Jaaroverzicht 2024

Vaak hou ik hier een stichtelijk praatje aan het eind van het jaar. Dat de wereld vol ellende is, enzo, en dat het fijn is dat er muziek is om ons te troosten. Ik heb daar dit jaar helemaal geen zin in. Dat er ellende is, weten jullie allemaal. Dat er mooie muziek is uitgekomen ook. Dus cut the crap: daar gaan we nu bij stil staan.

Allereerst de 24 van 24, de beste albums van het jaar. Hier is de gehele lijst. Lees de recensies in de links.

  1. Charli xcx – Brat
  2. The Cure – Songs Of A Lost World
  3. Porcelain id – Bibi: 1
  4. Meis – Zwart/Wit
  5. Jan Jelinek – Social Engineering
  6. Nia Archives – Silence Is Loud
  7. Bolis Pupul – A Letter To Yu
  8. Kim Gordon – The Collective
  9. v/a (Red Hot) – TRAИƧA
  10. E L U C I D – REVELATOR
  11. Personal Trainer – Still Willing
  12. Xiu Xiu – 13th Frank Baltreme Italian Stiletto With Bison Horn Grips
  13. Beth Gibbons – Lives Outgrown
  14. Kendrick Lamar – GNX
  15. Nicolás Jaar – Piedras 1 & 2
  16. De Mannen Broeders – Sober Maal
  17. JPEGMAFIA – I Lay Down My Life For You
  18. Henrik Meierkord – Visitors To Erinnerungen
  19. Rachel Chinouriri – What A Devastating Turn Of Events
  20. A Lily – Saru I-Qamar
  21. cupcaKKe – Dauntless Manifesto
  22. Kee Avil – Spine
  23. Roos Rebergen & SunSunSun Orchestra – Roos Rebergen & SunSunSun Orchestra
  24. Tyler, The Creator – CHROMAKOPIA

Heb je even 22 uur en 13 minuten? Luister dan de hele 24 van 24 op Spotify:


Ik heb natuurlijk weer heel veel weg moeten strepen. Dat doen pijn. Het is zo zonde dat ik de nieuwe albums van bijvoorbeeld Einstürzende Neubauten en Nick Cave & The Bad Seeds niet in mijn lijst kon opnemen (ik kom hier nog op terug). Of die van Arooj Aftab – alhoewel die net iets minder indruk maakte dan haar prachtige Vulture Prince uit 2021. De ‘drugsbaronnen’ van Fat White Family brachten ook weer een onnavolgbare plaat uit. Eigenlijk had ik de ‘ambient-soul-plaat’ Contezza van Laryssa Kim bij jullie onder de aandacht willen brengen en de fijne field recordings van Kate Carr die opnames maakte tijdens een zomerse reis door Londen. (Bij deze dan en bij deze dan.) Dan waren er ook nog vaste waarden als Brittany Howard, Chelsea Wolfe en The Bug, die ook dit jaar weer kwaliteit leverden.

Albumhoes

De best verpakte plaat vind ik Fil O Fenjoon van het duo ZÖJ. Schattig toch? De muziek hoef je verder niet te luisteren.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Re-releases en compilaties

Hoe langer de popgeschiedenis zich uitstrekt, hoe meer men terugblikt via heruitgaven. Ik ben daar niet vies van. Hier is mijn top 10 van re-releases, compilaties en tribute-albums. Eighties rule dit jaar! Fijn is dat er ook veel obscuur materiaal werd opgedoken uit de archieven.

  1. Control I’m Here: Adventures On The Industrial Dancefloor 1983 – 1990
  2. Pixies – At The BBC, 1988-91
  3. Harde Smart Volume 2: Flemish & Dutch Grooves From The 80’s
  4. Ghana Special 2: Electronic Highlife & Afro Sounds In The Diaspora (1980-93)
  5. Everyone’s Getting Involved: A Tribute To Talking Heads’ Stop Making Sense
  6. Sprung aus den Wolken – 1981 West-Berlin
  7. Heaven Sent: The Rise Of New Pop 1979-1983
  8. Throbbing Gristle – The Third Mind Movements
  9. Cocteau Twins, Harold Budd – The Moon And The Melodies (2024 remaster)
  10. GAS – GAS
Foto: Sjef Prins – APA Foto

Song van het jaar

Een van de mooiste stukken – ik weet niet of ik het echt een ‘song’ kan noemen – die ik dit jaar hoorde was Pattern In Heritage van Canberk Ulaş, een Turkse duduk-speler die nu in Zweden woont. Canberk Ulaş laat de geluiden van het traditionele instrument samenvallen met elektronische klanktapijten die zo lijken weggehaald bij de geluidsmagiërs van Coil. Zeker het tweede deel van Pattern In Heritage is adembenemend van verstilde schoonheid!


Clip van het jaar

Zal ik gaan voor een superkunstzinnige clip of voor een grappig commerciële? Ach, ik doe allebei. Zo is de clip Tiger Laughs van Andrey Kirichenko een prachtig staaltje bewegende naïeve kunst. Maar eigenlijk smolt ik ook meteen voor de clip van Europapa – nog ver voor al dat gedoe begon… Hier zijn ze allebei.


Concerten

Hier wat foto’s die ik maakte van het allerbeste concert van het jaar: Nick Cave & The Bad Seeds speelden op 29 september de Über Arena in Berlijn plat. “We hadden kippenvel, we hebben gehuild, gezongen en wild gedanst. Het was halleluja fucking goed!”, schreef ik op social media en daar heb ik nog steeds niks aan toe te voegen. Cave’s oude kompaan Blixa Bargeld stond met zijn band Einstürzende Neubauten een half weekje eerder in TivoliVredenburg Utrecht. Ze gaven een prachtig concert, niet meer zo lawaaiig als vroeger maar vol subtiele ritmes en melancholieke sferen. En er waren nog meer ouwe rotten die anno 2024 nog steeds wisten te overtuigen: ik was flabbergasted door de show van Massive Attack in het Spoorpark in Tilburg en ik ging lekker uit m’n plaat bij The Human League in TivoliVredenburg.

Maar de leukste dingen vinden plaats in de kleinste zaaltjes. De oudgedienden van It Dockumer Lokaeltsje overtuigden in Willemeen Arnhem en over het meest verrassende optreden van het jaar heb ik al geschreven in de recensie van Bibi:1 van Porcelain id. Ga hen zien als je kan! Iemand anders om in de gaten te blijven houden is Douglas Dare. Wij zagen hem shinen in de kleine dependance van Berghain in Berlijn.

Boeken

Het is een cliché, maar waar. Voor mij gold dit jaar meer dan ooit: ik lees niet, ik schrijf. Met het schaamrood op de kaken beken ik dat ik nauwelijks boeken of e-books heb gelezen – en al helemaal weinig over muziek. Wie de recensies van de 24 van 24 nauwlettend heeft gelezen, is opgevallen dat er in élk stuk – en in dit overzicht – het zinnetje ‘ik kom hier nog op terug’ staat. Het is mijn eigen kleine ode aan de gelijknamige roman van Rob van Essen, een van de meest originele boeken die ik dit jaar heb gelezen.

Maar dat terzijde; muziekboeken nu. Ik kocht eentje in de ramsj en die heb ik verslonden. Het was de verzamelbundel De Beste Muziekverhalen Van 1945 Tot Nu, samengesteld en ingeleid door Leon Verdonschot (‘nu’ is 2008, het jaar waarin de bundel verscheen). Het is een geweldig stukje geschiedenis van de muziekjournalistiek! Een ander oudje is het prentenboek Where’s Bowie? – een soort Waar Is Wally, maar dan met karakters als Ziggy Stardust, Major Tom, de Thin White Duke en Bowie in Berlijn. Ik kocht het in een Duits museum.

Dan nog een stukje Arnhemse nostalgie: dit jaar verscheen het boek George Jazzcafé, Een Arnhemse Legende van Peter Bierhaus en Kees de Bruijn. Zij brachten op prachtige wijze de geschiedenis in kaart van de kleine bruine kroeg (1974 – 1996), waar werkelijk alle jazzgrootheden speelden – van Chet Baker tot Dexter Gordon tot Art Blakey. Er zit zelfs een cd bij van een concert van Chet bij George (een optreden dat ikzelf heb gemist, we wilden geen kaartje kopen omdat we anders geen geld meer hadden voor bier…).

Foto: Sjef Prins – APA Foto

De doden

Regelmatig schrijf ik voor weblog Ondergewaardeerde Liedjes een in memoriam voor artiesten die gaan hemelen. Dit jaar ging het bijvoorbeeld over Frank Z van Abwärts, Aston ‘Familyman’ Barrett, Karl Wallinger, Jean-Marie Aerts of Roli Mosimann van Swans. En natuurlijk over zanger Damo Suzuki van de legendarische krautrock-band Can. In het nummer Paperhouse schreeuwt hij het uit: “You can make everything what you want with the mind.”


Dat lijkt mij de perfecte nieuwjaarsboodschap. Ik wens jullie allemaal een gelukkig en creatief 2025.

Bolis Pupul – Letter To Yu

Bolis Pupul maakte een album over de Chinese roots van zijn moeder. Die verscheen in maart op het label DEEWEE van de Belgische broertjes Dewaele. Die kennen we van Soulwax en 2ManyDJ’s. Dus de muziek van Popul houdt het midden tussen dansbare synthipop en melancholische ambient, ditmaal met oosterse invloeden. De plaat is tegelijkertijd een viering van het leven als een eerbetoon aan een overleden moeder!

Boris Zeebroek (1985) werd op school niet alleen gepest omdat hij zoontje was van een absurdistisch tekenaar en komediant (Luc Zeebroek/Kamagurka). Hij moest het vooral ontgelden vanwege zijn half-Chinese afkomst. Zijn moeder Yu Wei Wun kwam toen ze zeven jaar was met haar ouders vanuit Hong Kong naar België. Ze kwam in 2008 om het leven door een auto-ongeluk. Ze werd maar 48 jaar oud. Boris heeft haar tijdens haar hele leven nooit bevraagd over haar roots. Daar sprak je niet over. Pas tien jaar na haar dood trok hij naar de geboortestad van zijn moeder, om zo ook veel te leren over zijn eigen afkomst.  

Vanaf 2018 trok hij enkele malen naar Hong Kong. Hij bezocht onder andere de Ma Tau Wai Road in de wijk Kowloon, waar Yu Wei Wun is geboren. Bolis Pupul maakte geluidsopnamen in de straten en in de metro. Die verwerkte hij in de nummers op Letter To Yu (ik kom hier nog op terug). Pupul vond zijn moeder en zichzelf en tegelijkertijd ook weer niet. Dat stemt hem melancholisch. “This is where you were born 59 years a go / and I am finally here / why did it take me so long / I feel so sorry we couldn’t do this together”, zingt hij met een laag gepitchte stem in het openingsnummer Letter To Yu. Hij heeft ook Lost In Translation-achtige ervaringen in de wereldstad. Hij verstaat niks. Maar mensen denken wel dat hij een van hun is. “People talk to me like I’m a local / A sense of shame is my part/ I wish I spoke what they speak / So I could blend in easily”, klinkt het in Completely Half, waarin hij zich ook spiegelt met de situatie in België. Popul voelt zich nergens helemaal thuis. De plaat is heel intiem, mede doordat we aan het einde – in het prachtige nummer Cosmic Rendez Vous – ook Yu Wei Wun zelf horen. En op Ma Tau Wai Road zingt zus Sarah Yu Zeebroek – alias Salah Pupul – de leadvocals. (“Cantonese on the streets / Takes me back / Back to you / The temple ‘round the corner / Wrapped in haze / A touch of melancholy / Your soft embrace”)

De nummers zijn soms stemmig, maar nog vaker is het feest. We kennen Bolis Popul immers van de vrolijk ironische plaat Topical Fever, die hij maakte samen met Charlotte Adigéry (en die destijds hoog eindigde in mijn 22 van 22). Ook daarop was de invloed van de ‘broertjes fucking Dewaele’ goed te horen. Maar op Letter To Yu mengt Popul uiterst modern geproduceerde retro-synthipop met Oost-Aziatische invloeden a la Japan ten tijde van Tin Drum, Visions Of China en Canton of Ryuichi Sakamoto en Yellow Magic Orchestra (La Femme Chinoise zou gewoon op Yu Wei Wun kunnen slaan). Maar ook Kraftwerk en ABBA zijn nooit ver weg. Het is gemaakt voor de dansvloer: Bolis Popul klinkt vaak superstrak en superdwingend. Luister maar naar regelrechte ‘bangers’ als Frogs, het van Chinese samples doordrenkte Doctor Says of het instrumentale Spicy Crab (zo heet als de titel doet vermoeden). De field recordings uit Hong Kong maken de muziek alleen maar rijker. Zo horen we mensen kaartjes afstempelen voor de metro, kinderen zingen een wiegeliedje en er zijn allerlei conversaties in de trein – waar we niets van verstaan (Lost In Translation again).  

Tussen Gent en Honk Kong ligt precies een halve aardbol en de verbindende factor is Bolis Popul. Dat maakt Letter To Yu letterlijk en figuurlijk een wereldplaat! Daar kan zijn moeder trots op zijn…

Alle beste albums van 2024:

Charlotte Adigéry & Bolis Pupul – Topical Dancer

Racisme, misogynie, ijdelheid op social media, seksuele aanranding, culturele toe-eigening of doorgeslagen politieke correctheid. Je kunt er maar beter mee lachen. Dat lijkt het motto van Charlotte Adigéry en Bolis Pupul op hun eerste officiële album: Topical Dancer. (En niet TRopical Dancer, zoals velen in eerste instantie zullen denken.) De titel zegt precies wat de plaat inhoudt: het Belgische duo is ontzettend on-topic én je kunt er als een gek op dansen. Dat laatste heeft ook te maken met de bemoeienis van de ‘fucking broertjes Dewaele’ – alias Soulwax, alias 2ManyDJ’s – met deze plaat. Charlotte Adigéry en Bolis Pupul namen op voor hun DEEWEE-label.

Dat het duo uit Gent heel wat in hun mars heeft, bleek al in 2018. Toen brachten ze de EP Zandoli uit, over hoe het leven op het Belgische vlakke land is voor Charlotte, een vrouw met Nigeriaanse en Caribische roots. Met Topical Dancer gaan ze daar nog dieper en breder op in. Dat begint al met de single Blenda. Over een superswingende beat zingt Adigéry cynische teksten als: “Go back tot he country where you belong!” En vervolgens stelt ze zich de vraag: “Siri, can you tell me where I belong?” Op Esperanto klinkt het hoopvoller: “I’m a world citizen / I don’t believe in borders” en kunnen er grappen gemaakt worden als “Don’t say: I like a black Americano. Say: I’ll have an African American please”. Hey is een nummer dat ironisch over-the-top is volgepropt met waarden als ‘gelijkheid’, ‘harmonie’, ‘verscheidenheid’ en ‘integriteit’. Je krijgt er de kriebels van. In het Frans en Creools gezongen Ich Mwen hoor je wijze levenslessen van Charlottes moeder Christiane. In It Hit Me zingen Charlotte en Bolis met gepitchte stemmen over misbruik en pesterijen, juist op de momenten dat ze seksueel begonnen te ontluiken. Het is hier dansen en huilen tegelijk.

En dan is er nog een tritsje aan absurdistische nummers. (Is absurdisme erfelijk? Bolis Pupul is een pseudoniem van Boris Zeebroek. Hij is de zoon van Luc Zeebroek alias Kamagurka.) Zo is Huile Smisse – lees Will Smith! – een parodie op het Allo Allo-Engels van de Franstaligen. Ceci N’Est Pas Un Cliché is pure René Margritte: een opsomming van rock- en popclichés als “I throw my hands up in the air / And I wave ‘em like I just don’t care”, “You’re as cold as ice” en “Let’s dance the night away”, om te eindigen met “I bet this song sounds real familiar”. HAHA is helemaal opgetrokken uit aanstekelijke samples van lachbuien van Charlotte Adigéry. En Making Sense Stop is een ode aan… Stop Making Sense van hun Talking Heads-held David Byrne. En dan is er ook nog het leuke intro: een collage van elke keer dat Charlotte aanbelt bij DEEWEE. Je wordt er helemaal vrolijk van.

Zo vrolijk wordt je ook van de ruim vijftig minuten aan muziek van Charlotte, Bolis en de broertjes Dewaele. Die is een beetje als Moloko meets Bananarama op een acid- of techno-party waar Miss Kittin staat te draaien. Dance van alle tijden dus en de lekkere basjes en swingende synth-lijntjes vliegen je om de oren. Er is elektropop. Er zijn Afrikaanse poly-ritmes. Er zijn dwingende kale Soulwax-beats. Nee, hierop kun je niet stil blijven zitten.

De plaat eindigt met weer een single, het nummer Thank You. Je had het al kunnen verwachten: dit is geen kwezelachtig ABBA-thank-you-for-the-music-gezeik. Nee, het is een cynische middelvinger naar de niet-constructieve feedback van mansplainers en betuttelaars. “Thank you so much for this opportunity (oh, thank you) / Yes, this is really good exposure for us (oh, thank you) / And exposure shouldn’t have a price, right? (oh, thank you) / ‘Cause money doesn’t rhyme with creativity (oh, thank you).” En… “Yes I prefer my first EP too! (oh, thank you).” Geef hun portie maar aan Fikkie.

Mag ik als oude witte mansplainer hier dan toch afsluiten? Dan zou ik niet zoiets zeggen als ‘dit Belgische duo zet op ingenieuze en humorvolle wijze de verwarring van de eerste decennia van de 21e eeuw om in intelligente en aanstekelijke clubmuziek’, al zou dat wel waar zijn. Nee, ik zeg: ‘Geniet! Denk na! Dans je kont eraf! Deze plaat is vet!’

Alle beste albums van 2022: