Jaaroverzicht 2019

Zijn er ooit magere jaren geweest, waarin het schrapen was om een album top 10 samen te stellen, laat staan een 17, 18 of 19? Als dat al zo was, dan zeker niet in de jaren ’10. Het muziekaanbod is overstelpend, zo veel is er en zo goed! Het kostte me geen enkele moeite om een Top 2016 samen te stellen. Een 17 van 17 was geen enkel probleem. En een 18 van 18 ook niet. Het is eerder lastig om te kiezen uit al het aanbod. Ook dit jaar heeft me dat weer heel wat hersenkraken gekost. Maar… Ik heb een eindlijst! Dit is mijn 19 van 19. Klik op de links voor uitgebreide recensies.

  1. black midi – Schlagenheim
  2. FKA Twigs – MAGDALENE
  3. Sharon Van Etten – Remind Me Tomorrow
  4. Billie Eilish – When We All Fall Asleep, Where Do We Go?
  5. Solange – When I Get Home
  6. King Midas Sound – Solitude
  7. Bon Iver – i, i
  8. Kate Tempest – The Book Of Traps And Lessons
  9. Lana Del Rey – Norman Fucking Rockwell!
  10. Jenny Hval – The Practice Of Love
  11. Thom Yorke – ANIMA
  12. Brittany Howard – Jaime
  13. Aafke Romeijn – M
  14. Loscil – Equivalents
  15. Alessandro Cortini – VOLUME MASSIMO
  16. Anna Meredith – FIBS
  17. Black To Comm – Seven Horses For Seven Kings
  18. William Doyle – Your Wilderness Revisited
  19. Caterina Barbieri – Ecstatic Computation

Volgens mij zou het lijstje een kritische blik van Aafke Romeijn – die zich sterk maakt voor meer vrouwelijke artiesten op de Nederlandse festivals en in de Top 2000 Aller Tijden – wel kunnen doorstaan. Ga maar na. Van de negentien platen zijn er elf gemaakt door vrouwen, en in de top tien staan er zelfs zeven!

Bubbling under
De 19 beste albums van 2019 kiezen, is – helaas – ook veel buitensluiten. Kill a lot of darlings. Dat gaan we een beetje proberen goed te maken. Platen die ‘bubbling under’ zijn, zijn bijvoorbeeld Lux Prima van Karen O en Danger Mouse, de laatste van Apparat, de soloplaten van Sonic Youths Kim Gordon en Thurston Moore, Outer Peace van Toro Y Moi, het indringende Ghosteen van Nick Cave, het spacey On Time Out Of Time van componist William Basinski, de mooie laatste van Giulio Aldinucci, eindelijk weer eens een luisterbare plaat van Oval en Tanya Tagaq had met Toothsayer zeker de eindlijst gehaald als de plaat wat langer was dan EP-lengte. Haar experimentele eskimo-muziek is zo exotisch mooi! Oh ja, en dan vergeet ik ook nog die fijne plaat van r&b-zangeres/celliste Kelsey Lu.

Song van het jaar
Als song van het jaar had ik al Aafke Romeijn genoemd, met haar indringende interpretatie van Een Heel Klein Beetje Oorlog van Noordkaap. Daar ga ik niet van terugkomen. Maar ik wil er nog wel een tweede onder zetten. Al vanaf begin van dit jaar dans ik me suf op Freelance van Toro Y Moi. Ultiem swingen, dit nummer, en met een gek dingetje erin: “Oh, walk on the water er er er er er er er… for me!”. Het is raar dat dit niks heeft gedaan in Nederland.

Clip van het jaar
De clip van het jaar is natuurlijk het ‘kostuumdrama’ van Rammstein: Deutschland. Ook hier weer een vrouw aan het roer; het blijkt een zwarte vrouw te zijn die de roemruchte geschiedenis van Duitsland heeft bepaald en zal bepalen. Maar of dat nou zo positief is? Want naast heroïsche Teutoonse taferelen, zien we ook concentratiekampen, de DDR-top en de Rote Armee Fraktion langskomen. De muziek is niet zo heel bijzonder, gewoon vintage Rammstein (wel met een fijne sample van Anne Clarke’s Our Darkness), maar de beelden zijn heftig historiserend én een blik in de toekomst.

Zalig uiteinde en alle goeds voor 2020!

Luister de hele 19 van 19 op Spotify:

black midi – Schlagenheim

Jarenlang kon ik met recht volhouden dat er sinds de eerste generatie Pixies (eind jaren tachtig begin jaren negentig) en de hoogtijdagen van Sonic Youth (dito periode) geen opwindende, coole gitaarbandjes meer zijn geweest. En toen was er dit jaar ineens black midi! BAM! Of beter gezegd: bmbmbm, zoals een van hun eerste singles heette. Andere singles waren Speedway en Talking Heads, die laatste omdat het gejaagde nummer inderdaad deed denken aan de gelijknamige groep.

En in de zomer kwam Schlagenheim uit, een opwindende en vervreemdende uitbarsting van precies drie kwartier. Bij de eerste keer luisteren kom je niet verder dan een stamelend ‘what the fuck…’ Zeker als je – zoals ik – die eerste singles nog niet had gehoord. En pas na afloop begint het verwerken. Wat heb je nou eigenlijk allemaal meegemaakt? Een psychose? Een mosh-pit? Strakke wiskunde? Aanhoudende spanning? Gecontroleerde en ongecontroleerde uitbarstingen? Een hoop schroot zoals op de hoes? Strakke noise, springerige funk, hakkelende punk, sferische melodieën, polyfonisch kabaal, stompende ritmes?

Soms lijkt het wel of je twee nummers tegelijk hoort, zo vaak wisselt black midi van tempo en klankkleur. Het begint al bij opener 953 – genoemd naar het aantal keer dat ze de songstructuur herhalen – dat als een mokerslag aankomt. Heel apart is ducter, met twee keer dezelfde opbouw er in gebakken. In reggae, dat nu juist in niks doet denken aan de titel, loopt het ritme in allerlei U-bochten en tegenritmes naar het einde. De gitaarklanken op Schlagenheim worden aangevuld met een batterij elektronica, soms latin dingetjes (rumba) of dub-effecten. De productie van Dan Carey is dwars, robuust en hard, zoals ook Steve Albini dat kon in zijn hoogtijdagen.

Schlagenheim – titel klinkt als een Rammstein-nummer maar heeft uiteindelijk niets te betekenen – is eigenlijk tijdloos. Iedere generatie kan er zijn eigen ‘ding’ in horen. Wie opgroeide in de jaren zestig zal garagerock horen en in de jaren zeventig krautrock en jazzrock a la Mahavishnu Orchestra (de mannen van black midi zijn fan), tachtigers horen er postpunk en hardcore in en voor negentigers zal Schlagenheim vooral doen denken aan prog, emo en mathematische postrock. Nog meer referenties? Frank Zappa, Mark E. Smith van The Fall, Primus, Can en Damo Suzuki (ze stonden er zelfs mee op het podium), Queens Of The Stone Age, Johnny Rotten en PiL, Miles Davis, The Swans, Godspeed You! Black Emperor, Billy Cobham en zelfs de hele vroege Roxy Music.

Zanger Geordie Greep fluistert, mompelt, galmt en krijst. Soms achteloos, soms woedend. Maar van wat hij allemaal uitkraamt, valt geen brood te bakken. Zijn teksten zijn associatief en onbegrijpelijk. Niet dat dat heel erg is; Geordie Greep (zang en gitaar), Matt Kwasniewski-Kelvin (gitaar en elektronica), Cameron Picton (bas) en Morgan Simpson (drums) zetten vooral sferen neer. De mannen zijn 19 en 20 jaar oud, komen uit Londen en hebben elkaar leren kennen op de prestigieuze BRIT School – waar ook vrouwen als Amy Winehouse en Adele het vak leerden. En Sam Smith. Maar black midi koos direct al voor een andere aanpak. “Wij wilden muziek maken die ontregelt en niet geruststelt of behaagt. Muziek die je hersenpan doet kraken. Maar dan wel met een enorme techniek als bagage. Ongecontroleerde herrie maken is leuk, maar punkbands die niet kunnen spelen zijn er al genoeg”, aldus Morgan Simpson in de Volkskrant.

Dat is terug te horen op het radicaal tegendraadse Schlagenheim. Alles is samengebald tot de meest opwindende plaat van 2019. To be played at maximum volume! En draai de singletjes er nog maar even achteraan, want behalve de logge industrial-funktrack bmbmbm zijn die niet op de plaat te vinden. Doen ze bewust, net als The Beatles en The Smiths. Die brachten én singles én albums uit. Enjoy!

Alle beste albums van 2019:

FKA Twigs – MAGDALENE

MAGDALENE van FKA Twigs is magistraal. Meer hoef ik er eigenlijk niet over te zeggen… (Ga ik wel doen, hoor. Ik laat je niet met lege handen zitten. Want op de valreep van 2019 kwam Tahliah Debrett Barnett alias FKA Twigs op de proppen met het mooiste album van het jaar. Ik leg je uit waarom.)

Verstild en sensueel
Nu ben ik niet helemaal onbevooroordeeld. Ik maakte in 2013 kennis met FKA Twigs via haar verstilde, sensuele debuutsingle Water Me en ik was op slag verliefd. In de clip wiegt ze heen en weer als een speelgoedpoppetje met veel te grote Bambi-ogen. “He told me I was so small / I told him water me / I promise I can grow tall / If making love is free”, zingt ze dubbelzinnig. En als ze zichzelf bewatert met tranen groeit ze bijna beeldvullend. In ieder geval haar ogen. Fascinerend. De muziek is een amalgaampje van ratelende beats en elektronische stemmanipulaties. Prachtig!

Paaldansen en wushu
Haar album LP1 was net zo fascinerend en prachtig. Maar daarna heeft het jaren moeten duren voor er een opvolger kwam. Dat was een bewogen periode voor de nu 31-jarige FKA Twigs. Ze had een relatie met steracteur Robert Pattison en werd daardoor verkettert op het web. Je wil het niet weten, al die jaloerse bagger – tot racisme toe. Die relatie eindigde vervolgens in een pijnlijke breuk. En daarna werden er zes goedaardige maar zeer grote tumoren in haar baarmoeder aangetroffen. “Een fruitschaal vol pijn”, zoals ze zelf omschreef. “Twee appels, drie kiwi’s en wat kersen.” Zelfs ademhalen deed haar pijn. Inmiddels is ze geopereerd en in zeer goede shape. Ze heeft leren paaldansen en bekwaamt zich nu in wushu, een obscure Chinese vechtsport.

Avantgarde en pop
En deze periode heeft ze kundig weten om te zetten in een album met negen boeiende songs die de grenzen tussen avantgarde, triphop en pop doen vervagen. De sfeer is op het hele album emotioneel en beladen. Ze zingt over haar relatie met Pattison, de internet-bagger en de roddelpers op de sacraal klinkende opener thousand eyes. Wat een geweldige sopraan heeft FKA Twigs nog steeds in huis! En die vervormt langzaam tot een elektronisch gregoriaans koor. “If I walk out te door, it starts our last goodbye / If you don’t pull me back, it wakes a thousand eyes”, zingen ze, en “It’s gonna be cold without those eyes”. Bijna sacraal, dit nummer, maar de associatie met Water Me is nooit ver weg. Op home with you zingt ze fluisterend over de apples en de cherry’s en de pijn – of beter gezegd: haar robotachtige stem doet dat. Zelfs zingt ze hemels mooi met haar eigen soprano: “I didn’t know that you were lonely / If you had told me, I’d be running down the hills to be with you”. Het is niet alleen een tekstuele verwijzing naar Kate Bush, we horen haar invloed door de hele plaat. Ook in het titelnummer mary magdalene. “I can lift you higher / I do it like Mary Magdalene / I’m what you desire / Come just a little bit closer till we collide”, horen we terwijl de synths glitchy kraken. Hier is ze hoer en heilige tegelijk.

Hip en dramatisch
In fallen alien horen we iets unieks. Zo kwaad en agressief hebben we FKA Twigs nooit eerder meegemaakt. Ze doet een boze rap over een dito begeleiding. Dat nummer is geen contrast. Er zit een logische dynamiek in de plaat, wat knap is, want FKA Twigs heeft een blik aan hippe producers opengetrokken. Nicolas Jaar deed het meeste werk, maar we horen ook Skrillex, Arca (lees hier mijn recensie over zijn solo-album) en Oneothrix Point Never. En toch passen alle tracks bij elkaar. MAGDALENE is een eenheid. Op daybed is de hand van Oneothrix Point Never duidelijk te horen. Tussen allerlei stemmetjes door zingt FKA Twigs dramatischer dan ooit over intense leegte en het ontbreken van levenslust: “Silent are my heart strings / Icy is my body heat, yeah / Lonely is my hoping / Empty is my sweet thing / Aching is my laughter”.

Piano en samples
Denk je dan alles gehad te hebben, dan moet het eindstuk nog komen. Dat is het hartverscheurende nummer cellophane – slechts begeleid door een piano en wat samples. In de tekst lijkt alles samen te komen en uit te monden in de regels: “Didn’t I do it for you? Why don’t I do it for you? Why won’t you do it for me / When all I do is for you?”.

Breekbaar en doorleefd
Op MAGDALENE hoor je aan alles dat FKA Twigs sterker uit de afgelopen periode is gekomen. Maria Magdalena was getuige van de wederopstanding van Christus, MAGDALENE is de getuigenis van de wederopstanding van FKA Twigs. De littekens zijn er nog zeker. Ze klinkt nu breekbaar en doorleefd. Dat is pas krachtig. Pfff, wat een prachtplaat is dit!

Alle beste albums van 2019:

Sharon Van Etten – Remind Me Tomorrow

Bij de naam Sharon Van Etten zou je kunnen denken aan een struise Brabantse die met forse uithalen galmt over de muziek van een of andere Finse symfonische metalband. Terwijl thuis in de buitenwijk haar hondje op haar wacht… Maar niks is minder waar. Van Etten is een indie-folkie die uit een hippe koffietent in New York is geplukt. Ze heeft wel een Nederlandse naam, maar de in New Jersey geboren 38-jarige gaat al generaties terug in Amerika.

Twin Peaks
Maar dat beeld van sobere folkie klopt nu ook niet meer. Het is inmiddels vijf jaar na haar voorlaatste plaat. In de tussentijd werd Sharon Van Etten moeder van een zoon, studeerde af voor therapeut, acteerde in de Netflix-serie The OA en was nachtclubzangeres in de nieuwe editie van Twin Peaks van regisseur David Lynch (de opvolgster van Julee Cruise, zeg maar). De nieuwe plaat kon dus niet meer met alleen gitaar, piano en warrige haardos. Op Remind Me Tomorrow is het elektronica dat de klok slaat. Synths, drones en drumcomputers. Vooral op de Jupiter4-synthesizer werd ze verliefd. Ze noemde er zelfs een nummer naar.

Gothic
Dat galmen klopt trouwens weer wel. Van Etten heeft een stem als een klok. Ze zingt soms statig en dwingend, gothic, zeg maar – denk aan PJ Harvey, Zola Jesus of Siouxsie Sioux – maar soms ook ijl als Julee Cruise (op Memorial Day). Wat je nog meer hoort op Remind Me Tomorrow? De eighties-powerpop van Pat Benatar of Chrissie Hynde van The Pretenders, de sensuele intensiteit van Portishead uit de jaren negentig, de dwingende synthesizerloops van Suicide anno 1977, zuigende stofzuigersynths en gitaarerupties zoals op Hours of Earthling van David Bowie. Triphopbeats. Maar bovenal hoor je door alles heen de dromerige donkerte van de films van David Lynch.

Kooks
Het hele album is indrukwekkend. Maar er zijn uitschieters. De dreigende single Seventeen bijvoorbeeld, en het moment waarop ze het uitschreeuwt “I know that you’re gonna be / You’ll crumble it up just to see / Afraid that you’ll be just like me”. De inmiddels 38-jarige zangeres kan zich nog herinneren hoe moeilijk verwarrend het was als 17-jarige bakvis, en wat staat hen allemaal nog te wachten… Op Malibu legt ze een schrijversvakmanschap (m/v) a la Bruce Springsteen aan de dag. Prachtig is het dwingende ritme van de synth-rocker Comeback Kid. Nog een stap verder gaat Hands. Dat is heftiger, lawaaiiger, chaotischer, abstracter. Memorial Day is spannend en slepend. Bezwerend. De opener I Told You Everything is juist heel dramatisch. “Sitting at the bar, I told you everything / You said, ‘Holy shit, you almost died’…”, klinken de eerste regels van het album. De plaat eindigt met Stay, een lief liedje voor haar jonge zoontje. “You won’t let me go astray. You will let me find my way”, zingt Sharon Van Etten in wat we met een beetje goede wil Kooks van 2019 kunnen noemen – dat David Bowie in 1972 maakte voor zoontje Zowie.

Gelukkig heeft die fictieve Finse symfo-rock nooit vat op haar gekregen en heeft ze de indie-folk van zich afgeschud. Sharon Van Etten is in 2019 geen baanbrekende avantgarde gaan maken, maar wel intense, krachtige en onweerstaanbaar mooie muziek. Ze fabriceerde zo de plaat die dit jaar het vaakst uit mijn speakers knalde. Chapeau en bedankt daarvoor!

Alle beste albums van 2019:

Billie Eilish – When We All Fall Asleep, Where Do We Go?

Van dertien tot en met zestien was een ramp voor Billie Eilish Pirate Baird O’Connell. Op haar zeventiende veroverde ze de hele wereld en werd vervolgens – ruim een week geleden – meerderjarig. En… Billie Eilish verscheen een paar dagen geleden in weer zo’n geweldige aflevering van Carpool Karaoke van de komiek James Cordon.

De feelgoed-filmjes van Cordon zijn gemaakt om de gast op zijn of haar best te laten uitkomen, en dat is bij Billie Eilish wel heel goed gelukt. Billie en James knallen er meteen samen in met Bad Guy. Daarna covert ze I Will van de Beatles, ze speelt op een ukelele het eerste liedje dat ze ooit schreef (toen ze zeven was!), ze vertelt over haar ontmoeting met Justin Bieber tijdens Coachella. Ze wordt emotioneel als Cordon haar confronteert met haar eerste single Ocean Eyes – dat in 2015 ‘per ongeluk’ een wereldhit werd en zoveel voor haar deed. En Billie Eilish sleept Cordon mee naar haar huis en specifiek naar de slaapkamer waar ze met haar broer drie jaar lang aan haar album When We All Fall Asleep, Where Do We Go? werkte. Daar maakt hij ook kennis met haar moeder en Billie Eilish’ huisdier, een potige tarantula.

Een jaar geleden kende bijna niemand Billie Eilish. Maar sinds haar fenomenale hits, geweldige album en opzienbarende optredens op festivals als Glastonbury en Lowlands is ze niet meer weg te denken uit de popcultuur anno nu. Dus schrijven journalisten, duiders en would-be cultuurfilosofen hele bladen vol over haar oversized Gucci-kleding, haar blauwe, gele of groene haar, de horror-elementen in haar teksten, de duistere clips, haar invloed op tienermeisjes die massaal ‘I wanna end me’ yellen, dat ze nooit lacht op foto’s, haar hypnotiserende ogen. Over elk aspect van haar authenticiteit, kortom. In alle toonaarden wordt de nieuwe tienersuperster belicht, vooral als contrast met eerdere sterretjes als Britney Spears en Christina Aguilera die werden gemanipuleerd en standaard onderworpen aan de ‘male gaze’. Dat zal Billie Eilish nooit gebeuren. Een nieuwe generatie idolen is opgestaan. ‘Move over Beatlemania, it’s time for Billiemania’. Zelfs Dave Grohl – van Foo Fighters en drummer van Nirvana – begon te bewieroken. Ook hij rook teen spirit bij de optredens van Billie Eilish. De jonge zangeres heeft dezelfde impact als Kurt Cobain, vindt Grohl. “De connectie die ze maakt met haar publiek, voelde ik destijds ook bij Nirvana. Voor mij is ze het bewijs dat rock ’n roll niet dood is.”

Duh!

