallend hoeveel oude knakkers dit jaar weer prima platen maakten. Naast Depeche Mode, John Cale, PJ Harvey en Peter Gabriel heb ik ook genoten van A Certain Ratio, Everything But The Girl, Sparks, Pere Ubu, Laibach, Sigur Rós, OMD, Lol Tolhurst/Budgie/Jacknife Lee, Madness, Vince Clarke, Arbeid Adelt! en Charles Hayward (met zijn band Abstract Concrete). Zelfs de Rolling Stones maakten weer een aardige plaat, voor het eerst sinds Tattoo You uit 1980…

De beste platen uit Nederland waren – naast Ambassade en It Dockumer Lokaelstje – van Piiptsjilling, Spinvis, Sophie Straat en De Jeugd van Tegenwoordig.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Song van het jaar

Hier wilde ik dus bijna de Rolling Stones met Lady Gaga noemen, met hun verrassend sterke Sweet Sounds Of Heaven. Verrassend goed was ook Christine and the Queens met het nummer Full Of Life (opgebouwd uit de kitscherige maar stiekem o zo mooie Canon in D van Johan Pachelbel). Olijke tracks als De Duck van Prins S en de Geit en Vrouw Van De Dominee (vertaling van Son Of A Preacherman) van Thijs Boontjes mogen niet onvermeld blijven. Maar dé song van het jaar Bull Believer van Wednesday!! Heerlijk, hoe een traditionele rocksong kan ontsporen in ontregelde noise. Luister maar:


Clip van het jaar

Om Putin te pesten zou ik hier de recente clips van Pussy Riot moeten noemen (Dance With The Devil, maar vooral de kortfilm Putin’s Ashes). Maar eerlijk is eerlijk, de allerbeste clipmakers van 2023 zijn de postrockband Squid. The Blades is fascinerend, maar de dromerige drukte in Swing (In A Dream) is helemaal adembenemend!
Ach, weet je, ik doe ze gewoon allebei (#FuckPutin).


Muziekboeken

Ik heb dit jaar veel te weinig muziekboeken gelezen, maar ik kan we een top 3 samenstellen. Op 3 staat dan de recensiebijbel van OOR met mooie illustraties van Typex. Op 2 zet ik Nick Soulsby met Everything Keeps Dissolving – Conversations With Coil, met een dwarsdoorsnee uit interviews die mijn helden John Balance en Peter ‘Sleazy’ Christopherson gaven tussen 1983 (toen ze Coil begonnen) en 2004 (na de dood van Balance).

Maar het beste boek vormt de geschiedenis van labeleigenaar Stevo en Some Bizzare Records in Conform To Deform van Wesley Doyle. Lees alles – in hun eigen woorden – over Soft Cell, Coil, Foetus, The The, Test Dept en Einstürzende Neubauten. Ik raakte zo geïnspireerd dat ik er m’n eigen Spotify-lijstje bij maakte:


Re-releases, compilaties

Ach, ik heb maar even een Top 10 van de beste re-releases gemaakt. Met opvallend veel heruitgebracht werk uit de jaren tachtig. Zelf werd ik wel een beetje emotioneel van het wederzien met From Brussels With Love, de plaat met onder andere Thomas Dolby, Harold Budd, Michael Nyman en John Foxx – waar ik in mijn puberteit zoveel uur mee heb doorgebracht.

  1. De La Soul – Three Feet High And Rising
  2. Soul’d Out: The Complete Wattstax Collection
  3. Blacklips Bar: Androgyns and Deviants, Industrial Romance for Bruised and Battered Angels, 1992–1995
  4. From Brussels With Love
  5. Chet Baker – Blue Room (The 1979 VARA studio sessions in Holland)
  6. Marlene Dietrich – Best MARLENE DIETRICH Movie Themes & Songs
  7. De Toekomst Laat Me Koud, De Nieuwe Nederlandse Golf 1980 – 1985
  8. Sonic Youth – Live In Brooklyn, Ny.
  9. Nasmak – 4our Clicks
  10. Holger Hiller – Ein Bündel Fäulnis In Der Grube
Foto: Sjef Prins – APA Foto

Concerten

Dit jaar heb ik behoorlijk veel acts zien voorbijkomen in Arnhem en in Nijmegen. Memorabel waren gothic queen Zola Jesus die de Stevenskerk tot in haar voegen deed galmen, in haar eentje achter de piano, en de industriële takkeherrie van Ruhail Qaisar voor twintig à dertig mensen in een kleine galerie. Paul Weller was erg goed in Doornroosje, met een dwarsdoorsnee uit werk van The Jam, The Style Council en solo. Zeer indrukwekkend waren John Cale in Paradiso Amsterdam en Peter Gabriel in Köln. Maar doordat ik bij die laatste was, heb ik misschien wel het concert van het jaar moeten missen: Young Fathers live op Best Kept Secret. Gelukkig staat het optreden integraal op YouTube. Waar ik voor de beeldbuis ook erg van heb genoten? Rick Astley (ja die!) en The Blossoms die op Glastonbury een set vol nummers van The Smiths speelden, met als eindconclusie dat Rick Astley een veel betere performer is dan Morrissey. Hahaha.


De doden

Sinds ik schrijf voor Ondergewaardeerde Liedjes, het leukste weblog van Nederland, heb ik al heel wat in memoriams moeten maken. Dit jaar herdacht ik daar onder andere Wim de Bie, Mark Stewart, Tina Turner (als achtergrondzangeres bij Frank Zappa), Sinéad O’Connor, Brian McBride van Stars of the Lid, Rudy Isley van de Isley Brothers, Kevin ‘Geordie’ Walker van Killing Joke en Shane MacGowan van The Pogues. Hoewel het er aan zat te komen was ik erg ontdaan van het overlijden van Ryuichi Sakamoto op 28 maart, overigens kort na zijn Yellow Magic Orchestra-maatje Yukihiro Takahashi op 11 januari. We eren de twee met een fragment van het Amerikaanse programma Soul Train uit 1980. De Japanners spelen Firecracker (toepasselijk in deze tijd van het jaar) voor een volledig zwart publiek. Het levert vreemde beelden op, een beetje vergelijkbaar met een paar jaar daarvoor toen het witte doorgesnoven halflijk van David Bowie daar kwam performen. Vervreemding met soul, dat is precies hoe we popmuziek willen zien!

Iemand schreef onder dit YouTube-filmpje: “Thank you Takahashi-san and Sakamoto-san for the great music. RIP.” … Thank you for the music, dat geldt ook voor 2023.


Fijne jaarwisseling en alle goeds voor komend jaar!

Hannah Peel – Fir Wave

Het nieuwste album van Hannah Peel gaat over natuur, milieu en duurzaamheid. Wat is er duurzamer dan recyclen? Dat geldt ook voor het hergebruiken van geluid. Voor Fir Wave neemt Hannah Peel het werk van vrouwelijke elektronische pioniers als Delia Derbyshire, Daphne Oram en de BBC Radiophonic Workshop uit de jaren zestig en zeventig op de schop. Dat betekent niet samplen, maar écht recyclen. Ze vertaalt de experimentele vroeg-elektronische geluiden naar de 21e eeuw.

Digitale instrumenten

De fragmenten van Derbyshire en de Radiophonic Workshop zijn nauwelijks nog herkenbaar. Delia Derbyshire is nog het meest bekend van de nerdy tune van de eerste BBC-serie Doctor Who uit de jaren zeventig, boomers zullen die nog wel kennen. Maar ze maakte vooral serieuzer werk. Hannah Peel werd door het archieflabel KPM gevraagd om Derbyshire’s album annex geluidenbibliotheek Electrosonic uit 1972 te herbewerken. Eerst weigerde Peel. Alleen maar wat remixen vond ze te makkelijk. Uiteindelijk laadde ze deze en andere geluiden in haar eigen computer en bouwde er nieuwe digitale instrumenten mee. Die gebruikte ze als bouwstenen om iets compleet nieuws te maken – maar dan wel in de geest van de vroeg-experimentele dames. Het is prachtig om te horen hoe toen en nu versmelten tot een organisch geluid.

Indruk op de Beatle

Hannah Peel (die op haarbeurt weer bekend is van de soundtrack bij Game Of Thrones: The Last Watch) is geboren in 1985 in Craigavon, Noord-Ierland. Ze studeerde aan het Liverpool Institute for Performing Arts, waar ze bij haar afstuderen grote indruk maakte op oprichter Paul McCartney – boomers zullen die nog wel kennen van de Beatles. Ze werd DJ op BBC Radio 3 (ze is overigens geen familie van John Peel), speelde in een folkband, deed orkestarrangementen voor Paul Weller en maakte eerder een analoge synth- en casio-plaat over haar heldin Derbyshire. Vorig jaar knutselde ze nog een mini-opera over de lockdown in elkaar.

