Four Rooms: David Lynch in Tsjernobyl

Vandaag dertig jaar geleden ontplofte de kernreactor in Tsjernobyl. Het gebied werd meteen hermetisch afgesloten. Inmiddels raakt het weer bewoond en is Tsjernobyl zelfs een toeristische trekpleister. Maar jarenlang was het hier – letterlijk – doodstil. Die stilte is tot de tiende macht te horen op de cd Four Rooms (2006) van Jacob Kirkegaard.

4rooms

Openluchtmuseum
Zo schokkend als de radioactieve ramp was (al wisten we in 1986 door de Sovjetcensuur niks over de hals-over-kop deportaties of de ‘schoonmaakploegen’ die slechts 40 seconden buiten mochten werken), zo surrealistisch was de situatie in de jaren daarop. De straal rond Tsjernobyl werd het Pompeii van de 20e eeuw. Niet de explosie zette de tijd stil, maar de (veel te late) deportaties. Omringd door zieke roodverkleurde bossen zonder zingende vogels, lag hier een verlaten wereld. Het meest treffende beeld is nog wel dat van een eenzaam roestend reuzenrad. De zone werd een bizar en onbereikbaar openluchtmuseum. Terwijl de Sovjet-Unie uit elkaar viel, lagen hier de gedetailleerde sporen van het leven in een communistische modelstad als Pripyat onaangeroerd. Voer voor moderne archeologen. Maar ja, die straling…

kirkegaard1

Alienation
En voer voor romantici. Want wat een desolate plek moet die ‘zone of alienation’ zijn geweest! (Nog steeds, trouwens, de toeristen ten spijt.) En dat gevoel wilde de Deense geluidskunstenaar Jacob Kirkegaard in 2006 hoorbaar maken. Hij nam de indringende stilte op in vier gebouwen, waar de wind de opnamen niet zou storen. Telkens iets meer dan tien minuten lang. Vervolgens speelde hij de tape in dezelfde kamer af, en registreerde dat mengsel van opgenomen en werkelijke stilte opnieuw. Dit proces herhaalde hij telkens tien keer.

kirkegaard2

Lugubere subtiliteiten
Zo worden de stiltes in de vier kamers (in een school, een auditorium, een zwembad en een kerk) uitvergroot tot een soort van ruisende klanksculpturen. Ambient music, met een beetje goede wil. Het lijkt saai, zo’n conceptuele, bijna theoretische aanpak. Maar alle vier de ‘stiltes’ hebben een heel eigen klankkleur. En er gebeurt genoeg. Als je aandachtig luister hoor je hele lugubere subtiliteiten. Wat is bijvoorbeeld die hoge toon die opeens opdoemt in het auditorium? De opname in de kerk klinkt helemaal spookachtig: met een beetje fantasie hoor je hier het kerkorgel nog naresoneren van de reactorklap. Voor alle tracks geldt: je voelt de ultieme eenzaamheid, het verval en het onzichtbare maar overal aanwezige gevaar. Maar op een vreemde manier zijn dit geen depressieve stukken. Ze klinken eerder licht. Four Rooms heeft dezelfde beklemmende en surrealistische schoonheid als de beste David Lynch-films.

Een bijzonder stuk geschiedschrijving in geluid.


Dit stuk is eerder geschreven voor het webmagazine Eeuwig Weekend.

Desolate cijferreeksen

‘Number stations’ zijn bij het grote publiek niet erg bekend. Dat is niet zo gek: lange tijd werden ze voor iedereen geheim gehouden. Totdat in 1997 een stel radiofreaks The Conet Project uitbrachten, een duik in de geheimzinnige wereld van de spionagezenders uit de Koude Oorlog en erna.

De ether is een vreemde wereld. Althans: de krochten van de ether. Draai je radio eens ver weg van de blokjes infotainment op de publieke omroep of van alle top 50 hitstations, en je stuit op mysterieuze cijferreeksen in allerlei talen. Deze zijn afkomstig van zogenaamde ‘shortwave number stations’.

Hungarian_Embassy_Closeup

Klik op foto voor groot formaat

Wat zijn die number stations? Tijdens, maar ook na de Koude Oorlog (en nu nog steeds) zonden inlichtingendiensten via de kortegolf gecodeerde boodschappen naar hun geheimagenten in het veld. Die boodschappen bestaan uit cijferreeksen in verschillende formaten en lengtes. Elk cijfer is éénmaal opgenomen, wat een vervreemdend effect oproept. De boodschappen klinken tegelijk menselijk en onmenselijk, vergelijkbaar met de stemsamples die je bij een telefoondienst of op het station hoort.

“Achtung Achtung”

dorchester_antenna_closeup

Klik op foto voor groot formaat

Iedereen kan die berichten via een transistortje beluisteren. Meestal beginnen ze op het hele uur, duren tientallen minuten en worden een etmaal herhaald. Je hebt er alleen niks aan. De eenmalige ontcijfercodes – zogenaamde ‘one time pads’ – zijn nooit te achterhalen, omdat die maar bekend waren bij twee personen: zender en ontvanger. In al haar eenvoud is het antieke systeem niet te kraken. De gesproken spionnenboodschappen worden vaak voorafgegaan door flarden muziek (waarin misschien ook weer een verborgen boodschap schuilt?). Dan klinken enkele cijfers, gevolgd door een attendering (“Achtung! Achtung!” of een bel of een gong of een piep). En dan volgt de – schijnbare – kerninformatie.
Het is tegelijkertijd fascinerend en frustrerend dat je geen enkel idee hebt wat er door middel van die cijferreeksen wordt gecommuniceerd. Persoonsgegevens? Nucleaire geheimen? De opdracht om iemand om te leggen? Plaatsbepalingen van UFO’s?
En wie verzendt die info? KGB, CIA, Mossad, MI6 of andere obscure spionagediensten? Drugssmokkelaars of terreurnetwerken á la Al-Qaida? Het wordt nooit duidelijk wie er achter de zenders zitten. En er is geen regering die hun bestaan bevestigt. Of er überhaupt ook maar iets over loslaat. De locatie van de versterkstations is wel te peilen. Maar door wie wordt een antenne op het Amerikaanse platteland, die allerlei Spaanstalige cijfers uitspuugt, aangestuurd? En naar wie gaan ze toe?

“Phaphaah Notvember”

Jaren geleden kwam het experimentele muzieklabel Irdial op het geweldige idee om een aantal opnamen van number station in een cd-box uit te brengen onder de titel The Conet Project: Recordings of Shortwave Number Stations. De naam Conet Project komt van het verkeerd verstane Tsjechische woord ‘konec’, dat ‘einde’ betekent en dus altijd de boodschappen van een Tsjechisch station afsloot. De box bestaat uit vier cd’s met in totaal meer dan 150 flarden, in lengte variërend van enkele seconden tot een minuut of zeven. Wil je ze allemaal beluisteren dan ben je wel vijf uurtjes zoet. Maar dan hoor je wel het beste dat radiofreaks tussen de jaren zeventig en negentig verzameld hebben.

Met het beste bedoel ik niet de best klinkende boodschappen. Er zijn stations die je zonder enige ruis, heel helder kon en kunt ontvangen. Maar die zijn nu juist het minst interessant. De samenstellers kozen juist voor de meest spannende, meest mysterieuze opnames. En ze gingen voor een muzikale benadering. Dus je hoort die typische fluittonen van een radio die net naast de zender staat. Ruis in alle soorten en maten. Stemmen die verdwijnen en weer terugkomen en die door allerlei ethereffecten worden vervormd tot iets spookachtig blikkerigs.

Je kunt allerlei wiskundige, geschiedkundige of politicologische theorieën op het fenomeen number stations loslaten. Maar doordat Irdeal The Conet Project uitbracht als een soort kunstproject, benaderden ze de uitgezonden cijferreeksen vooral op romantische wijze. En dat werkt: je slaat meteen aan het fantaseren.

“Die Sonne scheint zuhause”

chinese_embassy

Klik op foto voor groot formaat

Alleen al de intonatie waarin de nummertjes en teksten worden opgelezen is fascinerend. Er zijn vrouwen die ze heel streng declameren, inclusief een gebiedend ACHTUNG. Maar er zijn er ook bij die het op bijna pornoachtige wijze doen. Zucht threee zucht niiinnnee zucht seeeveeen. (Gevolgd door een supergeil I’ll say again.) En op de zender ‘Swedish Rhapsody’ hoor je bijna psychotisch klinkende kinderstemmetjes.
Werkelijk adembenemend is het ‘Tyrolean Music Station’. Hier hoor je opnamen van een zender uit het Italiaanse Zuid-Tirol, van een groepering die destijds aansluiting zocht bij Oostenrijk. Afgewisseld met verruiste jodelmuziek en een xylofoon hoor je tegelijk cryptische als lachwekkende zinnen: “Helmut grüsst Hanz. Helmut grüsst Franz. Guten Tag. Die Sonne scheint zuhause. Unsere Henne ist dabei ein Ei zu legen. Alles gut. Auf wiederhören.”

“Ready Ready”

dorchester_antenna_1

Klik op foto voor groot formaat

Dan ga je je toch afvragen wat voor mensen die vreemde uitzendingen maakten. Waren het Russische karpatenkoppen, met de stukken ui nog in hun stalinistische snorren? Stiff upperlip English gentlemen, met pijp, pantoffels en whisky voor de open haard? Vierkante Duitse matrones onder een kaal peertje in een uitgestorven kazerne? Ongeschoren gringo’s op een zoldertje boven een tapasbar? Alles lijkt langs te komen.

Maar wat je uiteindelijk het meest bijblijft is de sfeer van verlatenheid die uit alle opnames opdoemt. Omdat je nooit weet wie of waar de zender is en wie of waar de ontvanger, klinken de omroepers als roependen in de woestijn. Ver weg zijn ze ook, ergens verborgen achter een mist van witte ruis en wow en flutter. En ook ver weg in de tijd: boven alles klinkt The Conet Project als de desolate, kille soundtrack van de Koude Oorlog. Niet vrolijk, wel heel fascinerend.

“Konec”