Al die duiders en Grohl ten spijt, wie het fenomeen Billie Eilish écht wil leren kennen moet gewoon dat kwartier Carpool Karaoke kijken. Dan zie je een bevlogen jonge vrouw die – samen met haar broer – helemaal gaat voor de muziek. Die vrolijk en spontaan is, en helemaal niet zo apart als de kranten en bladen willen doen geloven. Die origineel is en creatief. Gewoon goed. Precies zoals je begin dit jaar al op When We All Fall Asleep, Where Do We Go? kon horen. Moeten we op deze plek nog iets zeggen over de nummers op de plaat? Nee, al die duiders hebben het gras al voor onze voeten weggemaaid. Je kunt je tijd wel beter besteden. Met karaoke, clipjes en spotify, bijvoorbeeld. Enjoy!

Alle beste albums van 2019:

Solange – When I Get Home

De shuffle-functie is killing voor de laatste plaat van Solange. Die moet je juist van A naar B luisteren, of beter gezegd: ervaren. Vanaf het moment dat Solange inzet op Things I Imagened tot en met de laatste seconden dat de hemelse vocalen van I’m A Witness wegsterven – allebei begeleid door fijne Hammond-klanken.

Een soort moodboard is dit. Het album is een amorf geheel opgetrokken uit korte songs en fragmenten, soms briljante werkjes die na anderhalf of twee minuten afgelopen zijn.

Dan begint er weer iets dat voortbouwt op een song eerder op de plaat. Korte songs en fragmenten. Psychedelisch, klinken ze soms, impressionistisch. Cryptisch. Jazzy en relaxed.

Oh, en wat heeft Solange een goddelijke stem!

Muzikale mistflarden lijken het wel, meanderend in sfeer en toonaard. Traditionele songstructuren zijn er niet. Die hebben plaatsgemaakt voor repeterende patronen.

En ook de teksten worden maar herhaald en herhaald. Als mantra’s.

I saw things I imagined
I saw things I imagined
I saw things I imagined
I saw things I imagined

Of:

Pour my drank, drank
Sip, sip, sip, sip, sip
Pull that Lac on ‘em
Sip, sip, sip, sip, sip
Brown liquor, brown liquor
Brown skin, brown face
Brown leather, brown sugar
Brown leaves, brown keys
Brown creepers, brown face
Black skin, Black Benz
Black plays, black Molasses
Blackberry the masses

Oh, en wat heeft Solange een goddelijke stem!

R&B of hiphop kun je dit niet meer noemen. Of op z’n minst: de grenzen van het genre worden volledig opgerekt. Psychedelisch, klinkt ‘ie soms, impressionistisch. Relaxed, ook.

Dat is niet zo gek. Als invloeden voor deze plaat noemt Solange minimal-componist Steve Reich en toetseniste/harpiste Alice Coltrane, die een soort van meditatieve jazz maakt, en opvallend genoeg Journey Through The Secret Life Of Plants van Stevie Wonder – een obscuur album met meditatieve new age-achtige muziek, net zo fragmentarisch en ongrijpbaar als When I Get Home.

Een soort moodboard is dit. Andere referentie: The Hissing Of Summer Lawns van Joni Mitchell waarop ze steeds lossere composities met vloeibare melodieën maakt. Net zo vluchtig als Solange en paradoxaal genoeg met net zoveel impact.

En Sun Ra. Deze plaat heeft absoluut iets te maken met Sun Ra. Sun Ra’s avantgarde met z’n Solar Arkestra.

R&B of hiphop kun je dit niet meer noemen. Of op z’n minst: de grenzen van het genre worden volledig opgerekt. Wat een contrast is dit met haar vorige plaat A Seat At The Table die vol stond met dwingende funk en afgeronde songs, harde strijdliederen voor de zwarte vrouw in de eenentwintigste eeuw.

Oh, en wat heeft Solange een goddelijke stem!

Op deze plaat gaat het niet om wat ze te zeggen heeft, maar om wat ze voelt, zo verklaarde Solange in interviews. Op deze plaat keert ze terug naar haar jeugd in het stadsdeel Third Ward in Houston Texas. Een soort moodboard is dit. Nummers als Almeda, S McGregor, Exit Scott, Binz en Beltway verwijzen allemaal naar straten in Third Ward.

Solange maakte When I Get Home niet in haar eentje. Op deze plaat doen massa’s gastzangers en –muzikanten mee. Pharell… Sampha… Tyler The Creator… Panda Bear van Animal Collective… Blood Orange… de halve hiphopscene van Houston… Wel mooi dat je met zo’n grote groep mensen toch zo’n persoonlijke plaat kan maken.

Zo, en dan is het me toch gelukt om een recensie over Solange Knowles te schrijven zonder één keer haar beroemde grote zus te noemen. Beyoncé. Oh shit, nee toch niet…

Hierboven het hele album als één lange videoclip…

Alle beste albums van 2019:

King Midas Sound – Solitude

Eenzaamheid is een zwart gat. Het kost meer en meer energie en je wordt er steeds verder ingezogen. Zo is te horen op het gelijknamige album Solitude van King Midas Sound. Het begint met een – misschien wel symbiotische –relatie die eindigt, in You Disappear dat qua strekking vergelijkbaar is met Love Will Tear Us Apart van Joy Division. De comfort zone, die is niet meer. “I wonder who she is sleeping with now?”

Depressie en paranoia
Maar er is veel meer dan een verloren liefde. De reis die volgt eindigt met leegheid, verveling, depressie en paranoia. “Too much time on your own makes the eyes look hollow.” Ontreddering, zelfhaat, woede. “Looks a bit like anger, but I’m not angry, just empty.” Dat je op straat wordt gemeden door de mensen die je vroeger kenden. “Alone in a crowded place, alone with tears on your face.” Walging, onbestemdheid, angst – zo verschrikkelijk als die foto van de Japanse fotograaf Daisuke Yokota op de hoes van de plaat.

Bluebird
En ergens als de duisternis op z’n diepst is, komt King Midas Sound met het gedicht Bluebird op de proppen – van de Amerikaanse schrijver Charles Bukowski.
“There’s a bluebird in my heart that
wants to get out
but I’m too tough for him,
I say, stay in there, I’m not going
to let anybody see
you.”

Afgrond
De weg naar de afgrond klinkt bij King Midas Sound ijzig koud: een grauwsluier van feedback en witte ruis met soms een enkele pianotoets of ergens een harp. Dalende tonen. Soms een rudimentair ritme. Solitude is beklemmend, er zit geen momentje luchtigheid in. Is dit nog wel muziek? Of ook een sonisch zwart gat dat alles absorbeert?

Sonische zwartheid
King Midas Sound is een project dat gaandeweg is uitgedund tot een duo: Kevin Martin, bekend van het dubproject The Bug en de hiphopnoise van Techno Animal, en de uit Trinidad afkomstige dichter/woordkunstenaar Roger Robinson. Eerst maakten ze nog pop, reggae en dancehal met dub- en industrial-randjes, samen met de Japanse zangeres Kiki Hitomi. Maar onder invloed van hun samenwerking met ambient-wizard Fennesz kwamen ze uit bij de sombere sonische zwartheid van Solitude.

Traag en zwaar
De stem van Robinson contrasteert met de abstracte geluidstapijten. Robinson klinkt traag en warm, zijn stem is zwaar en met een duidelijk Trinidad-accent. Hij leest rustig en zonder stemverheffing. In de mix zit zijn stem heel erg naar voren, zo dichtbij dat je af en toe schrikt als Robinson inzet. Maar verderop in de plaat – als de depressie meer en meer toeslaat – krijgt hij langzaam steeds meer echo op zijn stem. Subtiel. En op een gegeven moment, tijdens het nummer Lies, besluit hij er helemaal het zwijgen toe te doen.

Valentijnsdag
Valt er dan écht helemaal niks te lachen? Jawel, Martin en Robinson besloten in een vlaag van cynische humor om deze donkere plaat op Valentijnsdag uit te brengen. Om in stijl te blijven bespreek ik ‘m op Eerste Kerstdag, met daarbij de kerstwens dat de eenzaamheid in ons leven beperkt mag blijven tot de troosteloze luisterervaringen op deze geniale plaat!

Alle beste albums van 2019:

Bon Iver – i, i

Onder de G, van Gekte en Genialiteit, daar vind je het laatste album van Bon Iver. De gekte zit ‘m bijvoorbeeld in de titels. Het album heet i, i en daarop staan nummers als Yi, iMi, U, Sh’Dia en RABi… alsof de poes op het toetsenbord is gesprongen. De gekte én de genialiteit slopen in de muziek op i, i, die het hele Bon Iver spectrum omvat, van de singersongwriter-in-houthakkersshirt-die-tussen-de-coyotes-in-Wisconsin-zijn-liefdesverdriet-uitschreeuwt-folk (anno 2008) tot het elektronische, experimentele en extremistische autotune-hiphop-meesterwerk Yeezus van Kanye West uit 2013 – waarvoor Bon Iver voor een groot deel verantwoordelijk was. Alles wat daar tussen zit of nog verder gaat hoor je terug.

Het levert een hele fragmentarische plaat op en lang niet iedereen kan Justin Vernon (de grote man achter Bon Iver) even goed volgen. Maar neem je de moeite om je in zijn muziek te verdiepen, dan kom je op deze plaat langs een aantal hoogtepunten. Holyfields, bijvoorbeeld (ja, die komma hoort in de titel), een vrolijk nummer vol van die typische hoge Bon Iver-uithalen. De track doet ergens wel een beetje aan Animal Collective denken. Daarna volgt de briljante trits Hey, Ma, U (Man Like) en Naeem. De eerste is fragiel melancholisch, de tweede somber – maar heeft wel een vrolijke jazzy piano van de hand van eighties-icoon Bruce Hornsby en de zoetgevooisde stem van soulzanger Moses Sumney. Naeem stelt de stem van Vernon weer centraal, maar met allerlei rare sublijntjes en tegenlijntjes en vraag-en-antwoord-zang. Langzaam bouwt het nummer op met drums en zware orkestratie.

En dan is er nog We, duister en donker, ondoorgrondelijk maar fascinerend. Zeg maar een beetje zoals Scott Walker (RIP) dat was op zijn laatste platen. Jelmore staat weer bol van glitchy elektronica. En Faith is echt weer die oude Bon Iver uit Wisconsin, met zijn prachtstem en zijn akoestische gitaar. Denk je, want allengs vult de muziek zich met allerlei gekke geluidjes en komt ook de autotune weer op zijn stem. Heerlijk. Sh’Diah kenmerkt zich door een zwoele saxofoonsolo over een rare elektronische soundscape. Associaties? Denk aan jazz-mannen waar ik eerder over schreef, zoals Joseph Shabason en Colin Stetson.

Het was Bon Ivers ambitie om de vier seizoenen te maken, maar dan in albums. Zijn debuut Emma (2008) was winter, het titelloze Bon Iver (2011) lente, 22, A Million uit 2016 stond voor de zomer (maar zo gek dat je eerder van een zonnesteek kan spreken) en i, i is de herfst… Dit zou kunnen impliceren dat Bon Iver nu klaar is, nu alle seizoenen zijn geweest. Of zullen Vernon en de zijnen – en dat zijn er nogal wat – nieuwe projecten en thema’s verzinnen? Dat moet toch eigenlijk wel, want nu we eenmaal zijn doorgedrongen tot deze magische paradox van logische en onlogische muziek op i, i, willen we alleen maar meer, meer, meer!

Als afsluiting ga ik een zinnetje jatten van Knack Magazine. Gewoon omdat ik ‘m zo leuk vind. Komt ‘ie.
“Samengevat, nu ook voor de allerkleinsten: de vierde Bon Iver is meer amai, amai dan ai, ai.”
En zo is dat.

Alle beste albums van 2019:

Kate Tempest – The Book Of Traps And Lessons

“I’m listening to every little whisper in the distance singing hymns / And I can feel things changing”

Revolutie van liefde
Dat dus. Op het eerste gehoor is de derde plaat van de Britse dichteres Kate Tempest (Kate Esther Calvert, geboren 22 december 1985 in Westminster Londen) opgetrokken uit doemdenkerij en zwartgalligheid. In ieder geval het eerste deel, dat je zou kunnen aanduiden met ‘the book of traps’. Maar tijdens het tweede deel (‘the book of lessons’) wordt het steeds meer duidelijk: het gaat bij Kate Tempest juist om hoop en verbondenheid. Dat voel je ook als je de dichteres ziet optreden. Je verlaat de zaal, of het festival, gloedvol en ontroerd. Helemaal opgeladen en met de onstuitbare aandrang om een revolutie te beginnen, een revolutie van liefde.

Woede over het shitsysteem
Maar eerst die ‘traps’. Tempest foetert tegen Brexit. (“It’s coming to pass, my countries coming apart / The whole thing’s becoming such a bumbling farce / Was that a pivotal historical moment / we just went stumbling past?”) Ze ageert tegen alcohol, vadsigheid en luiigheid. (“Instead, we are online venting our outrage / Teaching the future that life is performance and vanity / Post a quick death threat / Drunk every evening / Sick from the radiated meat / Sucking on pork ribs and summoning pornography / So that we can cum when we fuck!”) Tegen racisme, reaguurders op internet. Tegen consumentisme. (“I’m the child of the gimme-more nation / When they want something / They launch an occupation / They plunder and they pillage / They call it liberation.”) Tegen isolement, emotionele leegte en gebrek aan empathie. De boodschap komt hard binnen. “Er is een reden waarom ik Tempest heet als artiest”, zegt ze zelf. “Als een wervelwind probeer ik door de zaal te gaan. Door je hoofd. Mijn woorden zijn windvlagen, die soms als scheermesjes kunnen aanvoelen. Maar ik dwing je om iets te voelen. Woede over het shitsysteem. Woede en verdriet over de wanorde en de onrechtvaardigheid.”

Intiem en urgent
Vanaf halverwege de plaat starten de ‘lessons’ en wordt de muziek steeds gevoeliger. Muziek die overigens heel spaarzaam is. De plaat is geproduceerd door Rick Rubin (de baas van DefJam-records en de grote man achter de Beastie Boys, Run DMC, Public Enemy en LL Cool J, maar ook de man die Johnny Cash zijn intense laatste platen liet maken). Rubin koos voor beatloos en heel weinig instrumenten – soms zelfs geen, All Humans Too Late is alleen Kate’s stem. Terecht, want zo komen de gedichten van Tempest het best tot hun recht. Intiem en urgent. Nummers als Hold Your Own en Holy Elixer zijn daarom prachtig.

Less greed, more respect
De plaat sluit af met het prijsgedicht People’s Faces.

“And I can feel things changing / Even when I’m weak and I’m breakin’ / I stand weeping at the train station / ‘Cause I can see your faces / There is so much peace to be found in people’s faces / I love people’s faces.”

En iets verderop maakt ze een statement dat niets aan duidelijk te wensen overlaat:
“More empathy, less greed, more respect / All I’ve got to say has already been said / I mean, you heard it from yourself / When you were lying in your bed and couldn’t sleep / Thinking: Couldn’t we be doing this differently? I’m listening to every little whisper in the distance singing hymns / And I can feel things changing”

Pfff. Iedere keer als ik People’s Faces hoor of zie, ontroert het me weer. En ik ben niet de enige. Kate Tempest krijgt er zalen en festivals mee plat. Ik bedoel: als je half Glastonbury aan het huilen krijgt met alleen woorden, dan ben je een hele hele grote!

Alle beste albums van 2019:

Lana Del Rey – Norman Fucking Rockwell!

Al bij de release in de zomer werd voorspeld dat Norman Fucking Rockwell! van Lana Del Rey hoog zou eindigen in de eindejaarslijstjes. Sindsdien raakten journalisten, schrijvers en filosofen niet uitgeschreven over de plaat, dat kan je niet zijn ontgaan. Voor wie 2019 onder een steen heeft doorgebracht vatten we nog even samen waarom dit album zo betoverend en zo belangrijk is. In bulletpoints, dan houden we daarna misschien nog wat ruimte over voor een hippe vergelijking.

  • Het begint al bij de eerste tekstregels… “Goddamn manchild / You fucked me so good that I almost said ‘I love you’.”
  • Geen plek voor hiphop, gastrappers en ander soort hippe onzin zoals op eerdere platen, Norman Fucking Rockwell! is het klassieke popalbum dat Lana Del Rey altijd al in zich had. Allemaal Carole King-achtige sixtiesballads.
  • Nooit wordt ze voorspelbaar: als Venice Bitch afgelopen lijkt, gaat het nummer nog vijf minuten door met een heerlijk vieze solo, schrijft Leon Verdonschot in De Groene Amsterdammer.
  • Lana Del Rey is dramaqueen pur sang. Ze wentelt zich er in. “If he’s a serial killer, then what’s the worst / That can happen to a girl who’s already hurt?”, zingt ze pathetisch. Heerlijk.
  • Die stem van Lana: langzaam, lijzig. Sjiek soms. Stemverheffingen zijn er nauwelijks, maar daarmee weet zij een album lang te boeien. Dat is ongeveer zeventig minuten. Ze vloekt daarbij wel als een bootwerker.
  • De hele nostalgische wereld van Lana Del Rey verwijst naar de Californische Laurel Canyon-scene, Neil Young en The Eagles. Da’s lekker.
  • Met heel elegante muziek slaat ze de Amerikaanse droom aan diggelen, schrijft Gijsbert Kramer in de Volkskrant. Vandaar ook die titel. Norman Rockwell was illustrator en een beetje een Anton Pieck-achtige chroniqueur van het ‘gewone’ Amerikaanse leven.
  • De vijfde plaat van Lana Del Rey is haar meest sombere tot nu toe. En de meest persoonlijke, donkere, kwetsbare en meest intieme, schrijft Harry Prenger op de website Zwart Goud.
  • Grote pré is ook producer Jack Antonoff. Die bewees zich eerder al op platen die ik besprak voor mijn ’17 van 17′: Melodrama van Lorde en Masseduction van St. Vincent.
  • De plaat zit vol met slimme quotes uit de muziekgeschiedenis. Een nummer heet Cinnamon Girl, vrij naar Neil Young. “Dream a little dream of me”, zingt ze in Fuck It I Love You. En ergens anders: “But sometimes girls just want to have fun / The poetry inside me is warm like a gun”. Van Cindy Lauper naar The Beatles in één vreemd lijntje tekst. “Summertime and the living is easy”, klinkt het als rode draad door Doin’ Time. En zo kunnen we nog wel even doorgaan…
  • Die hoes is fascinerend met Lana samen met de kleinzoon van Jack Nicholson op een zeiljacht voor een brandend Los Angeles. Bedoelt ze dat met “the culture is lit and I had a ball” op het nummer The Greatest?

Norman Fucking Rockwell! bewijst maar weer: Lana Del Rey is een vrouw met veel diepere lagen en veel grandeur. Met humor en schoonheid. Met dwarsigheidjes zonder dat het heel erg schuurt. Het is zwelgen in hapklare vorm, en daarom zo lekker. Je hoeft er niet veel voor te doen. Ze is supersexy. Ze flirt met de boeken die ze al dan niet leest (Women Who Run With Wolves van Clarissa Pinkola Estés, bijvoorbeeld, en Sylvia Plath). Alles heeft altijd een glanzend laagje. Heel prettig, maar ook heel onecht. En daarmee belichaamt Lana Del Rey (dat is natuurlijk ook niet haar echte naam, ze heet Lizzy Grant) helemaal de Instagram-cultuur van nu. Ze trekt enorm de aandacht met een kleurrijk en veelzijdig leven. Teksten en uitspraken zijn gevat en bijdehand. Maar alles is te mooi. Er is geen echt drama. Niemand kent haar echt, zoals bij al die Instagram-vrouwen. De nummers op Norman Fucking Rockwell! klinken ook vintage alsof er een Instagram-filter overheen is gehaald. En net als op de hoes – waarop de achtergrond is bijgetekend – is haar wereld opgepoetst. Dat is het ambivalente aan Lana Del Rey. Het is heerlijk om naar te kijken en te luisteren, je kunt uren swipen, maar het blijft oppervlakkig. Het beklijft niet. Zelf zet ze haar Instagram-personage heel meta neer, in het nummer Hope Is A Dangerous Thing For A Woman Like Me To Have. Ze zingt dat ze een ‘24/7 Sylvia Plath’ is in haar nachtjapon. Dat vinden wij leuk en lekker van Lana. Zolang we Sylvia Plath maar niet zelf hoeven te lezen.

Norman Fucking Rockwell! is ambivalent. Prachtig maar makkelijk. En zo eindigt deze plaat in de hoogste regionen van de jaaroverzichten. Wat zegt dat over 2019? Denk daar eens over na, maar geniet ook van Lana Del Rey.

Alle beste albums van 2019: