Jaaroverzicht 2022

De naweeën van een pandemie, een sadistische aanval op Europa, dikke inflatie en torenhoge energieprijzen, woedende boeren, een overspannen samenleving, de terugkeer van religieus fanatisme, seksisme, racisme en fascisme wereldwijd, verschralende natuur, milieurampen. En altijd aanwezig op de achtergrond: de allesoverheersende klimaatdreiging… Nee, je kunt niet zeggen dat 2022 een vrolijk jaar was. Dat horen we terug in de muziek.

Kijk maar naar de albums in deze 22 van 22. Hoe indrukwekkend ook, het is geen vrolijke bende. Hooguit dansen op de vulkaan soms. We horen anxiety en depressie (Black Country New Road, Burial), oorlog en onderdrukking (Diamanda Galás, Tanya Tagaq), kolonialisme en racisme (Animistic Beliefs, billy woods), teloorgang van de natuur (Jacaszek & Kleefstra) en een hoop seksisme (Sudan Archives, Adigéry & Pupul). Gelukkig weten ze dit om te zetten in troostrijke en inspirerende práchtplaten. Dat zijn grote woorden hè? Maar gloedvol. En dat is precies wat we nodig hebben in deze duistere tijden. Net als muziek die ertoe dóet. Dat zijn deze platen stuk voor stuk.

Hier zijn mijn 22 van 22. Lees de recensies in de links:

  1. Black Country, New Road – Ants From Up Here
  2. Sudan Archives – Natural Brown Prom Queen
  3. Diamanda Galás – Broken Gargoyles
  4. Burial – Antidawn EP
  5. Tanya Tagaq – Tongues
  6. Kelly Lee Owens – LP.8
  7. Debit – The Long Count
  8. Florence + The Machine – Dance Fever
  9. billy woods – Aethiopes
  10. The Smile – A Light For Attracting Attention
  11. Jacaszek, Jan Kleefstra, Romke Kleefstra – It Deel I
  12. Charlotte Adigéry, Bolis Pupul – Topical Dancer
  13. Hinako Omori – a journey…
  14. Jasmyn – In The Wild
  15. Ian William Craig – Music For Magnesium_173
  16. Björk – Fossora
  17. Lucretia Dalt – ¡Ay!
  18. Coby Sey – Conduit
  19. Animistic Beliefs – MERDEKA
  20. Hendrik Lasure – Het Wiel
  21. Mabe Fratti – Se Ve Desde Aquí
  22. Prins S. en de Geit – Rood Staan Hard Gaan

Luister de hele 22 van 22 op Spotify:


Het was dit jaar weer niet makkelijk om tot een eindlijst te komen. Heel veel moois heb ik moeten laten liggen. Onder het kopje ‘bubbling under’ vallen dit jaar grote namen als Kendrick Lamar, Taylor Swift en Rosalía. De poëzie van Kae Tempest (The Line Is A Curve) en Kimbrae met Clare Archibald (Birl Of Unmap) haalden het net niet, evenals de verfrissende eclectische pop van Jockstrap (I Love You Jennifer B). Gabriels waren een revelatie live, en op de plaat eigenlijk ook, maar er moet nog meer komen om écht te overtuigen. Dat gebeurt volgend jaar als ook Angels & Queens Part II verschijnt. Verder mogen de prachtige experimentele ambient-albums van Llyn Y Cwn (Du Y Moroedd) en ’t Geruis (Slow Dance On Moss Beds) niet onvermeld blijven. En natuurlijk gothic queen Zola Jesus met Arkhon!

Song van het jaar

Kutwereld! Maar écht. Als ik dan moet zeggen welk nummer de titel ‘song van het jaar’ moet krijgen, dan eindigen er twee Nederlandstalige protestliederen ex aequo. Het eerste is een aanklacht tegen het volkomen misplaatste wereldkampioenschap mannenvoetbal in Qatar: De Dood Van Een Arbeidsimmigrant van Hang Youth (die maakten vorig jaar ook al de song van het jaar).


Het tweede is als liedje misschien nog wel beter. Het is de reactie van WIES op de minzame houding tegenover de cultuursector in Nederland, die nog het best werd verwoord door de sneer van Rutte bij de zoveelste coronamaatregelen: “Dit is ook een ongelooflijk grote teleurstelling voor de sectoren die nog niet open gaan. De culturele sector. Maar je kunt dus wel gewoon oefenen met je bandje.” (Lul.)


Clip van het jaar

Ook daar word je niet vrolijk van. De clip van het jaar is geen clip, maar een verrassingsoptreden in het Franse acht-uur-journaal. (Weliswaar geënsceneerd, maar het shockeffect was er niet minder om.) Tijdens het interview, begin dit jaar op TF1, barst Stromae uit in het zingen van L’Enfer (de hel), een kippenveltrekkend nummer over depressie, burn-out en zelfmoorgedachten. Indrukwekkend.


Re-releases en live-albums

Voor wie deze donkere tijden wil ontvluchten met muziek van vroeger, viel er ontzettend veel te snoepen! Wat een mooie re-releases verschenen er. Wat betreft heruitgaven was het een beetje een Coil-jaar, met drie titels: 1. Constant Shallowness Leads To Evil (Coil), 2. Musick To Play In The Dark 2 (Coil – allebei uit het jaar 2000), maar vooral 3. Form Grows Rampant uit 2007 van Treshold Houseboys Choir (het soloproject van Peter ‘Sleazy’ Christopherson). Punkers en postpunkers roerden zich: de Clash kwam met een heruitgave van Combat Rock uit 1982 en na jarenlang wachten was er opeens weer If I Die, I Die (ook uit 1982) van de Virgin Prunes! The Divine Punishment uit 1986 van Diamanda Galás (zij staat met haar nieuwe plaat op 3 in mijn eindlijst) kreeg een heruitgave. Daar krijg je nog steeds koude rillingen van. Net als van de kunstzinnige verzamelaar Sleepwalkers (2010) van David Sylvian die dit jaar weer op vinyl verscheen. Too-Rye-Ay van Dexy’s Midnight Runners werd ook 40 jaar oud en dat was voor grote baas Kevin Rowland reden om Too-Rye-Ay (As It Should Have Sounded) uit te brengen. En dan waren er nog twee toppers van live-albums. Op het album Live At The El Mocambo 1977 kunnen we nog eens horen hoe goed de Rolling Stones waren voordat ze de stadions ingingen. Een staaltje jeugdsentiment is Prince & The Revolution – Live (Syracuse 1985). Ik herinner me nog hoe ik als jochie tot diep in de nacht opbleef om het concert, dat via satelliet werd doorgestraald naar Duitsland, op Rockpalast te bekijken – en op te nemen op cassettebandjes. Die bandjes zijn allang vergaan, maar nog steeds ken ik elke noot van die band en elk gilletje van de paarse geilneef uit mijn hoofd!


De doden

De muziekwereld kreeg veel gevoelige verliezen te verwerken dit jaar. Het dieptepunt lag eind april toen in vier dagen tijd achtereenvolgens Jan Rot (22 april), Arno Hintjens (23 april) en Henny Vrienten (25 april) overleden. Vooral Arno was een jeugdheld. En meteen daarna viel nog zo’n icoon: de Duitse synthesizergigant Klaus Schulze (26 april). Wat hebben we stonede avondjes doorgebracht op de prachtklanken van die man! De ‘grondlegger’ van het postpunk-gitaargeluid was Keith Levene. Nadat hij betrokken was bij de oprichting van de Clash, ging hij gitaar spelen in PiL (bij dat andere punk- icoon: Johnny Rotten alias John Lydon). Levene overleed op 11 november. Nog treuriger vond ik de te vroege dood van Terry Hall op 18 december, de altijd wat chagrijnig ogende songsmid en zanger van de Specials en Fun Boy Three. Ghosttown. Man At C&A. Too Much Too Young. Stereotype. Hoeveel rake nummers heeft hij niet op zijn naam staan?

En dan: in de hemel moet een Twin Peaks-reünie hebben plaatsgevonden. In 2022 overleden eerst zangeres Julee Cruise (9 juli) en daarna componist Angelo Badalementi (11 december). Met z’n tweeën waren ze onder andere verantwoordelijk voor de hemels klinkende begintune van David Lynch’ bizarre tv-serie uit de jaren negentig.   


Muziekblogs

Het meest relevante en boeiende muziekblog was dit jaar Ukrainian Field Notes, onderdeel van Acloserlisten.com. In 18 lange stukken komen tientallen muzikanten (veelal elektronisch, ambient, techno, experimenteel) aan het woord over hun inspiraties, de manier waarop ze muziek maken en vooral over wat de oorlog met ze doet. Zo ontdek je niet alleen heel veel goede muziek, maar krijg je en passant ook een inkijk in het leven van jonge Oekraïners. En kom je tot het besef dat hun leven precies hetzelfde is als het onze. Dan kan je maar één politieke conclusie trekken: Oekraïners zijn Europeanen en geen Russen.

Tot slot nog even iets lichters: het leukste muziekblog uit Nederland is Ondergewaardeerde Liedjes. (De naam dekt de lading volledig, daar hoef ik niks over te zeggen.) Dus van de zomer ben ik begonnen daarvoor te schrijven. Hou dit blog in de gaten, ook in 2023!

Gelukkig nieuwjaar, dat 2023 maar wat vrolijker moge worden.

Black Country, New Road – Ants From Up Here

Wat een teleurstelling meteen al aan het begin van dit jaar! Als Black Country, New Road een magistraal en compleet album de wereld inslingert, blijkt het meteen de laatste te zijn in deze bezetting.

De wereld was ondersteboven van hun overdonderende liveoptredens en van hun eerste plaat – met de logische titel For The First Time. Vier dagen voor verschijnen van de nieuwe – op het Ninja Tune-label – schrijft zanger Isaac Wood een brief waarin hij vanwege psychische problemen zijn vertrek aankondigt: “I have bad news which is that I have been feeling sad and afraid too. I am feeling not so great and it means from now I won’t be a member of the group anymore. To be clear: this is completely in spite of six of the greatest people I know, who were and are wonderful in a sparkling way.” Wat heftig! Natuurlijk is dit het beste, niemand wil dat Isaac Woods zou eindigen als Ian Curtis van Joy Division. En natuurlijk zal Black Country, New Road reïncarneren. Dat heeft het keer op keer gedaan in haar jonge bestaan. Maar of we de genialiteit van Ants From Up Here snel weer gaan horen? Dat is nog maar de vraag.

Funeral en vliegtuigen

De release in februari valt dus in een vreemd vacuüm. De plaat voelt opeens als een naschrift, een begrafenis. Niet voor niets klinkt de debuutplaat van Arcade Fire, Funeral uit 2004, op de achtergrond door. Isaac Woods en co zijn groot fan van Win Butler en co. En opeens horen we de surrealistische teksten van Isaac Woods in een heel ander daglicht. Dan blijken ze vooral te gaan over break-ups, relaties die stukgaan maar ook het afbrokkelende post-Brexit Engeland of het verval van Londen. Allemaal in verhouding tot die arme Isaac. In het prachtige nummer Concorde zingt hij bijvoorbeeld: “For less than a moment / we’d share the same sky / and then Isaac will suffer / Concorde will fly.” Misschien staat hier het prestigieuze vliegtuig wel voor de reïncarnatie van de band?

Sowieso zijn vliegtuigen wel een dingetje op deze plaat. Het perspectief van de albumtitel zegt het al, en de hoes met een gouden concorde in een plastic tas. Andere terugkerende thema’s? Het ‘Billie Eilish-style’ meisje is misschien een vrolijk item, Woods’ verzuchtingen over ‘the clamp’ (de klem) keer op keer zijn dat minder. Verder luisteren we naar misselijkmakende podiumangst, het ongemak van broodkruimels in bed of die verlammende verlegenheid (“Oh, I can’t think of anything better / Pick a hair off my sweater”). Oscar Wilde is nooit ver weg, maar ook James Joyce en William S. Burroughs niet.

Pathos en passie

De zevenkoppige band kent strijkers, blazers, piano, gitaar, synths… alleskunners zijn het. Groots en theatraal is wat zij doen. Vol pathos en passie, maar ook romantisch en lichtzinnig. Het geluid is veel meer een eenheid dan op hun debuutplaat. De nummers lopen uit van zes tot negen en zelfs twaalf minuten. De muziek is een rijke mix aan postpunk, klezmer, minimal music, mathrock, freejazz en noise. Naast Arcade Fire, hoor je er Velvet Undergroud (John Cale, maar vooral ook de rommelige trommelaarster Maureen Tucker!), Mogwai of Godspeed You !Black Emperor, collega-bands als Squid en black midi, vroege REM (denk Fables Of The Reconstruction), Radiohead’s National Anthem en zelfs Animal Collective, Psychic TV en Talk Talk hier en daar. De even nerveuze als intense zang van Isaac Woods klinkt als een kruising tussen Ian Curtis, de ‘kooky’ Pulp-zanger Jarvis Cocker en de zware wanhoopsschreeuw van Killing Joke’s Jaz Coleman in zijn beste dagen.

Emotioneel en muzikaal

Hoogtepunten zijn er nauwelijks te noemen. De hele plaat is een indrukwekkend bouwwerk dat bij voorkeur in z’n geheel geconsumeerd moet worden. Wil je toch even wat nummers uitgelicht? Zelf noemt BCNR Chaos Space Marine ‘the best song we’ve ever written’. Het is de knaller waar de plaat na een kort intro mee opent. Maar zelf val ik meer voor het melodrama in The Place Where He Inserted The Blade (wat een titel!), de kippenveltrekkende laatste minuten van Snow Globes of de slepende intimiteit van Bread Song. De publiekslieveling – live en op de plaat – is afsluiter Basketball Shoes, een twaalf minuten durend epos waarin alles van Ants From Up Here en zelfs alle componenten van deze incarnatie van BCNR nog een keer voorbijkomen – Black Country in microkosmos dat uitdraait op een dramatische finale waar Roger Waters van Pink Floyd zich niet voor zou schamen.“ Mindblowing!

Dit album is zó emotioneel en muzikaal zó rijk… Het is de plaat van het jaar.

Van hoe Black Country, New Road het verder zal vergaan, kregen we begin december een glimp te zien. Toen trad de band op in de nieuwe bezetting in Doornroosje in Nijmegen. Het komt wel goed met BCNR. Ze spelen een set met alleen maar nieuwe nummers. De vocalen worden nu overgenomen door pianiste May Kershaw, basgitarist Tyler Hyde (de dochter van Carl Hyde van Underworld, maar dat terzijde) en gitarist Luke Mark. De voorlopige conclusie? Concorde will fly! Nu maar hopen dat Isaac niet meer zo lijdt.

Alle beste albums van 2022:

Sudan Archives – Natural Brown Prom Queen

“I just wanna have my titties out / ‘Cause I’m not average, I’m not average, I’m not average”, zingt violiste/multi-instrumentaliste, zangeres, componiste en producer Brittney Parks – alias Sudan Archives – in titelnummer NBPQ. Nee, average is ze zeker niet en dat geldt ook voor haar tweede album. Ze legde de lat heeeel hoog en verbaasde vervolgens vriend en vijand met deze topper.

Van Tracy Chapman (Fast Car) tot Donna Summer, van Betty Davis tot Janet Jackson, van FKA twigs tot Chaka Khan, allerlei associaties trekken langs, maar het meest nog die van een vrouwelijke Prince (of TAFKAP zo je wilt). Net als de geilneef uit Minneapolis, combineert de prom queen uit Cincinatti genres zonder met de ogen te knipperen. Zo worden hier clubhouse, hiphop, disco, nu én neo-soul, afrobeat, P- én G-funk, experimentele electropop, jazz, en r&b plus wat oosters aandoende snippertjes gemixt tot een coherent geheel. Soms binnen één nummer. En net als bij Prince druipt de seks uit je speakers. “The vocal equivalent of your most reliable vibrator”, schrijft het pretentieuze platform Pitchfork over Sudan Archives’ nummertjes. “They sound good, sweaty, damn near turned on by the sensuality of a private rendezvous.” Gezellig.

Brittney Parks leert al op jonge leeftijd viool spelen en vertrekt vervolgens naar Los Angeles om etnomusicologie te studeren. Ze wil de viool in de zwarte cultuur onderzoeken. Dat leidt tot haar pseudoniem: ‘Sudan’ staat voor Afrika en ‘archives’ voor geschiedenis. We horen hier dus een stuk black history op muziek gezet. Maar dat is niet zwaar. Natural Brown Prom Queen is een beetje een conceptalbum, net als The Rise And Fall Of Ziggy Stardust And The Spiders From Mars of Purple Rain. Ditmaal is de rode draad geen gevoelige gitaargod (m), maar het vrijzinnige feestbeest Britt (v). En passant komen (m/v/x)-thema’s langs als feminisme, identiteit, seks, familiewaarden, liefde en verlies – maar ook racisme en uitsluiting. Het is een losse rode draad: je kunt het album (18 tracks, bijna 55 minuten) in één keer beluisteren, maar de nummers blijven afzonderlijk ook ruimschoots overeind.

Zo is OMG BRITT een onvervalste 21e eeuwse trap-banger. Yellow Brick Road klinkt juist weer als een nu-soulful telefoontje uit de jaren negentig. Dat geldt ook voor het zwoele Ciara. ChevyS10 is een abstracte, psychedelische roadtrip op discobeat. De verleidelijke opener Home Maker zit boordevol muzikale switches. Het relaxt funkende Milk Me leunt lekker op Afrikaanse ritmes. (“Suck out the honey / I want you to fuck me / Your finger up my pussy like a honey stick /Bum, ba-ba, bum, ba-ba, bum, ba-ba, birthday boy.”) En Freakalizer drijft op geile hiphopbeats. (“These hormones are making me horny / And the full moon is driving me crazy.”) Als contrast lijkt TDLY (Homegrown Land) met dat vioolriedeltje zo weggelopen van de Balkan. En… en… je kunt wel nummers blíjven opnoemen. Maar alles is razend lekker en alles is razend knap wat Sudan Archives maakt.

Intelligente teksten, ingenieuze tracks. Natural Brown Prom Queen is een album waarop alles klopt. Het is veelzijdig, gelaagd en zelfverzekerd. Uitdagend en urgent: dit is ‘music that matters’. Een viering van het leven met Britt als kleurrijke koningin van het bal. 

Alle beste albums van 2022:

Diamanda Galás – Broken Gargoyles

Diamanda Galás is weer terug bij haar oude stiel: Ze is weer in staat om je maag om te draaien. Je wordt letterlijk onpasselijk van haar duistere seances over ziekte, verminking en geweld.

‘Broken gargoyles’ betekent letterlijk ‘gebroken waterspuwers’. Het zijn van die beelden op de dakrand van een middeleeuwse kathedraal. Gebroken waterspuwers verwijst naar het boek Krieg dem Kriege! van de Duitse pacifist en fotograaf Ernst Friedrich uit 1924. Friedrich fotografeerde mismaakte soldaten (ook een soort broken gargoyles) uit de Eerste Wereldoorlog. Dood waren ze echt beter af geweest, maar ze werden slachtoffer van brute experimenten door plastisch chirurgen. Verschrikkelijk. Ze kwamen daar nog meer mismaakt uit dan ze al waren.

Gele koorts
De waterspuwer die uitkijkt over de brandende straten is ook een figuur, de god Baal, die voorkomt in een gedicht van Georg Heym: Die Dämonen der Stadt. Georg Heym leefde van 1887 tot 1912. Hij was een Duitse expressionist en zoon van een dokter die een ziekenhuis runde. Hij zag duizenden mensen bezwijken aan de gele koorts. Zij stierven een gruwelijke dood, en onder erbarmelijke omstandigheden. Heym weerspiegelde hun ellende in de gedichten Fieberspitaal en Die Dämonen der Stad.

Aidsepidemie
De foto’s en gedichten vormden sinds 2012 de inspiratiebron voor het indringende werk Broken Gargoyles van ‘soprano sfogato’ Diamanda Galás. Kenners weten het: de nu 67-jarige zangeres uit New York is behekst, demonisch. Met haar stemgebruik – dat naar eigen zeggen geïnspireerd is door avantgarde jazzsaxofonisten als Albert Ayler en Ornette Coleman – laat ze haar publiek alle hoeken van een bizar en duister universum zien. Om te stellen dat ze je het ongemakkelijk maakt, is een understatement. Galás is in staat om je maag om te draaien. Je wordt letterlijk onpasselijk van haar seances. De Mask Of The Red Plague-trilogie uit de jaren tachtig bewees dat wel. Die bestond uit de albums The Divine Punishment, Saint Of The Pit en You Must Be Certain Of The Devil. Daarop werd de taal van bijbelboek Leviticus gebruikt om het onrecht, de ellende en de angst van de aidsepidemie uit te lichten. Het toen dodelijke virus waaraan ook haar broer Philip Dimitri in 1986 overleed.

Stemcapriolen
Diamanda Galás zag en ziet er nogal gothic uit, maar dat is eigenlijk verneukeratief. Deze adembenemende aids-platen gingen de platte horrorsoundtrack ver voorbij. Ze lieten je achter met verbazing, kippenvel en angstzweet. Zowel Nina Hagen, Maria Callas als de beste metalgrunters verbleekten bij de stemcapriolen van Galás en haar muziekstukken – van meestal een plaatkant lang – waren onaardse uitbarstingen van donker pianogeluid, duistere geluidseffecten en elektronische noise.

Herrieprojecten
Na wat uitstapjes met Brel en blues, keerde Diamanda Galás gelukkig terug naar dit soort non-conformistische ‘herrieprojecten’ over ziekte en dood. De eerste versie van Broken Gargoyles was een audiovisuele presentatie met geluidskunstenaar Daniel Neumann, die werd uitgevoerd in – hoe toepasselijk – de Kapellen Leprosarium in Hannover. Het leidde uiteindelijk tot dit album, dat door de covidpandemie ook nog even werd uitgesteld (tot het jaar 2022 waarin toevallig de complete Mask Of The Red Plague ook een rerelease kreeg).

Lights off
Broken Gargoyles plaat bestaat uit twee lange nummers. Deel I: Mutilatus is gebaseerd op de gedichten Fieberspitaal en Die Dämonen der Stadt. Deel II: Abiecto op Der Blinde en Der Hunger, allebei ook van Georg Heym. Ze zijn een ervaring die je moet ondergaan. In een interview zegt Diamanda zelf dat het album niet perse onderdoet voor de audiovisuele ervaring. Als je het maar onder de juiste omstandigheden luistert. “I would say: just turn your lights off and listen to it in te dark, at a pretty loud volume, and it will tell you a lot.”

Oorlogsgeknal
Nou, dat doet het zeker. Op 13 seconden barst de 67-jarige uit in een hoge aangehouden gil over een donkere drone, er komen andere vocale klanken bij. Je voelt een unheimische spanning. De drones worden harder. Er klinkt een harde crash. Dan een metalen bel. De ceremonie kan beginnen. De wanhoop wordt uitgeschreeuwd, uitgehuild. Haar stem is als een theremin. Ze krijst, gromt en gilt over wow-and-flutter, glitches en vioolgekras. Er zijn geluiden als een gevangenisdeur. Kettingen slaan op de vloer. Deze wervelwind mondt aan het einde van deel I uit op de linkerkant en dus de zware kant van de piano – en dat ontaardt in ellenlang en hard gebeuk. BENG BENG BENG BENG! Letterlijk oorlogsgeknal.

Enger en intenser
Deel II is zo mogelijk nog enger en intenser. Op 8 minuut 13 kondigt Diamanda Galás de hellehonden aan. Het zijn vreemde stemerupties van hondengejank, zó onaards dat je haren overeind gaan staan! Minuten later wordt alles overstemd door elektronisch lawaai. Ze stapelt horror op horror en op 15 minuut 15 stokt je adem, want dan komt Galás met een volstrekt nieuwe vondst. De electrolarynx! Haar bizarre stemcapriolen worden dan opeens door een Kraftwerk-achtige vocoder gestuurd. Is het een referentie naar de door mosterdgas verguisde stembanden van de soldaten? Hoe dan ook, alles is nog een tikje bizarder, een tikje intenser dan de Mask-platen uit de jaren tachtig. Wie had dat gedacht van een vrouw van 67?

De grande dame kent inmiddels heel wat volgelingen. Ik denk dat alleen Lingua Ingnota in de schaduw van Diamanda Galás kan staan. De rest mist dat waar deze ‘oude goth’ al zoveel jaar over beschikt: soul! De zangeres doet al haar non-conformistische projecten met hart en ziel en daarom zijn ze zo intens. Broken Gargoyles is wederom een meesterwerk.

Alle beste albums van 2022:

Burial – Antidawn EP

Meteen aan het begin van dit jaar, ik geloof zelfs op de eerste dag, was het al raak. Er kwam een EP uit op het Hyperdub-label waarvan ik al wist dat die m’n jaarlijstje ging halen. Een EP? Ja. De Antidawn EP van Burial heeft met vijf meanderende tracks een speeltijd van om precies te zijn 43 minuten en 30 seconden, en dat is veel meer dan de meeste ‘volwaardige’ albums tellen dit jaar. Sommigen komen niet eens over een half uur heen! (En diskwalificeren zich dus ook meteen. Bah, zeg… come on, you can do better than that…)

Met andere woorden: we kunnen gerust stellen dat Antidawn de langverwachte opvolger is van Burial’s magistrale titelloze debuutalbum uit 2006 en het welhaast magische Untrue uit 2007. Het was vijftien jaar wachten, maar dan heb je ook weer wat. Laten we maar met de deur in huis vallen: Antidawn is net zo briljant, of zo mogelijk nog briljanter, dan Untrue. Zo.

Je had het misschien al gelezen in de verhalen over deze EP, of gehoord als je Burial de laatste jaren een beetje volgde: the beats have ceased to be. Op Antidawn klinken geen dubstep-ritmes, zoals op de bovengenoemde albums. Veel recensenten benoemen Burial’s nieuwe stijl als ambient, maar dat zit er behoorlijk naast. De Londense William Bevan, alias Burial, maakt nu abstracte soundscapes. Die klinken rustig en zijn duidelijk niet bedoeld voor in de club. Maar ambient? Nee, hier moet je serieus naar luisteren. Het is beslist geen kabbelende easy listening. Dit zijn indringende collages.

Anno 2022 heeft Burial zijn muziek gestript tot de basis. Of eigenlijk nog minder. We horen hier geluidsdampen. Soms valt het helemaal stil. Logisch dat deze EP zo lang duurt. Niets is gehaast en elke seconde is welbewust, maar we blijven hangen in spanning. Antidawn is alsof Samuel Beckett’s Wachten Op Godot op muziek is gezet. Volgens de bijgaande tekst van Hyperdub vertelt de EP het verhaal van een ‘wintertime city’ en ‘something beckoning you to follow it into the night’. ‘The result is both comforting and disturbing, producing a quiet and uncanny glow against the cold.’

Het begint allemaal met iemand die zijn of haar keel schraapt. Daarna begint de donkerte. De bouwstenen waaruit Antidawn is opgetrokken? Er klinkt gekraak en geruis van oud vinyl. Het geluid van een pick-upnaald die stuitert op de plaat. Glitches hier. Gure wind giert daar. Een kerkorgel doemt op ergens in de verte. Ergens anders een stormbel met echo. Zwevende synths. Het regent de hele tijd. Hoor het doorladen van een pistool. Er zijn heel veel hele vage samples van oude soulplaten. Vertraagd, versneld. Het enige dat verstaanbaar is een gepitchte stem – je stelt je er een Gorrillaz-karakter bij voor – die angstig piept: ‘Nowhere to go’. “I am lost”, hoor je ergens verderop. “I’m in a bad place.” Dit is hoe beklemming kan klinken. Een nachtmerrie van David Lynch-achtige proporties of Blade Runner in het kwadraat. Het is hypnotisch.

Burial creëert een hele nieuwe taal. Wil je dat érgens mee vergelijken? Bijna niet te doen, in recensies worden Future Sound Of London, Blanck Mass, King Midas Sound, GAS en Space Afrika genoemd. Maar er is hier meer aan de hand. Al zijn hele carrière maakt Burial etherische soundtracks voor het leven in de grote stad. Dit keer ook weer, maar nu heeft de gloomy sfeer iets ouderwets, iets Middeleeuws zelfs. De plaat is als een geheimzinnig perkament in geluid. De vervallen flats zijn de gemuteerde kathedralen van nu. De open straten, kapotte hekken, autowrakken… het zijn de vergane kloostertuinen van de postindustriële tijd.

Een eindje na de helft van de EP – in de track New Love – klinkt er opeens iets van hoop door in de ‘doom and gloom’ klankenbrij. Het orgel warmt ons op. En de gesampelde soulteksten in het nummer daarna vormen bij elkaar opgeteld een surrealistische lovesong in verfstreken: “You came my way / Somewhere in the darkest night / When you’re alone / Here I am”.

Maar dat lichte, warme gevoel duurt maar even. De plaat eindigt met een bijna onverstaanbare tekst. “Condemn me”, kun je misschien horen op 43.20, maar het kan ook “come bury me” zijn.

Alle beste albums van 2022:

Tanya Tagaq – Tongues

Zal ik beginnen met een flauwe woordgrap? … Tanya Tagaq is Tanya Te Gek. Het is on-be-grijpe-lijk dat Tagaq met haar nieuwe album Tongues hier 0,0 aandacht krijgt. Of is haar muziek daarvoor te exotisch en te experimenteel?

Tanya Tagaq is Inuit en gespecialiseerd in de eeuwenoude traditie van keelzingen. Die grunt-achtige klanken begeleidt ze met heftige elektronische muziek en nog veel heftiger teksten: Tongues is een woedende aanklacht tegen het Christelijk-Engels kolonialisme en het uitroeien van de Indianencultuur, maar ook tegen misbruik en seksueel geweld. Het is geen prettige luisterervaring, zo is het ook niet bedoeld. Nee, het is pijnlijk en in-your-face! Het album van Tanya Tagaq grijpt je van begin tot eind letterlijk bij de keel.

Ikaluktutiak

Tanya Tagaq is avant-garde componiste, muzikante, schrijfster, schilderes, moeder en activiste. Ze komt uit Ikaluktutiak – dat sinds de kolonisatie Cambridge Bay heet – in Nunavut, het meest noordelijke deel van Canada. Zo onbekend als ze hier is, zo groot is zij in dat land. Ze heeft bestsellers op haar naam staan, is behangen met prijzen als de JUNO Award en de Polaris Music Prize en Tanya Tagaq is ‘geridderd’ in de Order of Canada. Je zou haar ook kunnen kennen van het album Medúlla van Björk of van haar werk met het Kronos Quartet of met Mike Patton. Haar soloplaten gingen vaak over de positie van de volkeren rond de Noordpool, maar ook over de milieuproblemen daar.

Windpipe

Maar zo direct als op Tongues heeft de wereld Tanya Tagaq nog nooit gehoord! Of zo strijdbaar. En rauw. Gruizig, want de plaat is geproduceerd door de koning van de gruizigheid: Gonjasufi. De ritmes op Tongues zijn dreigend en dwingend. Soms bijna dierlijk. Net als het gegrom, gehijg en gesteun, het geschreeuw en gekerm. “They took our tongues”, zingt ze op het titelnummer. “We lost our language.” Ze laat er meteen een oorlogsverklaring op volgen: “Innuuvunga!” (Ik ben Inuit.) “You can’t take that from us. You can’t take our blood. You can’t have my tongue.” En ook: “I don’t want your God / Put ‘m down!” Het volgende nummer – Colonizer – is nog een tandje harder. Het is een soort electropunk. “You! Colonizer!” herhaalt Tanya Tagaq steeds maar weer – beschuldigend. “Are you guilty? Are you guilty?” In het nummer daarna is ze een beschermende moeder voor haar kroost. Nou, berg je dan maar! “I will sharpen my claws! I bare my teeth! Touch my children and my teeth welcome your windpipe!” Met andere woorden, ik bijt je de strot af.

Bikkelhard

Er is een sneer (nee, zeg maar gerust een dikke middelvinger) naar veganistische activisten die de jacht op zeehonden door de Inuit afkeuren. “Eat your morals”, gromt ze agressief. Even slikken is ook het nummer I Forgive Me, over kindermisbruik en de behandeling van inheemse kinderen op Christelijke internaten (daar zijn grimmige verhalen over) . Tanya Tagaq is hierover ook bikkelhard. Geen genade na de trauma’s van hele generaties, ze vindt kracht in het beschermen van slachtoffers. “I was entered too young / Do not forgive and forget / I protect and prevent / Make them eat shame and repent.” Ze maakt een sterk statement.

Eén brok liefde

Het keelzingen bij de Inuit is traditioneel een ‘battle’ tussen twee vrouwen. Het geluid is dan haast buitenaards. Tanya Tagaq zingt de battles tegen zichzelf, maar klinkt dan dubbel onaards. Soms is ze wraakzuchtig, soms juist warm. Dat geldt ook voor de thema’s op de plaat. Behalve die harde aanklachten staan er nog een paar zeer experimentele nummers op de plaats, zoals Birth en het chaotische Nuclear. Maar daarna eindigt Tanya Tagaq met twee hele tedere tracks: Do Not Fear Love en Earth Monster. Het eerste is een soort van wijze raad van ‘mama Tagaq’ aan alle meisjes en tegelijkertijd een ode aan de kracht van kwetsbaarheid. “Inhale all the goodness and the love that is given to you / Exhale calmness and acknowledgment of the beauty within the courage it takes to / Not fear love”, lispelt ze over een zacht bedje van licht chaotische synthesizers.
Earth Monster is een gedicht op muziek gezet. Tanya Tagaq schreef het een jaar of tien geleden, voor de zesde verjaardag van haar dochtertje Naia. Het liedje is één brok liefde. “Her breath her smile / And the smell behind her ears / I celebrate her … I am her creator, her home, and her comfort / I drink her tears … Today is for her, and today is for me /For choosing to make her, to keep her, and to love her / My earth monster”. Als iedereen dan niet gesmolten is, weet ik het ook niet meer.

Tanya Tagaq pakt vervolgens iedereen nog eventjes bij de kladden, met de zogenaamde ‘Tundra mix’ van Colonizer. De boosheid spat daar nog net even heftiger vanaf dan het origineel.

Alle beste albums van 2022:

Kelly Lee Owens – LP.8

LP.8 is niet Kelly Lee Owens’ achtste plaat, maar haar derde. Dit jaar is al vaak de grap gemaakt dat ze nummers vier tot en met zeven net zo goed kan overslaan, zo’n gi-gan-ti-sche stap vooruit is deze plaat. Dat is wel zo, maar daar ging het de dj/producer/muzikante uit Wales helemaal niet om. Het ging haar om de vorm van het cijfer: “For me, 8 meant completion – an album that ripple infinity with me personally”, zo verklaarde ze.

In een bijgeleverd persbericht, in april van dit jaar, gaf Kelly Lee Owens niet alleen een titelverklaring maar ook een typering van het album. Ze omschreef het als ‘Enya meets Throbbing Gristle’. Tja, dan heb je me natuurlijk. Ik wist niet hoe snel ik LP.8 moest luisteren, en hoorde dat de omschrijving helemaal raak is. Kelly Lee Owens brengt een vreemde mix van verstilde, zweverige ambient en keiharde industrial noise. Achteraf bleek dat een hele logische uitkomst van de samenwerking met de Noorse avant-garde/noise-producer Lasse Marhaug (die we onder andere kennen van zijn werk met extremisten als Sun O)))) en Merzbow). De Welshe vloog er speciaal voor naar Oslo, op de allerlaatste vlucht voor de lockdown, nadat haar tour werd afgebroken in coronatijd. Is er niet het oude gezegde ‘great artists pick the right collaborators at the right time’? In het geval van Kelly Lee Owens gaat dat zeker op.

Wat horen we? Een dubbelzinnige plaat in de goede betekenis des woords. Tegelijk ijzig koud en hartverwarmend. Tegelijk verontrustend en rustgevend. Tegelijk chaotisch en loepzuiver. Tegelijk new age-erig en abstract. Al met al straalt er een enorme kracht uit. Ze knalt er meteen in met opener Release. De beats bonken als een stroomtrein door de Noorse sneeuw en haar stem braakt de woordem ‘release’ en ‘move body’ uit als een repeteergeweer. Heftig. Net zo doordringend zijn de beats en de flarden stem op Voice. Anadlu betekent ‘adem’ in het Welsh en je hoort de halen in en uit – als een beademingsapparaat – met vaag getwinkel en een dreigende drone op de achtergrond.

Langzaam wordt de sfeer wat melancholiek en de muziek meer meanderend ambient. Op Olga, bijvoorbeeld, met atmosferische synths en zweverige vocalen. Maar vooral op Nana Piano. Daar horen we Kelly Lee Owens op een verweerde, ontstemde piano spelen met vogelgeluiden op de achtergrond. Het doet wat qua sfeer – meditatief en angstaanjagend – wel denken aan Ryuichi Sakamoto, Chris & Cosey’s Heartbeat of iets van Jakob Kirkegaard. Dus staat het kippenvel je op de armen.    

Quickening klinkt daarna dreigend, maar wordt opgevolgd door One – dat nog het meest doet denken aan de oude Kelly Lee Owens van de ‘hitplaat’ Inner Song. De vocalen zijn poëtisch, maar de ijzige, glitchy onderlaag maakt het nummer etherisch ongrijpbaar. Uitsmijter Sonic 8 is een van de hoogtepunten van de plaat. De industriële beats zijn bombastischer dan ooit tevoren. Béng, kggg, béng, kggg!!! “This is an emergency / This is a wake-up call!”, zegt Kelly Lee Owens dwingend. Ja, dit nummer gaat over de onoverkomelijke klimaatramp die eraan staat te komen. “What are you gonna do about it?” … “Divide and conquer”, zingt ze vervolgens speels bekakt. Indrukwekkend. Met haar derde plaat schaart Kelly Lee Owens zich in het rijtje Kate Bush, Laurie Anderson, Björk en FKA twigs: vrouwen die het talent hebben om zich verregaande avant-garde toe te eigenen om daar vervolgens een toegankelijker maar minstens zo interessant brouwsel van te maken. Niet iedereen kan de grote creatieve sprongen van deze vrouwen even goed volgen – zo blijkt ook uit de vele matige recensies die LP.8 kreeg – maar over een paar jaar schrijven we ze bij in de geschiedenisboekjes. Let maar op. Dit werk is niet makkelijk, maar blijft wel mateloos intrigeren.

Alle beste albums van 2022:

Debit – The Long Count

Hoe klonk meer dan duizend jaar geleden de fluitmuziek in de steden van de oude Maya’s? Sinds februari van dit jaar weten we het, dankzij de kunstmatige intelligentie die Delia Beatriz alias Debit inzette op haar album The Long Count. Het lijkt in ieder geval niet op enige muziek die wij moderne westerlingen kennen. Nee, het resultaat is fundamenteel vreemd. Maar o zo mooi!

In hun laat-klasssieke periode, van pakweg zo’n 600 tot 900 na Christus, maakten de Maya’s allerhande fluiten van botten, kleifluitjes, blaasschelpen en ‘ocarina’s’. De Indianen gebruikten die voor verschillende levens- en dodenrituelen met mensen en goden, maar waarschijnlijk ook – en dat is interessant – om te communiceren met vogels en dieren. Beatriz ging naar de geluidsbibliotheek van het Mayan Studies Institute aan de Universidad Nacional Autónoma de México om historische opnamen van deze fragiele instrumenten te verzamelen. Die ‘ancient samples’ voerde ze aan een machine-learning programma. Zo ontstonden hele nieuwe, en tegelijk hele oude, digitale blaasinstrumenten.

Geheimzinnig?

Daarop liet ze haar fantasie los, want er bestaan geen geschreven bronnen van hoe de muziek van de Maya’s was opgebouwd. Of toe diende. Dat maakt het allemaal zo geheimzinnig. Delia Beatriz: “I think about all this stuff. Like, were their instruments used for hunting? For attracting? For scaring away? I feel like that’s why there’s all these myths that the Mayans were aliens or that they were in communication with other planets because their tech was so advanced. And we’re talking about more than a thousand years ago.”

Muziek voor dieren?

De Mayacultuur staat inderdaad bekend om haar technologie: complexe stedenbouw en architectuur, astronomie, wiskundig systeem, de beroemde eeuwigdurende Maya-kalender (waar de titel van deze plaat naar is vernoemd) en geavanceerd schrift. Als voorbeeld van die ingenieuze ‘ancestral technology’ noemt Delia Beatriz de Kukukulkán piramide tussen de Maya-ruïnes in Chichén Itzá. Is dat een vorm van ‘interspecies communicatie’? Als je ervoor staat en je klapt in je handen, dan heeft de resonantie hetzelfde sonogram als dat van de Quetzal-vogel die in hetzelfde gebied voorkomt. De Mexicaans-Texaanse muzikante en producer ontdekte ook dat katten reageerden op de klanken van The Long Count: “They don’t freak out, but they’ll act funny and ask to be patted or held. At one point while playing the record a cat looked up and started eating his paws like a human would.”

Musique concrète?

Of het nou gaat om menselijke rituelen, communicatie met dieren of buitenaards contact, feit is dat de muziek van Debit op The Long Count nergens mee te vergelijken is. Onnadenkenden zouden er het labeltje ‘ambient’ op kunnen plakken, maar dat dekt de landing totaal niet – en zou ook zeer tegen de zin van de Beatriz zijn. Die vindt dat begrip volkomen achterhaald, sinds het vooral op chill-out muziek bij raves wordt geplakt. Haar werk op dit album komt eerder in de buurt van de musique concrète, wat op zich al bijzonder is voor de vrouw die bekend werd met tribal guarachero, dance en clubhouse, zoals een remix van Get Ur Freak On van Missy Elliott.

Dag of nacht

De tien stukken op The Long Count zijn allemaal vernoemd naar een dag of een nacht. Ze zijn soms dromerig en geruststellend, zoals 7th Night – dat is opgebouwd uit gestage, uitgerekte klanken. Ze zijn melancholisch, maar soms ook spookachtig of ronduit eng (Beatriz heeft het dan over een ‘David Cronenberg-energy’). Er klinken soms junglegeluiden en vogels doorheen. En af en toe lijkt er een stevige wind te waaien.

Herwaardering voor menselijke waarden?

Hoe onaards of onlogisch het allemaal ook klinkt, de akoestische archeologie van de jonge producer is vooral een ode aan oude kennis. Het is een herwaardering van een cultuur die bloeide voordat koloniale veroveraars daar voet aan land zetten, en dus ergens ook een alternatief voor onze westerse waarden. The Long Count is weliswaar gemaakt met AI en algoritmes, maar het is eigenlijk een manifest voor de menselijkheid die we lijken te zijn vergeten.

Alle beste albums van 2022:

Florence + The Machine – Dance Fever

De Sint-Jansziekte, van middeleeuws Molenbeek tot Madison Square Garden

In 1564 schilderde Pieter Breugel de Oude de jaarlijkse processie van epileptici naar de Sint-Jan-de-Doper-kerk in Molenbeek bij Brussel. Het werk wordt ook wel ‘de Sint-Jansdansers’ genoemd, want misschien is het wel een vroege verbeelding van een vreemd middeleeuws fenomeen: choreomanie.

Choreomanie, oftewel de Sint-Jansziekte, ook wel Sint-Vitus-Dans genoemd, is een ziekelijke drang om te dansen. Soms tot de dood er op volgt. Het kan te maken hebben met epileptische aanvallen. Mensen beginnen te hallucineren, te schokken en ongecontroleerde bewegingen te maken, maar ook te schuimbekken en te schreeuwen. Het uitte zich in de middeleeuwen vaak in massahysterie, misschien wel uit anxiety of angst voor plagen als de pest. Maar ook schimmels zouden de danswoede kunnen veroorzaken.

Overal in Europa gingen groepen mensen spontaan bewegen in velden en op pleinen. Ze raakten in trance. Gehypnotiseerd. Er werd vaak geprobeerd om met muziek de waanzinnigen te stoppen, maar dat had natuurlijk een tegenovergesteld effect. Ook werd exorcisme ingezet, het resultaat daarvan is onduidelijk. Vaak liepen de dansfeesten uit de hand. Mensen begonnen onbedaarlijk te lachen en raakten in shock. Sommigen braken hun ribben. Anderen vielen omstanders aan als ze niet meedansten. Een enkeling stierf aan een hartaanval.

Een van de bekendste uitbraken van de dansplaag was in juni 1374 in Aken. De allergrootste was in juli 1518 in Straatsburg. Historicus J.F.C. Hecker schreef in 1833 het boek Die Tanzwut. Eine Volkskrankheit im Mittelalter. Daarin is te lezen dat choreomanie al veel eerder voorkwam, al sinds 1021 na Christus. De arts Paracelsus (1493-1541) onderscheidde drie soorten danskoorts: chorea imaginativa (dans uit fantasie), chorea naturalis (door lichamelijke oorzaken) en chorea lasciva (uit sensuele of seksuele behoeften). Die laatste werd aangestoken door vrouwen, aldus Paracelsus. Feit is wel dat de uitbraak van 1518 in Straatsburg begon met mevrouw Troffea – zo wil de overlevering. De keurige vrouw trok haar schoenen uit en danste blootsvoets, dagenlang en tot bloedens toe. En iedereen deed mee.

Trance-achtige dansfeesten… anxiety… drugs… angst voor pandemieën als de pest… Zie je de parellellen met de 21e eeuw? (Vul voor de pest maar corona in.) Nou, zangeres Florence Welch van Florence + The Machine ziet ze ook. Ze raakte gefascineerd door choreomanie en besloot er een album over te maken. Hoe zou het zijn als je niet meer kunt dansen of – in haar geval – niet meer kunt optreden? Het album was al een eind op weg toen die vragen realiteit werden. Letterlijk. De wereld ging in lockdown. Florence, vaak headliner op grote festivals, stond opeens op non-actief.

De roodharige Britse en haar machine bleven wel doorwerken aan het album. Dance Fever bevat een paar knallers die de titel recht doen – zoals Free of My Love – maar ook een aantal ingetogen nummers. Die zijn net zo sterk. Zou Elvis Presley, met zijn zwaaiende heupen, ook hebben geleden aan choreomanie? Elvis de Pelvis vormt wel het alpha en omega van de plaat van Florence. Is het toeval dat die begint met het nummer King (“I am no mother / I am no bride / I am king!”) en eindigt met het hartverscheurende nummer Morning Elvis (“When they dressed me and they put me on a plane to Memphis / Well, I never got to see Elvis / I just sweated it out in a hotel room / But I think the king would’ve understood / Why I never made it to Graceland”)? Zou Kate Bush, met haar moves uit modern ballet, ook hebben geleden aan choreomanie? Hoe dan ook, Dance Fever is met recht een Bush-iaanse plaat te noemen. Zeker het nummer Choreomania, dat langzaam opbouwt en alsmaar grootser en grootser wordt. Wil je nog meer duiding cq. associaties? Denk dan aan Sophie Ellis Baxtor (Murder On The Dancefloor), de Eurythmics, Fetch The Bolt Cutters van Fiona Apple of Nightclubbing van Iggy Pop. En soms is Florence gothic a la Zola Jesus of Siouxsie Sioux van de Banshees.

Maar de treffendste gelijkenissen hebben te maken met de middeleeuwen. De albumhoes bijvoorbeeld, straalt die geen religieuze bezetenheid uit? En is Florence niet gewoon mevrouw Troffea? Ook Welch staat blootsvoets op een podium om de massa’s in extase te brengen. Eind dit jaar bracht Florence + The Machine een live-album uit, opgenomen in Madison Square Garden, waarop te horen is hoe dit in zijn werk gaat. Post-pandemisch schreeuwt ze het uit: “Thank you for bringing me back to life! What I would like to practice with you, New York, is a ressurection of dance!” Dan barst My Love weer los. Extase! De menigte blijft maar gaan en gaan. Iedereen deed mee. Er werden alleen geen omstanders aangevallen.    

Alle beste albums van 2022:

billy woods – Aethiopes

Na twee decennia is underground-rapper billy woods nog steeds zeer actief – solo, als helft van het duo Armand Hammer en met verschillende samenwerkingen zoals bijvoorbeeld dichteres Moor Mother. Net als vorig jaar bracht hij in 2022 twee albums uit. Daarvan is Aethiopes met afstand zijn beste werk in jaren. Het album is gemaakt met dj Preservation (net zo’n veteraan). Die combinatie blijkt een schot in de roos!

Aethiopes is in alles zo’n beetje het diapositief van Die Ene Grote Hiphopplaat van dit jaar: Mr. Morale & The Big Steppers van Kendrick Lamar. Bij Lamar is het altijd ‘me, myself and I’ – zowel in teksten als in presentatie, terwijl billy woods (zonder hoofdletters) het liefst in de anonimiteit verblijft. Op foto’s en in clips is hij altijd onherkenbaar geblurd. Tijdens optredens staat billy woods doorgaans in het donker. En eigenlijk zijn zijn teksten net zo in het donker. Ondoorgrondelijk. Als een ware literator verplaatst hij zich in andere personages en perspectieven. Hij praatzingt in lange zinnen en is dus meer storyteller dan rapper. Ik krijg er een beetje een Gil Scott-Heron-vibe bij en dat bevalt me prima!

Rembrandt
billy woods is het tweede kind van een Jamaicaanse intellectueel en marxist. Hij bracht zijn jeugd pendelend tussen Afrika en het Caribisch gebied door, alvorens in New York te belanden. Die roots hoor je hier terug. ‘Aethiopes’ is Latijn voor Ethiopiërs en een archaïsche Europese term om Afrikanen aan te duiden. Op de hoes staat een detail van een schilderij van Rembrandt: Twee Afrikaanse Mannen. De rode draad op billy woods’ plaat is kolonialisme, slavernij en hedendaags racisme. De nummers worden met elkaar verbonden door flarden tekst uit een obscure Afrikaanse film uit de jaren zeventig: Kongi’s Harvest.

Duisterder
wood’s teksten zijn authentiek, bizar en volstrekt origineel. Dat begint al in opener Asylum. Daarin heeft billy woods het vermoeden dat zijn buurman de president van Ethiopië is, die zich verschuilt in Zimbabwe. woods vertelt er gedetailleerd over: “His bodyguards chew qat / Spits black in the rhodondendrons.” Dat is nog om te lachen, verderop wordt het veel duisterder. No Hard Feelings is luguber en vol ziekte en verminking. Christine is een regelrecht horrorverhaal, geïnspireerd op Stephen King. Sauvage gaat over politiegeweld. billy woods vertelt over een kind dat zo in elkaar geslagen wordt, dat hij weg moeten hinken met een tand door de lip.

Jupiter
Tekstueel is Aethiopes misschien vintage-billy woods, muzikaal gaat hij samen met Preservation een hele andere kant op. De dj haalt samples uit obscure platen, op de kop getikt in Hong Kong, maar ook uit experimentele noise-jazz of spaghettiwesterns. Preservation krijgt helemaal de vrije hand en dat is te horen. Zo ontstaat een complexe plaat, op – zoals billy woods zelf zegt – het snijvlak van traditionele muziek, diaspora-muziek en Europese piano- en blazermuziek. Maar dan met New York-hiphop feel: we horen ook funk, soul en reggae (jaren tachtig toaster Shinehead mag zelfs even meedoen). De beats zijn lekker vuig en gruizig – vooral in het nummer Haarlem, waar het avant-garde ritme het midden houdt tussen Throbbing Gristle, John Cage en Tom Waits. Nou ja, de hele plaat klinkt eigenlijk alsof billy woods rapt over het geluid van een kapotte radio. Eentje die staat afgestemd op een planeet ergens achter Jupiter. En toch, hè? Toch klinkt dat allemaal volledig natuurlijk. Volgens billy woods was werken met Preservation ‘one of the more symbiotic, feedback-loop processes of making an album that I probably ever had’. Dat is te horen.

Dit underground-album is wat mij betreft dé hiphopplaat van het jaar.

Alle beste albums van 2022: