Tirzah – Colourgrade

Echt. Dichtbij. Intiem. Dat zijn de eerste woorden die opkomen bij het beluisteren van de experimentele lo-fi nieuwe plaat van Tirzah. Colourgrade voelt alsof je met je oor tegen haar borstkas ligt en heel dichtbij – maar ook zo veraf – hoor je haar hart dof bonzen.

Die paradox tekent deze hele plaat. De Londense Tirzah Mastin (geboren in Essex) is op het schaamteloze af persoonlijk over haar relatie met producer Kwame Bass en over haar pasgeboren dochter; tegelijkertijd klinkt ze koud en kil. Veel kouwer en killer dan op haar debuutplaat Devotion uit 2018. Is dat erg? Helemaal niet. Colourgrade is daardoor nog veel spannender geworden.

Metallic

Tirzah zou Tirzah niet zijn als ze de luisteraar niet meteen in het diepe zou gooien. Dus de meest vreemde, buitenaardse, industriële track is meteen de opener: titelnummer Colourgrade. Die start met alleen een uuuitgereeeeekte metalige stem door een autotune , begeleid door drones en vogelachtige synth-geluiden. Meer is het niet. Niks warms en wolligs meer. Dit is pure abstractie. Een R&B-beat start pas in het volgende nummer: Tectonic. Daaroverheen wolken harde trage synth-klanken (als tektonische platen op lava) en weer een metallic stem. Tirzah fluisterzingt: “Pursued as the rhythm magnetized our hips. Techno to tectonic plates.” De aardbol is hier pure seks. Lichamen kronkelen langzaam, schuiven over elkaar heen, stulpen uit en golven terug. Kijk ook maar naar de clip.

Zwerm

Een van de sleutelnummers op de plaat is Hive Mind. Het heeft een kale beat en een zware bas. Een alarm gaat af. Twee stemmen schuiven door elkaar heen. Het collectief bewustzijn van een zwerm wordt hier uitgerold. Al sinds Devotion is Tirzah niet alleen Tirzah. Het is inmiddels een trio met naast Tirzah Mastin producer Mica Levi en zangeres Coby Sey. Maar ook partner en kind, familie en vrienden werken mee aan het fenomeen Tirzah. Kijk ook maar naar de clip. De track heeft nog het meest van al die sfeer van Devotion.

Dada-achtig

Daarna wordt het album allengs harder, vreemder, experimenteler. Recipe is harde triphop annex abstracte trap. Beating is een weirde, melancholische lovesong. Over seks ook weer. “We made life. It’s beating”, zingt Tirzah. In het nummer daarna – Sleeping – is de baby er. De ‘jankgitaar’ staat voor het huilen? Hij gaat door merg en been. De track is intiem, rommelig, er klinkt ruis. Tirzah lijkt maar wat te improviseren. Het is alsof je op een krukje in de slaapkamer zit mee te kijken hoe moeder haar dochter pakt en een liedje improviseert. Maar het meest far-out is het nummer Crepuscular Rays (stralen in de schemer, zeg maar). Je hoort een mistige akoestische gitaar in het ochtendgrijs en daarover klinken kindse stemoefeningen. Meer is het niet. Maar het is zó spannend! Ik kreeg meteen associaties met het dada-achtige nummer Lieber Honig van de krautrockband Neu! (uit 1972). Dit van Tirzah heeft net zo’n impact.

Het derde en laatste deel van de plaat is het laatst opgenomen, maar komt met nummers als Send Me en Sink In weer in de buurt van de zachte R&B uit 2018. Afsluiter Hips is zowel suikerzoet als stuiterend. “Tease me free”, zo besluit de zangeres het album.

Troostrijk

Natuurlijk moet je regelmatig even aan de eerste platen van Tricky denken (Maxinquay, Nearly God en Premillenium Tension) of aan de verrassende debuutplaat van het collectief Young Echo uit 2018. Colourgrade klinkt minimaal, langzaam lo-fi, grunge en gruizig – zo anders als al die artificiële en overgeproduceerde tingeltangelglitter-R&B. Tirzah zingt vaak achteloos en monotoon en als ze middenin een strofe de keel moet schrapen (in Beating), wordt dat niet weggeknipt. Toeval speelde sowieso een grote rol bij het optrekken van alle tracks. Dat is ook weer een beetje die ‘hive mind’-gedachte. Alles doet mee en alles beweegt in de vreemde sensuele wereld van Tirzah. Panta rhei.

Je moet er even de tijd voor nemen om in door te dringen – met de eerste luisterbeurt ben je er niet, daarvoor is Colourgrade te weerbarstig – maar dan ontdek je hoe rijk en gevarieerd die wereld is. Hoe lief en intiem. Hoe troostrijk ook: op deze plaat wordt het leven gevierd, met al haar alledaagse facetten. Dit is de plaat van het jaar.

Alle beste albums uit 2021:

De beste albums van 2018

Klik op de links voor een uitgebreide recensie:

  1. Low – Double Negative
  2. Young Fathers – Cocoa Sugar
  3. Wende – Mens
  4. Tirzah – Devotion
  5. broeder Dieleman – komma
  6. Young Echo – Young Echo
  7. Sophie – Oil Of Every Pearl’s Un-Insides
  8. Biosphere – The Hilvarenbeek Recordings
  9. The Caretaker – Everywhere At The End Of Time, Stage 4/5
  10. Angelique Kidjo – Remain In Light
  11. Ezra Furman – Transangelic Exodus
  12. Suuns – Felt
  13. Simian Mobile Disco – Murmurations
  14. Hookworms – Microshift
  15. Ben Khan – Ben Khan
  16. Julia Holter – Aviary
  17. Giulio Aldinucci – Disappearing In A Mirror
  18. Yves Tumor – Safe In The Hands Of Love

Luister hier de hele lijst:

Als je er ‘maar’ 18 kiest, vallen er ook albums buiten de boot. ‘Bubbling under’ in 2018 waren:

Efrim Manuel – Pissing Stars, Mark Pritchard – The Four Worlds, Chris Carter – Chemistry Lessons volume 1, Oneothrix Point Never – Age Of, serpentwithfeet – soil, Let’s Eat Grandma – I’m All Ears, Pariah – Here From Where We Are, Philipp Bückle – Paintings, Jon Hassell – Listening To Pictures (Pentimento Volume 1) en Superorganism – Superorganism.

Zalig uiteinde en alle goeds voor 2019!

Young Echo – Young Echo

Tien man, één vrouw. Ze noemen zichzelf Jabu, Vessel, Kahn, Neek, Ishan Sound, Ossia, Manonmars, Bogues, Rider Shafique, chester giles (zonder hoofdletters) en de vrouw heet Jasmine Butt. Ze maken in wisselende samenstelling muziek onder namen als Bandulu, FuckPunk, O$VMV$M, Gorgon Sound, Zhou, The Killing Sound of ASDA. Maar eigenlijk is dat te individueel. Je moet ze zien als één collectief: Young Echo, dat na vijf jaar hun tweede plaat heeft uitgebracht: Young Echo op haar eigen label: Young Echo.

Soundsystem
De meesten van de elf zijn samen opgegroeid in Bristol en de afgelopen zes jaar maakten ze muziek die heen en weer stuitert tussen reggae, dub, hiphop, triphop, grime, dubstep, techno, industrial en noise. Het is niet zozeer dat bij Young Echo grenzen vervagen. Het is meer dat in hun idee genres gewoonweg niet bestaan. Dat geldt trouwens niet alleen voor muzikale genres. Wat ze op het podium doen houdt het midden tussen een live optreden, clubnight en radioshow. Ze brengen het onder de vlag ‘soundsystem’. Het zijn avonden zonder regels waar van alles kan gebeuren. Bezoekers kunnen verbaasd staan als ze opeens musique concrète voorgeschoteld krijgen, maar een avond kan ook eindigen in een dronken mosh-pit gedrenkt in black metal. Alles mag, als het maar geen standaard rave wordt.

Spoken word
Eclectisch, niet alleen voor de buitenstaander, ook onderling. De elf van Young Echo zijn er op uit om elkaar uit de comfort zone te trekken. Om de grenzen op te rekken. Eigenlijk doen ze daarmee wat voorgangers uit Bristol ook al deden: denk Rip, Rig & Panic of The Popgroup in de jaren ’80 en Portishead, Massive Attack, Tricky of Roni Size in de jaren ‘90. Alleen gaat Young Echo hier veel verder in. De keuzes zijn extremer. De muziek is meer streetwise. Brutal. Overal klinken rauwe randjes. Er lijkt niet veel aandacht besteed aan een strakke productie en dat komt de spontaniteit alleen maar ten goede. En er is bij Young Echo veel meer aandacht voor spoken word, iets tussen rap, slogans en poëzie in. Het gaat over heel persoonlijke dingen, maar de groep maakt zich ook druk over Brexit, fabrieken die sluiten, Black lives matter of institutioneel racisme. Young Echo is de punk van 2018. Dat wordt nog eens benadrukt op het album Young Echo. Die duurt een krap uur en telt 24 (!) tracks. Met andere woorden: er zijn nauwelijks tracks die langer duren dan drie minuten. Heel vaak heeft Young Echo aan één of twee minuten wel voldoende. Soms zijn het alleen maar aanzetten tot een song, schetsen. Want ook alle spelregels voor een nummer of een dancetrack zijn bij Young Echo volledig weggestreept.

808’s
Hoogtepunten zijn de nummers waar zangeres Jasmine op zingt (Here, Anye en Kidney Punch) en die misschien nog wel het meest doen denken aan de triphoppers uit de jaren ’90. Op Rocksteady nodigt chester giles op misantropische toon, over dalende claxontonen, je uit om de rocksteady met hem te dansen: “Come swing, come sway”. Overstuurde drum ’n bass klinkt op Psychology Of Destructed Cult Leaders, op Oh, Won’t You en op afsluiter Wicked Ones. Bigger Heads, met een hoofdrol voor Rider Shafique, is dan weer een traditioneel dub-nummer. En heel sterk is de door 808’s aangestuurde grime, inclusief bizarre sample (“do you really love for me”) op Red Dot, Green Light. Young Echo maakte een van de meest opwindende platen van 2018!

(Tot slot een shoutout naar Harry Prenger. Dankzij dit artikel op Zwartgoud leerde ik Young Echo kennen.)

Alle beste albums uit 2018: