‘Revelator’ komt van ‘to reveal’: openbaren (ik kom hier nog op terug). De openbaarder is in dit geval E L U C I D. Die vormt samen met rapper billy woods het duo Armand Hammer, maar allebei zijn ze solo beter. billy woods haalde met Aethiopes mijn 22 van 22. Dit jaar is het de beurt aan E L U C I D solo. (Die spaties horen blijkbaar in zijn naam, net als billy woods zonder hoofdletters is.)
Veteranen billy woods en E L U C I D zijn al jarenlang voorman van de New Yorkse underground ‘abstract hiphop’. Zij trekken hun muziek op uit soundscapes vol noise, ambient drones, glitches en distortion. Laag over laag over laag geschoven, de hectische collages doen zelfs een beetje denken aan de beste platen van Public Enemy. Maar E L U C I D combineert die elektronica met live instrumenten, in casu drums van producer Jon Nellen en bas van Luke Stewart (die we kennen van de ‘avant jazz’ band Irreversible Entanglements). Zij vormen een mooie combi met de atonale industriële geluidstapijten die op REVELATOR worden opgetrokken. Het geeft de muziek wat meer body. Net als de zware basstem van E L U C I D overigens; hij kan klinken als een profeet die declameert uit de Openbaringen van apostel Johannes (in het nummer CCTV), maar ook als de bariton van een Barry White-achtige bedgenoot (SKP).
E L U C I D gaat op zijn derde solo-album REVELATOR ook fijne samenwerkingen aan met avantgarde-talenten als August Fanon, Child Actor, DJ Haram, The Lasso, Skech185 en uiteraard billy woods. Met z’n allen bouwen ze een sfeer op die zowel gedesoriënteerd is als geheimzinnig. En ook beangstigend. In opener THE WORLD IS DOG horen we naast hiphop ook elementen van punk en drum ’n bass. In CCTV horen we gitaren die zo lijken weggelopen bij stadsgenoten Swans. Maar er zijn ook dromerige tracks, zoals het synhi-gestuurde IKEBANA of het psychedelische 14.4. De laatste track – ZIGZAGZIG – is gemaakt in coöperatie met DJ Haram. Het is de meest denkbare industriële kakafonie ter afsluiting van E L U C I D’s ‘feestje’…
Waar heeft de openbaarder het zoal over? E L U C I D rapt over de horror van modern leven en de dagelijkse struggle in New York, maar ook over de genocide in Gaza. En soms over allebei tegelijk. Over een abstracte collage – het lijkt wel een verstoorde radio – stottert hij “my … landlord … is … a … zionist”. Hij heeft het over onderdrukking en slavernij. Mensen zijn “chess pieces tot he checkerboard, life-size”. Het is echter niet alleen ellende. E L U C I D praatzingt ook over zijn familie en de kracht die hij daaruit put. Dan is hij prachtig poëtisch en rapt zinnen als “I squeeze my children’s hand and walk hard against the wind”. (Maar het moeten ook niet teveel familieleden slash kinderen worden, hahaha. Zijn meest geciteerde uitspraak op REVELATOR is: “I make gorgeous babies / But I’m done making N-words”.)
Integrated Tech Solutions, oftewel ITS, is een album, maar ook een fictief bedrijf. Dat leren we al in de eerste minuut. Over een achtergrond van jaren tachtig synthrock – zeer typerend voor cheesy reclames – spreek een stem: “Building a bridge to a better tomorrow: ITS is a system of lifestyle and industry applications designed to curate a milti-experience. Using a unique hybrid of machine learning and on-site scrum sessions, our specialists have redefined tech-centric problem solving. Disrupt. Innovate. Refine.” Een gemiddelde TED-talk is er niets bij… Daarna volgt een auditief in elkaar gefrommelde en dus bijna onhoorbare disclaimer. En vervolgens kunnen we meer dan een uur loos gaan op dit fantastische old-school hiphop-album.
Dad rap Aesop Rock is een exploot van de zogenaamde ‘dad rap’, samen met een veteraan als billy woods die niet toevallig ook op dit album is te horen. billy woods staat bekend om zijn coole flows (waarmee hij vorig jaar mijn 22 van 22 haalde), de stijl van Aesop Rock wordt vaak omschreven als ‘wordsalad’. Terecht. Hij is een man van veel woorden. Op Integrated Tech Solutions krijgen we de ene heerlijke salade na de andere opgedist in zijn fijne donkerbruine stem. Hij klinkt supersnel en relaxed tegelijk. (Hoe dóet ‘ie dat?) We horen hem tekeer gaan over diepe bassen, Run DMC-achtige ritmepatronen, retro-triphop of over crispy breakbeats, maar ook over lo-fi drums en jazz-samples.
Stand up ITS is een soort van losse conceptplaat met een dystopische visie op tech-consumentisme. Aesop Rock begint 2,5 miljoen jaar geleden met de uitvinding van het wiel in het nummer Mindful Solutionism en slaat vervolgens bruggen naar atoomsplitsing, robotarbeiders en chemische oorlogsvoering. Aesop Rock is een van de meest originele rappers van deze tijd. Er zijn ook uitstapjes: dan rapt hij bijvoorbeeld over duiven, maar dat is eigenlijk een ode aan Leonardo da Vinci en aan de creativiteit van de mens. Een andere ode is er aan het stromen van rivieren en hij somt op: de Hudson, de Susquehanna en de Willamette: “I wonder what could possibly be lurking on the bottom.” Een volgende ode is gewoon aan junkfood. In Failure rapt hij over Vincent van Gogh. Vaak betuigt Aesop Rock zich een begenadigd storyteller. De ene keer gaat het over een ontmoeting als kind met Mr. T. (alias B.A. Baracus van The A-team) en meteen daarna over de jonge skaters (de Salt and Pepper Squid) waarvan hij mentor is – uiteraard inclusief een sample uit Push It. Dat dus. En een nummer als Agressive Steven – over een inbreker die in Aesops huis komt wonen – is pure stand-up comedy!
In effect Op ITS rapt Aesop Rock vol zelfspot dat hij een kluizenaar en een fossiel is, maar hij laat generaties van jonge rappers ver achter zich. En hopelijk blijft hij dat nog even doen. Zelf denkt hij van wel. Op het laatste nummer van het album rapt Aesop Rock veelzeggend: “O death, o death / Could ya please hold a moment? / I am so in effect.”
De naweeën van een pandemie, een sadistische aanval op Europa, dikke inflatie en torenhoge energieprijzen, woedende boeren, een overspannen samenleving, de terugkeer van religieus fanatisme, seksisme, racisme en fascisme wereldwijd, verschralende natuur, milieurampen. En altijd aanwezig op de achtergrond: de allesoverheersende klimaatdreiging… Nee, je kunt niet zeggen dat 2022 een vrolijk jaar was. Dat horen we terug in de muziek.
Kijk maar naar de albums in deze 22 van 22. Hoe indrukwekkend ook, het is geen vrolijke bende. Hooguit dansen op de vulkaan soms. We horen anxiety en depressie (Black Country New Road, Burial), oorlog en onderdrukking (Diamanda Galás, Tanya Tagaq), kolonialisme en racisme (Animistic Beliefs, billy woods), teloorgang van de natuur (Jacaszek & Kleefstra) en een hoop seksisme (Sudan Archives, Adigéry & Pupul). Gelukkig weten ze dit om te zetten in troostrijke en inspirerende práchtplaten. Dat zijn grote woorden hè? Maar gloedvol. En dat is precies wat we nodig hebben in deze duistere tijden. Net als muziek die ertoe dóet. Dat zijn deze platen stuk voor stuk.
Hier zijn mijn 22 van 22. Lees de recensies in de links:
Het was dit jaar weer niet makkelijk om tot een eindlijst te komen. Heel veel moois heb ik moeten laten liggen. Onder het kopje ‘bubbling under’ vallen dit jaar grote namen als Kendrick Lamar, Taylor Swift en Rosalía. De poëzie van Kae Tempest (The Line Is A Curve) en Kimbrae met Clare Archibald (Birl Of Unmap) haalden het net niet, evenals de verfrissende eclectische pop van Jockstrap (I Love You Jennifer B). Gabriels waren een revelatie live, en op de plaat eigenlijk ook, maar er moet nog meer komen om écht te overtuigen. Dat gebeurt volgend jaar als ook Angels & Queens Part II verschijnt. Verder mogen de prachtige experimentele ambient-albums van Llyn Y Cwn (Du Y Moroedd) en ’t Geruis (Slow Dance On Moss Beds) niet onvermeld blijven. En natuurlijk gothic queen Zola Jesus met Arkhon!
Song van het jaar
Kutwereld! Maar écht. Als ik dan moet zeggen welk nummer de titel ‘song van het jaar’ moet krijgen, dan eindigen er twee Nederlandstalige protestliederen ex aequo. Het eerste is een aanklacht tegen het volkomen misplaatste wereldkampioenschap mannenvoetbal in Qatar: De Dood Van Een Arbeidsimmigrant van Hang Youth (die maakten vorig jaar ook al de song van het jaar).
Het tweede is als liedje misschien nog wel beter. Het is de reactie van WIES op de minzame houding tegenover de cultuursector in Nederland, die nog het best werd verwoord door de sneer van Rutte bij de zoveelste coronamaatregelen: “Dit is ook een ongelooflijk grote teleurstelling voor de sectoren die nog niet open gaan. De culturele sector. Maar je kunt dus wel gewoon oefenen met je bandje.” (Lul.)
Clip van het jaar
Ook daar word je niet vrolijk van. De clip van het jaar is geen clip, maar een verrassingsoptreden in het Franse acht-uur-journaal. (Weliswaar geënsceneerd, maar het shockeffect was er niet minder om.) Tijdens het interview, begin dit jaar op TF1, barst Stromae uit in het zingen van L’Enfer (de hel), een kippenveltrekkend nummer over depressie, burn-out en zelfmoorgedachten. Indrukwekkend.
Re-releases en live-albums
Voor wie deze donkere tijden wil ontvluchten met muziek van vroeger, viel er ontzettend veel te snoepen! Wat een mooie re-releases verschenen er. Wat betreft heruitgaven was het een beetje een Coil-jaar, met drie titels: 1. Constant Shallowness Leads To Evil (Coil), 2. Musick To Play In The Dark 2 (Coil – allebei uit het jaar 2000), maar vooral 3. Form Grows Rampant uit 2007 van Treshold Houseboys Choir (het soloproject van Peter ‘Sleazy’ Christopherson). Punkers en postpunkers roerden zich: de Clash kwam met een heruitgave van Combat Rock uit 1982 en na jarenlang wachten was er opeens weer If I Die, I Die (ook uit 1982) van de Virgin Prunes! The Divine Punishment uit 1986 van Diamanda Galás (zij staat met haar nieuwe plaat op 3 in mijn eindlijst) kreeg een heruitgave. Daar krijg je nog steeds koude rillingen van. Net als van de kunstzinnige verzamelaar Sleepwalkers (2010) van David Sylvian die dit jaar weer op vinyl verscheen. Too-Rye-Ay van Dexy’s Midnight Runners werd ook 40 jaar oud en dat was voor grote baas Kevin Rowland reden om Too-Rye-Ay (As It Should Have Sounded) uit te brengen. En dan waren er nog twee toppers van live-albums. Op het album Live At The El Mocambo 1977 kunnen we nog eens horen hoe goed de Rolling Stones waren voordat ze de stadions ingingen. Een staaltje jeugdsentiment is Prince & The Revolution – Live (Syracuse 1985). Ik herinner me nog hoe ik als jochie tot diep in de nacht opbleef om het concert, dat via satelliet werd doorgestraald naar Duitsland, op Rockpalast te bekijken – en op te nemen op cassettebandjes. Die bandjes zijn allang vergaan, maar nog steeds ken ik elke noot van die band en elk gilletje van de paarse geilneef uit mijn hoofd!
De doden
De muziekwereld kreeg veel gevoelige verliezen te verwerken dit jaar. Het dieptepunt lag eind april toen in vier dagen tijd achtereenvolgens Jan Rot (22 april), Arno Hintjens (23 april) en Henny Vrienten (25 april) overleden. Vooral Arno was een jeugdheld. En meteen daarna viel nog zo’n icoon: de Duitse synthesizergigant Klaus Schulze (26 april). Wat hebben we stonede avondjes doorgebracht op de prachtklanken van die man! De ‘grondlegger’ van het postpunk-gitaargeluid was Keith Levene. Nadat hij betrokken was bij de oprichting van de Clash, ging hij gitaar spelen in PiL (bij dat andere punk- icoon: Johnny Rotten alias John Lydon). Levene overleed op 11 november. Nog treuriger vond ik de te vroege dood van Terry Hall op 18 december, de altijd wat chagrijnig ogende songsmid en zanger van de Specials en Fun Boy Three. Ghosttown. Man At C&A. Too Much Too Young. Stereotype. Hoeveel rake nummers heeft hij niet op zijn naam staan?
En dan: in de hemel moet een Twin Peaks-reünie hebben plaatsgevonden. In 2022 overleden eerst zangeres Julee Cruise (9 juli) en daarna componist Angelo Badalementi (11 december). Met z’n tweeën waren ze onder andere verantwoordelijk voor de hemels klinkende begintune van David Lynch’ bizarre tv-serie uit de jaren negentig.
Muziekblogs
Het meest relevante en boeiende muziekblog was dit jaar Ukrainian Field Notes, onderdeel van Acloserlisten.com. In 18 lange stukken komen tientallen muzikanten (veelal elektronisch, ambient, techno, experimenteel) aan het woord over hun inspiraties, de manier waarop ze muziek maken en vooral over wat de oorlog met ze doet. Zo ontdek je niet alleen heel veel goede muziek, maar krijg je en passant ook een inkijk in het leven van jonge Oekraïners. En kom je tot het besef dat hun leven precies hetzelfde is als het onze. Dan kan je maar één politieke conclusie trekken: Oekraïners zijn Europeanen en geen Russen.
Tot slot nog even iets lichters: het leukste muziekblog uit Nederland is Ondergewaardeerde Liedjes. (De naam dekt de lading volledig, daar hoef ik niks over te zeggen.) Dus van de zomer ben ik begonnen daarvoor te schrijven. Hou dit blog in de gaten, ook in 2023!
Gelukkig nieuwjaar, dat 2023 maar wat vrolijker moge worden.
Na twee decennia is underground-rapper billy woods nog steeds zeer actief – solo, als helft van het duo Armand Hammer en met verschillende samenwerkingen zoals bijvoorbeeld dichteres Moor Mother. Net als vorig jaar bracht hij in 2022 twee albums uit. Daarvan is Aethiopes met afstand zijn beste werk in jaren. Het album is gemaakt met dj Preservation (net zo’n veteraan). Die combinatie blijkt een schot in de roos!
Aethiopes is in alles zo’n beetje het diapositief van Die Ene Grote Hiphopplaat van dit jaar: Mr. Morale & The Big Steppers van Kendrick Lamar. Bij Lamar is het altijd ‘me, myself and I’ – zowel in teksten als in presentatie, terwijl billy woods (zonder hoofdletters) het liefst in de anonimiteit verblijft. Op foto’s en in clips is hij altijd onherkenbaar geblurd. Tijdens optredens staat billy woods doorgaans in het donker. En eigenlijk zijn zijn teksten net zo in het donker. Ondoorgrondelijk. Als een ware literator verplaatst hij zich in andere personages en perspectieven. Hij praatzingt in lange zinnen en is dus meer storyteller dan rapper. Ik krijg er een beetje een Gil Scott-Heron-vibe bij en dat bevalt me prima!
Rembrandt billy woods is het tweede kind van een Jamaicaanse intellectueel en marxist. Hij bracht zijn jeugd pendelend tussen Afrika en het Caribisch gebied door, alvorens in New York te belanden. Die roots hoor je hier terug. ‘Aethiopes’ is Latijn voor Ethiopiërs en een archaïsche Europese term om Afrikanen aan te duiden. Op de hoes staat een detail van een schilderij van Rembrandt: Twee Afrikaanse Mannen. De rode draad op billy woods’ plaat is kolonialisme, slavernij en hedendaags racisme. De nummers worden met elkaar verbonden door flarden tekst uit een obscure Afrikaanse film uit de jaren zeventig: Kongi’s Harvest.
Duisterder wood’s teksten zijn authentiek, bizar en volstrekt origineel. Dat begint al in opener Asylum. Daarin heeft billy woods het vermoeden dat zijn buurman de president van Ethiopië is, die zich verschuilt in Zimbabwe. woods vertelt er gedetailleerd over: “His bodyguards chew qat / Spits black in the rhodondendrons.” Dat is nog om te lachen, verderop wordt het veel duisterder. No Hard Feelings is luguber en vol ziekte en verminking. Christine is een regelrecht horrorverhaal, geïnspireerd op Stephen King. Sauvage gaat over politiegeweld. billy woods vertelt over een kind dat zo in elkaar geslagen wordt, dat hij weg moeten hinken met een tand door de lip.
Jupiter Tekstueel is Aethiopes misschien vintage-billy woods, muzikaal gaat hij samen met Preservation een hele andere kant op. De dj haalt samples uit obscure platen, op de kop getikt in Hong Kong, maar ook uit experimentele noise-jazz of spaghettiwesterns. Preservation krijgt helemaal de vrije hand en dat is te horen. Zo ontstaat een complexe plaat, op – zoals billy woods zelf zegt – het snijvlak van traditionele muziek, diaspora-muziek en Europese piano- en blazermuziek. Maar dan met New York-hiphop feel: we horen ook funk, soul en reggae (jaren tachtig toaster Shinehead mag zelfs even meedoen). De beats zijn lekker vuig en gruizig – vooral in het nummer Haarlem, waar het avant-garde ritme het midden houdt tussen Throbbing Gristle, John Cage en Tom Waits. Nou ja, de hele plaat klinkt eigenlijk alsof billy woods rapt over het geluid van een kapotte radio. Eentje die staat afgestemd op een planeet ergens achter Jupiter. En toch, hè? Toch klinkt dat allemaal volledig natuurlijk. Volgens billy woods was werken met Preservation ‘one of the more symbiotic, feedback-loop processes of making an album that I probably ever had’. Dat is te horen.
Dit underground-album is wat mij betreft dé hiphopplaat van het jaar.