Abstracte natuur

En in de lockdown rondde ze eindelijk het KPM/Electrosonic-project af. De titel van het album, Fir Wave, komt van een foto die Peel zag in het tijdschrift National Geograhic, van patronen met dennenbomen op een berg. Het zag er precies uit als een sinusgolf en dat is natuurlijk een Pavlov-dingetje voor een elektroakoestisch muzikante. Maar Hannah Peel zag er vooral ook de levenscycli in de natuur in. Geboorte, groei en dood. Het langzaam wisselen van seizoenen. Naast de oude elektronische componistes is beeldhouwster Barbara Hepworth uit Cornwall een inspiratie voor haar. Hepworth maakte abstract werk met aan de natuur ontleende vormen.

Subtiel en melancholisch

Zo’n laatste omschrijving zou ook op kunnen gaan voor de muziek van Hannah Peel op Fir Wave. Soms krijg je associaties met Brian Eno’s ambient werk en Music For Films, of de subtiele krautrock van het Duitse Harmonia. Soms heeft Fir Wave wel wat weg van de melancholische platen van Ryuichi Sakamoto. Bovenal klinkt alles heel logisch en natuurlijk. Hannah Peel houdt haar werk open en luchtig. Het klinkt warm en heeft nu en dan wat ruwe randjes. Het titelnummer is mooi en melancholisch rustiek als een Japanse tuin. Een nummer als Carbon Cycle heeft slepender cadans, maar klinkt ook ver weg en stil als een zomeravond aan het water. Patterned Formation is zweverig en eindigt in een zachte elektronische maalstroom. Het beetje stuwende Ecovocative doet in de verte wel een beetje denken aan de samenwerking van Simian Mobile Disco met het dameskoor Deep Throat op Murmurations. Een van de hoogtepunten is Emergence In Nature, een soort technotrack die opbouwt en opbouwt. Het zou het goed doen op Awakenings of Free Your Mind. Maar dan BAM: in de break vallen opeens de fagotten, violen en prehistorische elektronische geluiden van de Radiophonic Workshop in. Wat een moment!

Betoverend abstract

Het is een van de weinige oplevingen op de plaat. Verder blijft het betoverend abstract. Er zit iets dubbels in dit album: het vraagt aandacht voor de penibele staat van het milieu en de natuur op onze aardkloot, maar tegelijkertijd mist de muziek elke vorm van urgentie. (Ik bedoel dat niet negatief.) Misschien drukt Hannah Peel wel onze lamlendigheid en lethargie uit als het gaat om deze planeet – toen en nu.

Alle beste albums van 2021:

Happy birthday, Brilliant Trees

Op deze dag in 1984 bracht David Sylvian het album Brilliant Trees uit. So happy birthday!

Ik had vroeger – eind jaren tachtig hebben we het over – een vriendinnetje die tot over haar oren verliefd was op David Sylvian. Ja, ook op mij hoor, ik was niet ongelukkig. Maar het Grote Romantische Idool, de Androgyne Adonis, de Mythische Godenzoon was de voormalige zanger van de band Japan. Fijnzinnig, diepzinnig, en ook nog gezegend met een goddelijke stem. Ergens was het maar goed dat ik in de verste verten niet op hem leek. Zo bleef David Sylvian een onbereikbaar, abstract fenomeen.

Op deze manier vielen bosjes meisjes, vrouwen, voor de mooi-boy. Sophisticated Sylvian. Dat was leuk, zolang hij en zijn band nog poppy Roxy Music-gekleurde synthesizerwave maakten: Japan was zo’n typische new romantics-band zoals die in het Engeland van de jaren tachtig zoveel waren. Het probleem begon toen Japan steeds serieuzer muziek ging maken (zoals op de albums Tin Drum en Oil On Canvas). En dat bleek gaandeweg de solocarrière van David Sylvian steeds meer een ding te worden: de mooi-boy werd nooit zo serieus genomen. Hoe ver hij ook ging in zijn experimenten en improvisaties – en dat bleek heeeel ver – en welke grootheden met hem ook het muzikale avontuur aangingen (Fennesz, Holger Czukay, Robert Fripp, Ryuichi Sakamoto, Jaki Liebezeit, Jon Hassell, Arve Henriksen), altijd werd zijn werk gezien als ‘avantgarde-light’. Zo’n denigrerend label verdient David Sylvian absoluut niet!

Was het kinnesinne? Aan de muziekjournalisten en –critici heeft het niet gelegen. Die waren laaiend enthousiast. Zeker toen de band Japan klapte (door botsende ego’s en doordat de zanger er vandoor ging met de vriendin van bassist Mick Karn) en David Sylvian in 1984 op de proppen kwam met zijn eerste soloplaat Brilliant Trees. Dat enthousiasme was terecht. Op latere platen ging David Sylvian misschien veel verder, vooral Manafon uit 2009 is extreem, maar Brilliant Trees is meteen z’n grootste meesterwerk! De plaat is atmosferisch, akoestisch adembenemend, vervreemdend en vertrouwd. Verstild. Ontroerend. Het album is jazz, ambient, wereldmuziek en krautrock tegelijk.

De openingstrack, Pulling Punches, doet nog het meest aan Japan denken: met hamerende basslijntjes en funky blazers. Maar dat er een andere weg wordt ingeslagen hoor je meteen aan die vervreemdende en vervormde solo op de flugelhorn door Holger Czukay – voormalig voorman van de krautrock-band Can. Ook het vierde nummer – de afsluiter van kant A – is nog wat traditioneel. Red Guitar kwam op single uit en werd een bescheiden hit door een jazzy/bossanova contrabas en het subtiele pianospel van Ryuichi Sakamoto. (Sylvian en Sakamoto hadden kort daarvoor een megahit met het nummer Forbidden Colours uit de soundtrack van de film Merry Christmas Mr. Lawrence. Laatst las ik een goede beschrijving: het nummer is een beetje de Careless Whisper voor alternatieve bakvissen…) Kant A van de elpee wordt verder gevuld door een David Sylvian die we tot nu toe nog niet kenden: The Ink In The Well en Nostalgia. IJle gitaren. Donkere contrabas. Een waterig orgeltje. Rare percussie. Klankschalen. Bellen. Een kwijnende trompet. ‘Field recordings’ van Aziatische en Afrikaanse gezangen of radio-opnames van stemmen. Dit hoorde je allemaal niet bij Japan.

Op kant B ontpopt Brilliant Trees zich helemaal als meesterwerk. Je hoort drie nummers: Weathered Wall, Backwaters en de titeltrack. Twee daarvan zijn geschreven met de experimentele trompettist Jon Hassell die onaardse geluiden uit zijn instrument weet te ontlokken. Dit zijn meer sculpturen dan songs. Er lijkt geen structuur in te zitten. Het zijn eerder exercities in geluid. De muziek is heel subtiel. Iedereen mag naar hartenlust improviseren en David Sylvian laat veel ruimte (deze werkwijze wordt op Manafon tot in extremis doorgetrokken). En tegelijkertijd klinkt alles zo logisch en op z’n plaats. Nergens wordt een noot teveel gespeeld of een klank te weinig. Alles is heel fijnzinnig en subtiel gemixt. De sfeer is melancholisch. Het beeldhouwwerk van geluid is van een zeldzame schoonheid.

Hoogtepunt is de afsluiter, het titelnummer Brilliant Trees, zeker als de rondzingende synthesizers en wollige trompetten verstommen en er een subtiel ritme wordt ingestart. David Sylvian en zijn gevolg (Holger Czukay, Sakamoto, Japan-kameraden Steve Jansen, Steve Nye en Richard Barbieri, Jon Hassell, Mark Isham, Kenny Wheeler, Danny Thompson) lijken hier op reis te gaan. Ze slaan een weg in die nog niet bewandeld is in de jazz-, ambient- op popmuziek. Follow de mooi-boy, het wordt een hele spannende muziektrip! Niks avantgarde-light. Dit is de real thing.

Al met al duurt Brilliant Trees maar veertig minuten. Dat is best weinig voor zulke mooie muziek. Platen- en cassetteliefhebbers als ik was, ging ik een jaar later driftig op zoek naar een uitgave waarop ook de plaat Alchemy (An Index Of Possibilities) was vastgeplakt. Dat is hoofdzakelijk instrumentaal werk, gemaakt met Holger Czukay in de slipstream van Brilliant Trees. Zo kon ik nog wat langer genieten van David Sylvian, want ik was inmiddels tot over mijn oren verliefd op zijn muziek.

Meer jarige platen?

De beste albums: 17 van ‘17

– Dus… 2017 was het jaar van David Bowie.
– Huh? Maar die is toch begin vorig jaar al overleden?
– Klopt. Maar kijk eens naar deze eindlijst… Zijn geest leeft voort.

Want wat zien we allemaal in deze lijst van 17 beste platen van 2017? Een onversneden protegé (David Bowie noemde Lorde ‘the future of popmusic’), een samenwerkingspartner die te verlegen was om Bowie’s muziek teveel aan te pakken (James Murphy van LCD Soundsystem). We zien een muzikant die zijn tegenspeler was in een Japanse oorlogsfilm (Ryuichi Sakamoto) en synthesist Alessandro Cortini van de band die ooit met Bowie het podium deelde (Nine Inch Nails). Er is een uitgesproken fan die qua ‘sound and vision’ net zo goed haar vrouwtje staat (St. Vincent). En we zien twee jazzo’s (Joseph Shabaton en Colin Stetson) die niet eens hadden misstaan op Bowie’s laatste album Blackstar.

Arcade Fire
De enige die we moeten missen in deze lijst is Bowie’s favoriete band: The Arcade Fire. Zij maakten in 2017 sowieso de song van het jaar met Everything Now, en ook de nummers twee en drie kwamen uit hun koker (Sings of Life en Creature Comfort). Maar over de gehele linie was hun album geen groot genoegen. Ze presteerden het zelfs om er mislukte reggae-dingen op te zetten. En daarmee spiegelden zij – onbewust – de allerslechtste plaat uit Bowie’s carrière: Tonight uit 1984.

Ruk
Okee, dan nog wat keuzes die deze eindlijst hebben bepaald. Veler favoriet The War On Drugs kwam er niet in. Ik vind dat zij vooral een saaie plaat hebben gemaakt – zij zijn de Dire Straits van dit jaar. Met rap en hiphop ben ik al een paar jaar een beetje klaar, hoewel ik het keer op keer probeer. Dus ook Vince Staples en Kendrick Lamar zijn meestal mwoh. En de Nederlandse favo Ronnie Flex vind ik vooral erg ruk.

Bubbling under
Er waren natuurlijk ook afvallers die mij zeer aan het hard gingen. Die wil ik nog even een eervolle vermelding geven. ‘Bubbling under’ in 2017 waren: Xiu Xiu met Forget, Dirty Projectors met hun gelijknamige plaat, erg fijn werk van Hauschka (What If), Kelly Lee Owens, Blanck Mass, Orson Hentschel met Electric Stutter, Planetarium (het project waar onder andere Sufjan Stevens aan meedeed), Ghostpoet, Zola Jesus (zoals elk jaar weer fantastisch), synthesizergrootheid Kaitlyn Aurelia Smith, fijne ambient van Hecq, nog fijnere ambient van Bibio, James Holden/The Animal Spirits, Perfume Genius. En uit Nederland: de nieuwe Piiptsjilling, Spinvis met Trein Vuur Dageraad en niet te vergeten Nadia Struiwigh met Lenticular!

Hier is ‘ie dan: de 17 van ’17. Klik de links voor mijn uitgebreide recensies.

1. LordeMelodrama
2. Ryuichi Sakamotoasync
3. St. VincentMasseduction
4. The xxI See You
5. LCD Soundsystemamerican dream
6. SohnRennen
7. ArcaArca
8. SevdalizaISON
9. Joseph ShabasonAtyche
10. Colin StetsonAll This I Do For Glory
11. JacaszekKwiaty
12. Karima WalkerHands In Our Names
13. Linde SchöneLinde van Nimma
14. LuwtenLuwten
15. BjörkUtopia
16. Alessandro CortiniAvanti
17. Fever RayPlunge

Wil je alles horen? Luister dan deze Spotify-list. Enjoy!

En hier drie keer The Arcade Fire:

Ryuichi Sakamoto – async

Ik denk dat Ryuichi Sakamoto dit jaar met async zijn mooiste plaat ooit heeft gemaakt. Ik vind dat bijzonder, gezien zijn imposante carrière. En ik vind het een mooi idee, omdat hij deze gemaakt heeft nadat hij een ernstige vorm van keelkanker overleefde.

Het was 1983. Ik was een pubertje en volledig in de ban van David Bowie. Dus moest ik de film Merry Christmas Mr. Lawrence zien, waarin zowel Bowie als Sakamoto speelden. Ryuichi Sakamoto maakte ook de soundtrack bij die film. Ik had die op een cassettebandje staan, met een zelf nagetekend hoesje met samoerai-zwaard en ondergaande zon. Daarop stond uiteraard ook Forbidden Colours – gezongen door David Sylvian van de band Japan. Het is een van de mooiste nummers ooit. In 2017 legde Sakamoto uit wat hij toen bedoelde. Hij wilde een kerstnummer maken, maar dan een die zowel voor oosterlingen als westerlingen exotisch zou klinken. Dus schreef hij een pianodeun a la Erik Satie maar dan op basis van een Japanse toonschaal. Dit alleen al is goed voor een plekje in de Rock ’n Roll Hall Of Fame, vind ik.

In 1983 ben ik ook gaan terugluisteren wat hij nog meer maakte en kwam uit bij het vroege werk van Yellow Magic Orchestra. Dat is een soort van oosterse variant op Kraftwerk, maar met veel meer humor. En Chinese en Japanse melodieën. En nummers opgebouwd uit het geluid van de videospelletjes van toen. De band is zwaar onderschat en onterecht in de vergetelheid geraakt.

Na Merry Christmas maakte Ryuichi Sakamoto nog een paar solo-albums, waarop bijna elke wereldster is te horen. Robbie Robertson, Youssou N’Dour, Brian Wilson, Iggy Pop. Maar die platen waren te druk. Er was geen tijd voor verstilling. Die was er wel in een paar briljante soundtracks voor films als The Last Emperor en The Sheltering Sky (naar aanleiding van een boek van Paul Bowles). Ik vind dat Sakamoto in de jaren daarna steeds meer ruimte gaf aan verstilling. Of eenvoud. Of experiment. Ik vind dat mooi.

Wat ik niet zo mooi vind is dat tegenwoordig iedereen in het New Yorkse wereldje waar hij woont hem bij zijn voornaam noemt. Of zelfs ‘Ryu’ zegt. Nee, dan ga ik meer voor de cineast Stephen Nomura Schible, die dit jaar de documentaire Coda over hem maakte. Uit respect gebruikt hij de Japanse eerbiedige aanspreekvorm: ‘Sakamoto-san’. Zullen we dat in de rest van dit verhaal ook doen?

In 2014 werd bij Sakamoto-san een ernstige vorm van keelkanker geconstateerd. Die ziekte velde hem voor een jaar. Maar niet zijn muzikale ontvankelijkheid. Zo lag hij in de MRI-scanner en merkte dat die ritmische geluiden maakte als in harde techno.

De ziekte heeft Sakamoto-san verandert, denk ik. Het heeft hem vrijer gemaakt. Hij weet dat async zijn laatste album kan zijn. Dus moest die plaat perfect worden. Hij brengt async als een imaginaire soundtrack bij films van de Russische avant-garde regisseur Andrej Tarkovsky, zoals Stalker (1979) en Solaris (1972).

En hij wilde alleen maar laten horen wat hij zelf wilde horen. Dat zijn bijvoorbeeld opgenomen geluiden in Japanse ruïnes en tuinen, zoals regenbuien, wind, maar ook traditionele Japanse instrumenten. Ook hoor je Paul Bowles spreken over dood, herinneringen uit je kinderjaren en dat je in je leven misschien maar twintig keer de volle maan ziet opkomen.

Zoals kanker een lichaam kan overnemen, zo kan de natuur een verwaarloosd muziekinstrument overnemen. Dat idee boeide Sakamoto-san toen hij een bezoek bracht aan de nucleaire zone in het door een kernramp plus tsunami getroffen Fukushima. Daar zag hij in een school een oude piano staan en hij heeft daar opnamen van gemaakt. Die klinken spookachtig glasachtig, vind ik. En ze zijn te horen op async, in de tweede helft van ZURE.

Alsof de cirkel rond moet zijn, staat ook David Sylvian weer op dit album. Hij draagt poëzie voor van de Russische dichter Arseny Tarkovsky. Zo zegt hij in Life, Life: ‘Life is a wonder of wonders, and to wonder / I dedicate myself on my knees’.

Ik hoop dat de 65-jarige Sakamoto-san nog lang zal blijven leven, en ons nog een aantal keren zal verrassen met zo’n wereldplaat als async



Alle beste albums van 2017: