Solange – When I Get Home

De shuffle-functie is killing voor de laatste plaat van Solange. Die moet je juist van A naar B luisteren, of beter gezegd: ervaren. Vanaf het moment dat Solange inzet op Things I Imagened tot en met de laatste seconden dat de hemelse vocalen van I’m A Witness wegsterven – allebei begeleid door fijne Hammond-klanken.

Een soort moodboard is dit. Het album is een amorf geheel opgetrokken uit korte songs en fragmenten, soms briljante werkjes die na anderhalf of twee minuten afgelopen zijn.

Dan begint er weer iets dat voortbouwt op een song eerder op de plaat. Korte songs en fragmenten. Psychedelisch, klinken ze soms, impressionistisch. Cryptisch. Jazzy en relaxed.

Oh, en wat heeft Solange een goddelijke stem!

Muzikale mistflarden lijken het wel, meanderend in sfeer en toonaard. Traditionele songstructuren zijn er niet. Die hebben plaatsgemaakt voor repeterende patronen.

En ook de teksten worden maar herhaald en herhaald. Als mantra’s.

I saw things I imagined
I saw things I imagined
I saw things I imagined
I saw things I imagined

Of:

Pour my drank, drank
Sip, sip, sip, sip, sip
Pull that Lac on ‘em
Sip, sip, sip, sip, sip
Brown liquor, brown liquor
Brown skin, brown face
Brown leather, brown sugar
Brown leaves, brown keys
Brown creepers, brown face
Black skin, Black Benz
Black plays, black Molasses
Blackberry the masses

Oh, en wat heeft Solange een goddelijke stem!

R&B of hiphop kun je dit niet meer noemen. Of op z’n minst: de grenzen van het genre worden volledig opgerekt. Psychedelisch, klinkt ‘ie soms, impressionistisch. Relaxed, ook.

Dat is niet zo gek. Als invloeden voor deze plaat noemt Solange minimal-componist Steve Reich en toetseniste/harpiste Alice Coltrane, die een soort van meditatieve jazz maakt, en opvallend genoeg Journey Through The Secret Life Of Plants van Stevie Wonder – een obscuur album met meditatieve new age-achtige muziek, net zo fragmentarisch en ongrijpbaar als When I Get Home.

Een soort moodboard is dit. Andere referentie: The Hissing Of Summer Lawns van Joni Mitchell waarop ze steeds lossere composities met vloeibare melodieën maakt. Net zo vluchtig als Solange en paradoxaal genoeg met net zoveel impact.

En Sun Ra. Deze plaat heeft absoluut iets te maken met Sun Ra. Sun Ra’s avantgarde met z’n Solar Arkestra.

R&B of hiphop kun je dit niet meer noemen. Of op z’n minst: de grenzen van het genre worden volledig opgerekt. Wat een contrast is dit met haar vorige plaat A Seat At The Table die vol stond met dwingende funk en afgeronde songs, harde strijdliederen voor de zwarte vrouw in de eenentwintigste eeuw.

Oh, en wat heeft Solange een goddelijke stem!

Op deze plaat gaat het niet om wat ze te zeggen heeft, maar om wat ze voelt, zo verklaarde Solange in interviews. Op deze plaat keert ze terug naar haar jeugd in het stadsdeel Third Ward in Houston Texas. Een soort moodboard is dit. Nummers als Almeda, S McGregor, Exit Scott, Binz en Beltway verwijzen allemaal naar straten in Third Ward.

Solange maakte When I Get Home niet in haar eentje. Op deze plaat doen massa’s gastzangers en –muzikanten mee. Pharell… Sampha… Tyler The Creator… Panda Bear van Animal Collective… Blood Orange… de halve hiphopscene van Houston… Wel mooi dat je met zo’n grote groep mensen toch zo’n persoonlijke plaat kan maken.

Zo, en dan is het me toch gelukt om een recensie over Solange Knowles te schrijven zonder één keer haar beroemde grote zus te noemen. Beyoncé. Oh shit, nee toch niet…

Hierboven het hele album als één lange videoclip…

Alle beste albums van 2019: