The Smile – A Light For Attracting Attention

Het avontuur begon in mei 2021 met een cryptische post op de Insta van Thom Yorke: een sinister gedichtje van Ted Hughes over een ‘smile’. Drie dagen later stond er een onbekende band op de benefiet-editie van Glastonbury en verklaarde Yorke de nieuwe naam: “Not the Smile as in ha ha ha, more the Smile of the guy who lies to you every day.” Het avontuur eindigde (vooralsnog) deze zomer met een aantal indrukwekkende optredens op festivals – bijvoorbeeld op Down The Rabbit Hole. We stonden ons aan de rand van het podium te vergapen. Alle fuzz was niet voor niets!

Want in de tussentijd was de geruchtenmachine over optredens van The Smile op gang gekomen. Geheimzinnig. Gedurfd. Opwindend. Er was een trits singles en het hoogtepunt was het verschijnen van het album A Light For Attracting Attention (wat een toepasselijke naam) in mei 2022. Het is het beste Radiohead-album sinds Amnesiac uit 2001. Alleen… het is geen Radiohead.

The Smile is wel de creatieve as van Radiohead: zanger/multi-instrumentalist Thom Yorke en gitarist/multi-instrumentalist Johhny Greenwood. De jeugdvrienden werken samen met jazzdrummer Tom Skinner – bekend van Sons Of Kemet en Floating Points. Een soort supertrio dus, en zeker geen spin-off. The Smile is meer dan de som der delen. Je zou het Radiohead-light kunnen noemen, maar dan in positieve zin. The Smile is op A Light For Attracting Attention veel lichter en speelser – en blijer! – dan de oude, zware band uit Oxfordshire. Melodieën en ritmes buitelen over elkaar heen. De energie en het spelplezier zijn hoorbaar in alles. Het is een verademing.

Is het dan ironie dat de plaat opent met het nummer The Same? Misschien. Het is het enige nummer waarop Yorke en Greenwood helemaal samen te horen zijn. Geen drums, geen blazers. No strings attached. Wel zacht pulserende synths. Het doet vaag denken aan Everything Is In Its Right Place op Kid A, decennia terug. Maar daarna slaat The Smile toch echt linksaf. Er is krautrock (We Don’t Know What Tomorrow Brings), er is onderkoelde afro-funk (geniet van dat baslijntje in The Smoke! – en dan die falset van Thom Yorke eroverheen: het is bijna Fela Kuti meets Marvin Gaye), er is een zweverige Thomas Dolby-ballad (Speech Bubbles roept herinneringen op aan The Flat Earth) en er is Sons Of Kemet-achtige springerigheid (The Opposite). The London Contemporary Orchestra heeft een grote rol op deze plaat. Alleen filmische ballads als Pana-Vision en Free In The Knowledge doen nog denken aan Radiohead-platen als OK Computer, maar dat geeft natuurlijk niet. Het is trouwens heeeel erg lang geleden dat er een meezinger als Free In The Knowledge uit de pen van Yorke kwam rollen. Een van de hoogtepunten op het album is de pure punk van You Will Never Work In Television Again, een keiharde #MeToo aanklacht tegen de vette Harvey Weinsteins, geniepige Voice Of Holland-coaches en Silvio ‘bunga bunga’ Berlusconi’s.

En dit heerlijke allegaartje werd deze zomer dus naar de grote podia gebracht. Het is even wennen voor het publiek, want Radiohead-klassiekers worden 0,0 gespeeld. Ook vergeten lijkt de stuurse houding die Thom Yorke met zijn oude band nog weleens op het podium had. Hij staat nu te grappen en de clown uit te hangen. Qua gekke dansjes steekt hij Talking Heads-zanger David Byrne naar de kroon. Op het podium staan twee sets met een batterij aan instrumenten. Daarop mogen Yorke en Greenwood zich uitleven. Beide wisselen bas, gitaar, piano, synths en allerhande effectapparatuur af, waarbij – en ook dat is een vertrouwd beeld! – Johnny Greenwood af en toe ook de strijkstok hanteert. Een derde set op het podium is helemaal volgebouwd met allerlei zware en lichte percussie-instrumenten. Hierop mag Tom Skinner helemaal loos gaan. Met z’n drieën meanderen ze zich door de vele ritmewisselingen, riffs en hooks van alle nummers op het album. De energie bouwt op en gaat liggen, bouwt op en gaat liggen. Het hele veld golft mee. Iedereen denkt: dit smaakt naar meer! En dat gaat er komen, zo bezweert Thom Yorke ons vanaf het podium. Een tweede plaat is in de maak.

Tot die tijd kunnen we ons vermaken met een live-album (opgenomen op het Montreux Jazz Festival). Of A Light For Attracting Attention nog eens op de draaitafel gooien.

Alle beste albums van 2022:

Jacaszek, Jan Kleefstra, Romke Kleefstra – It Deel I

Over de Kleefstra bros – dichter Jan Kleefstra en basgitarist/multi-instrumentalist Romke Kleefstra – kun je twee dingen zeggen. 1. Al jaren maken ze de mooiste experimentele soundscapes en minimalistische ambient-platen door samenwerkingen aan te gaan met nationale en internationale muzikanten. Dat gebeurt op basis van improvisaties en field recordings, waarover Jan Kleefstra in het Fries zijn spaarzame maar o zo mooie poëzie zachtjes ten gehore brengt. En 2. Al jaren maken vogelonderzoeker Romke en bestemmingsplannen-adviseur Jan zich druk over de teloorgang van de natuur, het verlies van biodiversiteit en de staat van Moeder Aarde – in hun eigen Friesland (ze zijn opgegroeid in het dorpje Akkrum) maar ook ver daarbuiten.

Nieuw leven
Onlangs gaven de broers een mooi interview aan Bouke Mekel voor het tijdschrift Gonzo Circus. Daarin vertellen ze over hun band met de natuur. Uiteraard vertelt Jan heel poëtisch: “Als ik zo meteen zou voelen dat ik nog maar een uurtje te leven heb, dan wandel ik hier het bos in. Dan kan ik daar gaan liggen en binnen de kortste keren ben ik onderdeel van de bosgrond en ontstaat er weer nieuw leven uit mij. Ik ben als mens niets anders dan de materie om mij heen, dus ik voel me daar één mee. Als het slecht gaat met het leven om me heen, dan gaat het ook slecht met mij. En dat is bij ieder mens zo en dat zie je nu ook met hoe wij met het leven omgaan.”

Kleinste eendje
Punten 1 en 2 komen altijd samen in hun werk. Dat leidde vanaf 2008 al tot de verschilde schoonheid van het project Piiptsjilling, met Rutger Zuydervelt alias Machinefabriek en Mariska Baars van Soccer Committee. (Piiptsjilling is trouwens de Friese naam voor wintertaling, het kleinste eendje van Europa.) Maar de Kleefstra bros werkten ook samen met grootheden als Gareth Davis, Peter Broderick en Nils Frahm.

Intiem optreden
Dit jaar zijn Jan en Romke Kleefstra begonnen aan het project It Deel. Het gaat om een reeks internationale samenwerkingen van een week. Die mondden uit in een intiem optreden in de Thomaskerk in Katlijk. Het hele proces wordt telkens vastgelegd op film. Het eindproduct verschijnt dan in kleine oplage als een mooi uitgegeven stukje vinyl bij Moving Furniture.

Aangewezen plek
De eerste gast die naar Friesland kwam was de Poolse componist en geluidskunstenaar Michal Jacaszek. (Die haalde in 2017 al eens mijn eindlijst met de betoverende plaat Kwiaty.) In hun samenwerking richten de drie zich op bomen, in het bijzonder die rond Katlijk’s buurdorp Oranjewoud. “Bomen krijgen een plek aangewezen en daar moeten ze zich maar mee redden”, zeggen de Kleefstra’s in het persbericht bij de plaat. “Ze zijn tientallen en honderden jaren gebonden aan die plek en geven zich daar aan over. En toch menen wij over het leven van die bomen te mogen beslissen en laten we hen lijden met al onze ingrepen in hun leefomgeving.” De Friese broers en de Poolse geluidskunstenaar wilden deze aantasting van de natuur vertalen in een positief verhaal.

Instant verliefd
Dat is vrij goed gelukt. Net zoals ik jaren terug instant verliefd werd op het werk van Piiptsjilling, werd ik dat een paar maanden geleden op het album It Deel I. (Dat overigens een hele mooie hoes kreeg, ontworpen door niemand minder dan Rutger Zuydervelt.) Die zachte stem van Jan Kleefstra… ik spreek nauwelijks Fries dus moet soms raden waar hij het over heeft – maar ik vóel wat hij bedoelt. Ik krijg er dikwijls kippenvel van. En dan de indringende schoonheid van de Friese veldopnamen en de improvisaties van Romke Kleefstra en Michal Jacaszek… het grijpt me zeker aan. De muziek is soms spookachtig, donker en koud. Er klinken soms strijkers vol suspense. Er is veel percussie, veel meer dan bij Piiptsjilling, maar ook dan bij Jacaszek alleen. Het is best wennen, deze muziek, en ook de vreemde – zeg maar ruige – productie. Maar een nummer als Twa Hannen is weer dromerig als vanouds. Net als afsluiter Under My De See, dat eindigt met een zingende vrouwenstem ergens in de verte. Het is prachtig en ontroerend.

Onder de huid
“In eerste instantie gaat het ons om iets moois aan de wereld toe te voegen”, zeggen de broers tegen Gonzo Circus over It Deel I. “Het neerzetten van een sfeer, waarbij je vervolgens even bij de mensen onder de huid kruipt zodat ze zich bewust worden van wat er gaande is.” Dat heeft hier goed uitgewerkt.
De broers zijn al weer een stap verder. Van de zomer werkten ze voor It Deel II een week lang met saxofonist Espen Reinertsen en trompettist Eivind Nordset Lønning, allebei uit Noorwegen. Ik weet zeker dat daar net zo’n intrigerend album uit gaat komen.

Alle beste albums van 2022:

Charlotte Adigéry & Bolis Pupul – Topical Dancer

Racisme, misogynie, ijdelheid op social media, seksuele aanranding, culturele toe-eigening of doorgeslagen politieke correctheid. Je kunt er maar beter mee lachen. Dat lijkt het motto van Charlotte Adigéry en Bolis Pupul op hun eerste officiële album: Topical Dancer. (En niet TRopical Dancer, zoals velen in eerste instantie zullen denken.) De titel zegt precies wat de plaat inhoudt: het Belgische duo is ontzettend on-topic én je kunt er als een gek op dansen. Dat laatste heeft ook te maken met de bemoeienis van de ‘fucking broertjes Dewaele’ – alias Soulwax, alias 2ManyDJ’s – met deze plaat. Charlotte Adigéry en Bolis Pupul namen op voor hun DEEWEE-label.

Dat het duo uit Gent heel wat in hun mars heeft, bleek al in 2018. Toen brachten ze de EP Zandoli uit, over hoe het leven op het Belgische vlakke land is voor Charlotte, een vrouw met Nigeriaanse en Caribische roots. Met Topical Dancer gaan ze daar nog dieper en breder op in. Dat begint al met de single Blenda. Over een superswingende beat zingt Adigéry cynische teksten als: “Go back tot he country where you belong!” En vervolgens stelt ze zich de vraag: “Siri, can you tell me where I belong?” Op Esperanto klinkt het hoopvoller: “I’m a world citizen / I don’t believe in borders” en kunnen er grappen gemaakt worden als “Don’t say: I like a black Americano. Say: I’ll have an African American please”. Hey is een nummer dat ironisch over-the-top is volgepropt met waarden als ‘gelijkheid’, ‘harmonie’, ‘verscheidenheid’ en ‘integriteit’. Je krijgt er de kriebels van. In het Frans en Creools gezongen Ich Mwen hoor je wijze levenslessen van Charlottes moeder Christiane. In It Hit Me zingen Charlotte en Bolis met gepitchte stemmen over misbruik en pesterijen, juist op de momenten dat ze seksueel begonnen te ontluiken. Het is hier dansen en huilen tegelijk.

En dan is er nog een tritsje aan absurdistische nummers. (Is absurdisme erfelijk? Bolis Pupul is een pseudoniem van Boris Zeebroek. Hij is de zoon van Luc Zeebroek alias Kamagurka.) Zo is Huile Smisse – lees Will Smith! – een parodie op het Allo Allo-Engels van de Franstaligen. Ceci N’Est Pas Un Cliché is pure René Margritte: een opsomming van rock- en popclichés als “I throw my hands up in the air / And I wave ‘em like I just don’t care”, “You’re as cold as ice” en “Let’s dance the night away”, om te eindigen met “I bet this song sounds real familiar”. HAHA is helemaal opgetrokken uit aanstekelijke samples van lachbuien van Charlotte Adigéry. En Making Sense Stop is een ode aan… Stop Making Sense van hun Talking Heads-held David Byrne. En dan is er ook nog het leuke intro: een collage van elke keer dat Charlotte aanbelt bij DEEWEE. Je wordt er helemaal vrolijk van.

Zo vrolijk wordt je ook van de ruim vijftig minuten aan muziek van Charlotte, Bolis en de broertjes Dewaele. Die is een beetje als Moloko meets Bananarama op een acid- of techno-party waar Miss Kittin staat te draaien. Dance van alle tijden dus en de lekkere basjes en swingende synth-lijntjes vliegen je om de oren. Er is elektropop. Er zijn Afrikaanse poly-ritmes. Er zijn dwingende kale Soulwax-beats. Nee, hierop kun je niet stil blijven zitten.

De plaat eindigt met weer een single, het nummer Thank You. Je had het al kunnen verwachten: dit is geen kwezelachtig ABBA-thank-you-for-the-music-gezeik. Nee, het is een cynische middelvinger naar de niet-constructieve feedback van mansplainers en betuttelaars. “Thank you so much for this opportunity (oh, thank you) / Yes, this is really good exposure for us (oh, thank you) / And exposure shouldn’t have a price, right? (oh, thank you) / ‘Cause money doesn’t rhyme with creativity (oh, thank you).” En… “Yes I prefer my first EP too! (oh, thank you).” Geef hun portie maar aan Fikkie.

Mag ik als oude witte mansplainer hier dan toch afsluiten? Dan zou ik niet zoiets zeggen als ‘dit Belgische duo zet op ingenieuze en humorvolle wijze de verwarring van de eerste decennia van de 21e eeuw om in intelligente en aanstekelijke clubmuziek’, al zou dat wel waar zijn. Nee, ik zeg: ‘Geniet! Denk na! Dans je kont eraf! Deze plaat is vet!’

Alle beste albums van 2022:

Hinako Omori – a journey…

Zeg, kennen jullie 森林浴, oftewel shinrin-yoku? Het is een Japanse soort van mindfulness-therapie uit de jaren tachtig en de uitdrukking betekent zoveel als ‘baden in het bos’. (‘Forest bathing’ in het Engels klinkt alweer beter.) Je wandelt door een woud, dompelt je letterlijk onder in het groen en doet wat ademtherapie, yoga of meditatie. Neem tijd en aandacht voor elk blaadje, elk takje, elk beestje. Het helpt echt om de stress/angst/agressie in het jachtige dagelijks leven tegen te gaan. Shinrin-yoku verlaagt je cortisolspiegel en adrenalinepeil, dat is wetenschappelijk bewezen. Helemaal niet new age-achtig ofzo. (Alleen… NEE Doutzen Kroes, het kan geen kanker genezen.)

Reduce stress
Dit bosbaden vormt ook de inspiratie voor a journey… Dat is het intrigerende debuutalbum van de in Yokohama geboren muzikante en producer/soundengineer Hinako Omori. “Being in that environment reduces stress levels, it’s good for well-being, improving our memory and concentration, boosting our immune system and lowering blood pressure, among many other benefits – I wanted to incorporate that into the album”, zegt ze zelf.

Elektronica met aandacht
De Japanse kwam naar Engeland toen ze drie jaar oud was. Ze groeide op in Londen en studeerde sound recording aan de University of Surrey in Guildford. Ze werkte als sessiemuzikante voor onder andere KT Tunstall, Ellie Goulding, James Bay, maar ook voor Kae Tempest. In 2020 ging ze in retraite om op te nemen in Peter Gabriel’s Real World Studio’s, als onderdeel van het (vanwege corona online) WOMAD-festival.
De plaat die daar ontstond, duidt ze zelf aan als een ‘patchwork’ van ideeën en geluiden, vooral ontstaan door ‘happy accidents’. Ze heeft het ook over een ecologische benadering van sounddesign. Hinako Omori ging bosbaden in Chew Valley en de Wiltshire Fields vlakbij Real World, en in de Mendip Hills, een natuurreservaat bij Bristol. Uit Peter Gabriel’s studio nam ze een geavanceerde stellage mee van microfoons in een schedelvormige ruimte, om levensechte 360-graden geluidsopnamen te maken van wind die ruist door de bomen, van fluitende vogels en allerlei andere bosgeluiden. Die geluiden vormden de basis voor a journey… Hinako Omori combineerde ze met de klanken van analoge synthesizers, geïnspireerd door de stijl van Pauline Oliveros (wie dat is? – check de fantastische docu Sisters with Transistors over vrouwelijke synthesizerpioniers). Elektronica met aandacht, anders kan ik het niet aanduiden.

Niet abstract, niet new-age
De Japanse weet feilloos het gevoel van shinrin-yoku om te zetten in muziek. Hoe klanken en frequenties werken, daar heeft ze tenslotte voor doorgeleerd. “I’m very interested in sound therapy, brain entrainment and how certain frequencies can put our brain in certain states – alpha, beta, theta, delta”, vertelde ze eerder aan Magnetic Magazine. “Delta (0.5-4Hz) waves for example are said to contribute to deep restorative sleep and healing, and theta (4-7Hz) to creativity, intuition and emotional processing.”
Het resultaat is niet abstract of bestudeerd, maar gewoon adembenemend mooi. De muziek is rustgevend, hypnotiserend en verstild. Er klinkt geen wanklank. Verwacht echter geen cliché new-age muziek, a journey… staat vol originele geluiden en verrassende perspectieven. Het piept en het kraakt soms, maar het stoort nooit. Alles straalt en er stroomt alleen maar sonische warmte. Alles is schoonheid in de delicate wereld van Omori.

Zonnestralen van sound
Zo is het melancholische nummer Ocean doordrongen van zachte diepe drones, waaroverheen de vogels fluiten. Het nummer gaat vloeiend over in het opus magnum van de plaat: het verstilde Will You Listen In. De vogels lijken hier een duet aan te gaan met de prachtige stem van Omori, ze vullen elkaar aan en bouwen steeds meer op. Gekke zachte echo’s zorgen voor een vervreemdende onderlaag. The Richest Garden In Your Memory begint met een piano in de verte, met veel galm, en dan zingt de Japanse een gedicht van de bevriende Emily R. Grosholz. In het onwereldse titelnummer hoor je Hinako Omori’s vertraagde stem over flarden van synthklanken en zwemen van hoge vrouwenvocalen. “The mind works in such peculiar ways.”
Troostrijk, dat zijn ze! Deze zonnestralen van sound. Deze natuurgeluiden. Dat is deze wanklank-loze muziek. En dat is wat we nodig hebben in deze chaotische tijden. In deze vieze wereld. De muzikante lijkt zich dat zelf ook te beseffen. “Let me be your eyes / Let me guide your light through the darkness / I promise there’s a way”, zingt Omori op het laatste nummer, met haar zachte speelse sopraan, terwijl ze haar Moog synth laat klinken als een minimalistisch glockenspiel.

De weg van Hinako Omori is er een van groene schoonheid en van hele aardse pracht.

Alle beste albums van 2022:

Jasmyn – In The Wild

‘Wil ik nog wel muziek maken?’, vroeg de Canadese zangeres zich af. En bedacht vervolgens een springerige popplaat om samen met haar spiegelbeeld op te dansen.

Is dit alles? Oe-oe-oe-oe… Tot 2020 leidde Jasmyn Burke een prima leventje. Ze was succesvol als singer-songwriter en frontvrouw van de art-pop band Weaves. De band deed wereldtournees en stond onder andere op Glastonbury. Platen vielen overal in de prijzen. High brow-platforms als Pitchfork, NPR en de Guardian stonden te juichen en iemand als Elton John was fan. Dus dat. Bovendien leefde ze een soort van mondain leven in haar geboortestad Toronto. Maar Burke was toe aan iets nieuws, iets anders, iets met meer… ja wat eigenlijk? Jasmyn wist het niet.

Kernvraag
Ze besloot het lawaai en de stress van de stad achter zich te laten en verhuisde naar Hamilton, bij Lake Ontario. Naar het water. Trappen op de rem. Kalme golfjes. Zacht briesje. Tenen in het gras. Ondergaande zon. Dat werk. In de natuur voorkwam ze een burn-out. En zo kwam ze tot de kernvraag: Wil ik überhaupt nog wel muziek maken?

Wedergeboorte
“It was the beginning of a new version of me”, zou ze achteraf verklaren. Een wedergeboorte. En het antwoord op die kernvraag bleek een volmondig ‘ja’. Ze zette zich met open mind en frisse energie aan het schrijven. Haar pennenvruchten mailde ze heen en weer met producer John Congleton in Los Angeles. Die is bekend van onder andere St. Vincent, Angel Olsen, Erykah Badu en het wel erg fijne album Remind Me Tomorrow van Sharon Van Etten. Uiteindelijk kwam Jasmyn bij John in de studio opnemen.

Schot in de roos
Dat was een schot in de roos. Het album In The Wild klinkt als een tierelier: je reinste technicolour voor de oren. De ene keer spaarzaam, de andere keer swingend, dan weer licht theatraal, dan weer bruisend en bombastisch. De muziek is licht experimentele, maar o zo positieve punk-pop. De glittersynthesizers doen denken aan een band als The Shirts (ken je die nog? met dat zangeresje en die leuke hit: Tell Me Your Plans deze opname is uit TopPop). Eigenlijk is Jasmyn’s hele plaat vlot en vrolijk. Opwindend en uptempo. “I envisioned people dancing in the club in Europe or something”, zou ze achteraf verklaren.

Zelfvertrouwen
Het is grappig dat zo’n energieke plaat juist uit haar koker komt. Jasmyn kenschetst zichzelf als introvert. Maar op In The Wild draait het allemaal om beweging, verandering. De rust na de vlucht uit de stad. De introspectie gaf inderdaad nieuwe ideeën. Ze kreeg weer zelfvertrouwen en dat wilde ze ook weer overbrengen op anderen. “I wanted to create songs that would help people feel a type of confidence in themselves”, zou ze achteraf verklaren. Dat is zeker gelukt in een liedje als Purple Reflections. Dat lijkt in eerste instantie te gaan over iets esoterisch als een paarse chakra, maar eigenlijk is het een wild liefdesliedje voor de persoon aan de andere kant van de spiegel.

Eerlijk
Een enkel keertje is er wat ruimte voor melancholie – tussen de prachtige klanken van het licht psychedelische nummer Galaxy bijvoorbeeld (“Look at the stars / Believe the galaxy”). Maar Happy Tarot knalt er dan weer lekker in op 140 bpm. Opener Green Nature staat bol van de pulserende synths. Cruel Moon is het bombastische ding. De titeltrack is het favoriete nummer van Jasmyn zelf. Het is een lovesong voor de loners, over gitaarriffs die eindigen in een triomfantelijke crescendo (“Did you swim alone as a child? / Do you feel at home in the wild?”). Het is vooral een eerlijk nummer. “I feel like it represents both myself and hopefully other people that don’t always feel heard in this world. I’m most proud of that one. It’s special to me”, zou ze achteraf verklaren.

“I felt myself wanting to write music that created a mood of happiness and space to grow. I feel like I have grown and changed as a person over the last few years and wanted to write songs that created a sense of confidence and well-being”, zou ze achteraf verklaren.

Alle beste platen van 2022:

Ian William Craig – Music For Magnesium_173

Magnesium_173 is een extreem moeilijke game. Het is eigenlijk puzzel. Die is gebaseerd op kwantummechanica. Het gaat over tijdmanipulatie. Ik ga niet pretenderen dat ik de game ooit heb gespeeld. Die is veel te ingewikkeld. Daar heb ik geen tijd voor. Ik heb genoeg aan de soundtrack. Die is van de Canadese componist Ian William Craig. De plaat bestaat uit twaalf stukken. Dat is goed voor precies 78 minuten aan muziek. Maar dat zijn maar cijfers. In dit prachtige album kan ik me zo erg verliezen, dat ‘ie voor eeuwig lijkt te duren.

Ian William Craig is een meestermanipulator. Maar dan van magnetische tape. De Canadees is een klassiek geschoold zanger. Hij begint met opnames van zijn opera-achtige falsetstem. Die kopieert hij. Hij vertraagt ze en versnelt ze. Hij maakt er loops van. Hij verdubbelt ze. Hij knipt de tapes in stukjes. Hij rekt ze uit en propt ze op. Dan is hij klaar met de handmatige bewerking. Daarna gaat hij een soort digitale postproductie doen. Er komen elektronische storingen en echo’s bij. Hij gooit er een bak witte ruis overheen. Of hij filtert er juist lagen uit. Tenslotte haalt hij er een modulaire synthesizer overheen. Ian William Craig zet eerst alles achterstevoren en daarna ondersteboven. Het is monnikenwerk. De woordloze klankcollages die op zo ontstaan zijn uniek.

De manier waarop deze plaat tot stand kwam, is eigenlijk net zo gek en gedraaid als de muziek. Al wat langer geleden zou Ian William Craig de Treshold EP uitbrengen. Daarop moest de oorspronkelijke muziek bij de game komen. Maar een computer werd gestolen. Dus de files waren kwijt! De Canadese componist had alleen wat aantekeningen. En er waren zijn herinneringen aan de muziek. Daarmee heeft hij de soundtrack opnieuw gemaakt. Zo kwam er hetzelfde, maar toch iets heel anders. Dat is een beetje filosofisch. Iedere keer loopt het leven anders. Iedere mogelijkheid groeit uit tot iets nieuws. Vergelijk het maar met de film Lola Rennt.

Wat Ian William Craig dit keer maakte, is hemeltergend mooi! Ik heb het album van begin tot eind moeten draaien. En dan nog een keer en nog een keer. Zo kon ik het helemaal tot me door te laten dringen. Ik hoorde traditionele hymnes. Die zweven de oneindige ruimte in. Ergens tussen de sterren zingt een koor van engelen. Ik voelde me heel erg klein worden. Soms werd ik treurig. Ik kreeg beelden door. Van een koude sneeuwwind door kapotgebombardeerde flats. Soms verslapte mijn aandacht. Dat kan bij dit soort ambient muziek. Dan leek het alsof ik een radio hoorde met klassieke muziek. Eentje die net naast de zender staat.

Misschien is dit wat abstract. Ik kan ook wel wat namen en platen noemen. Van dingen waarmee ik Music For Magnesium_173 associeer. De muziek is net zo mooi als die op Fourth World, Vol. 1: Possible Musics. Dat is een plaat van Brian Eno en trompettist Jon Hassell. Ik moest ook weleens denken aan Ambient Works, Vol. 2 van Aphex Twin. Of aan Endless Summer van Fennesz. In de media noemen ze de muziek een kruising tussen William Basinski en Bon Iver. Ze zeggen ook tussen Tim Hecker en Jonsí. Dat is de zanger van Sigur Rós. Hij is fan van Ian William Craig. Dat is bekend. Voor Thom Yorke geldt dat ook. Ik sluit mij daar graag bij aan.

Alle beste albums van 2022:

Björk – Fossora

Op 30 september 2022 bracht Björk Guðmundsdóttir haar tiende album uit. De plaat viert het leven, maar wij keren ons tot een oude IJslandse traditie. Als er iemand in de gemeenschap sterft, leest een priester daar een lijst aan feiten over de overledene voor. Hier zijn 22 redenen waarom Fossora zo’n fijne plaat is. Dat Björk nog maar lang moge voortleven!

1 – Het is boeiend om te horen hoe Björk opnieuw grenzen verlegt en toch zo’n eigen geluid blijft houden.
2 – Eindelijk krijgen vrouwelijke componisten/muzikanten de erkenning die ze verdienen. Eerder waren Carole King en Nina Simone aan de beurt. Dit jaar kreeg Joni Mitchell een reeks rereleases. En door de serie Stranger Things stond Kate Bush ineens weer in de spotlights. Terecht, maar bij deze vier vrouwen ging het allemaal om oud werk. Björk kwam met een nieuwe plaat.
3 – Toch kunnen we nog een beetje nostalgisch doen. Fossora doet qua sfeer en impact denken aan de eerste Björk-platen uit de jaren negentig, zoals Debut, Post en Homogenic. Er zit iets van dat techno-gevoel in. Soms valt er zelfs wat te dansen. Verwacht alleen geen hits à la Human Behaviour, Army Of Me of It’s Oh So Quiet.
4 –


5 – De plaat is letterlijk en figuurlijk een terugkeer naar IJsland. Die was een noodgedwongen. Björk bracht de lockdown door in haar vader-/moederland. Zo klinkt er 44 seconden traditionele IJslandse pure schoonheid op het nummer Fagurt Er Í Fjörðum.
6 – De plaat is gevuld met fijne samenwerkingen. We horen serpentwithfeet voorbij komen, Kasimyn van Gabber Modus Operandi, blazers van het Murmuri sextet en het Hamrahlíðarkórinn-koor waar Björk als kind in zong. Maar ook Björks zoon Sindri en haar dochter Ísadóra Bjarkardóttir Barney.
7 – Heeft Björk ooit een slechte plaat gemaakt? Welke experimentele kant de IJslandse ook op gaat, je kunt er altijd een kwaliteitsstempel op zetten. Het is een beetje vergelijkbaar met dat deuntje over die snoepjes in de jaren zeventig: “Rang is alleen Rang als er Rang op staat. RANG!” Dat wordt dan: “Björk is alleen Björk als er Björk op staat. BJÖRK!”
8 – Nog nooit klonk de zangeres zo ontroerend als in de drie liedjes over haar moeder: Sorrowful Soil en Ancestress en Her Mother’s House. Ze zijn een ode aan de hippiemama/activiste Hildur Rúna Hauksdottír die in 2018 overleed. Ze spaart haar niet, zingt over haar moeders dyslexie en homeopathische afkeer van dokters. Ze lijkt het over zichzelf te hebben als ze zingt: “She had an idiosyncratic sense of rhythm… she invends words and adds syllables”. Maar het meest ontroerend is als zij aan haar moeders sterfbed lijkt te zitten en zingt: “You did your best, you did well.” Je hart breekt.
9 – Björks vorige plaat – Utopia uit 2017 – was letterlijk luchtig en vooral gevuld met fluiten en blaasinstrumenten. Fossora (de titel is een niet bestaande vrouwelijke verbastering van het Latijnse woord voor ‘graver’) is juist heel aards. Veel donkere, zware geluiden. Het gaat over zoeken naar je wortels.
10 –


11 – Wie had dat gedacht? We horen zelfs gabber-beats op deze plaat! Het zijn vaak vertraagde gabberbeats en ze worden gecombineerd met een strijkorkestje en dat is prachtig. Deze heftige elektronische klappen worden geleverd door het Indonesische ‘gamelan en gabber ensemble’ Gabber Modus Operandi. Ze weten vooral het nummer Trölla-Gabba (what’s in a name?) lekker op te spicen.
12 – Vanaf het moment dat we in de jaren tachtig – door Deus en Birthday van de Sugarcubes – verliefd werden op de stem van Björk, is dat strotje eigenlijk niet veranderd. Hooguit is haar stem een beetje zwaarder geworden, maar die is nog net zo intrigerend neuzelig en kinderlijk gebleven.
13 – Muziek gaat van generatie op generatie. Tijdens de koorpartij in het allerlaatste nummer lijkt Björk de fakkel over te dragen aan haar dochter Ísadóra Bjarkardóttir Barney. De twee schreven het nummer samen, toen dochter het nest uitvloog. “When a mother wishes to have a house with space for each child / she is only describing the interior of her heart”, zingt Björk en daarna mag Ísadóra het overnemen.
14 – Je hoor het aan alles: Fossora heeft een fijne feministische fundering.
15 –


16 – Wat een bizarre mengeling van stijlen klinkt er op dit album. We horen eeuwenoude polyharmonieën, freejazz, symfonische kamermuziek, techno en gabber, gospel. En dat het liefst allemaal door elkaar.
17 – Oké, over de vroegste Björk-platen hebben we het gehad. Maar in de vele stemsamples klinken ook echo’s van haar meest onderschatte werk: het volledig a capella album Medúlla uit 2004.
18 – Ook intrigerend: Björk heeft het op deze plaat nogal eens over schimmels. Mycelia is het meervoud van mycelium, het ondergrondse dradenwerk dat verschillende schimmels verbindt. Is het een metafoor voor wat ze ook bezingt in het openingsnummer Atopos? “Our union is stronger than us / Hope is a muscle… that allows us to connect.” Een paar nummers later zingt ze over ‘fungal cities subterranean… sunken mystery’.
19 –


20 – De vreemde instrumentatie op dit album is weer erg Björkiaans. Zes basklarinetten, een hobo, een trommel en een fluit. Een trombone, violen en veel zangers. Plus een batterij elektronica.
21 – Langverhaalkort. Fossora is een hoopvolle plaat.
22 – Fossora is een sonisch wondertje. Geluid-technisch valt er genoeg te beleven. Björk raadt zelf aan om het album niet op de koptelefoon te luisteren, maar thuis op de speakers met het volume op tien. Dat gaat in IJsland wat makkelijker dan in het drukke Nederland, maar toch… gewoon doen!

Alle beste albums van 2022:

Lucretia Dalt – ¡Ay!

Wat nou als Thomas Jerome Newton – de door David Bowie gespeelde alien in The Man Who Fell To Earth – niet was terecht gekomen in een Noord-Amerikaans woestijnstadje, maar in de Zuid-Amerikaanse tropen? En niet in de jaren zeventig, maar ergens in het verleden en de toekomst tegelijk? Wat nou als het niet een reptiel was in een mannenlichaam (FvD-ers, lezen jullie alsjeblieft even niet mee), maar een soort gestold bewustzijn zonder organen in een vrouwelijke entiteit met de naam Preta? Dan zou je zo’n beetje de thematiek van Latijnse sci-fi opera ¡Ay! van Lucretia Dalt te pakken hebben.

Tongen met een rots
De Colombiaanse muzikante, die nu in Berlijn woont, bedacht het verhaal na discussies met filosoof Miguel Prado. Ze spraken over eeuwigheid en over het bewustzijn, de grenzen van onze kennis en de locatie daarvan in ons lichaam. Preta leert het concept tijd en plaats ontdekken door middel van verschillende zintuigen. In een video zie je Lucretia Dalt – alias Preta – aan een rots likken, want via haar tong ervaart zij geografie. Het idee leidde tot bizarre teksten als: “No obedezco a tu verdad lineal / Romperé tu narrativa / Y alteraré tu paisaje aplanado” (“Ik gehoorzaam niet aan jouw lineaire waarheid / Ik verstoor jouw narratief / En verander jouw afgeplatte landschap”).

Surrealistisch sensueel
Duizelt het al een beetje? Dan heb je de muziek nog niet gehoord. Het kan nog steeds een stukje gekker. Als contrast voor het futuristische verhaal, besloot Lucretia Dalt terug te keren naar de muziek die ze in haar jeugdjaren in Pereira – een stad hoog in de Colombiaanse bergen – hoorde. En dat waren bolero’s, mambo’s, merengue, salsa en son. Dat is wel even wat anders dan de avant-garde elektronica die we van haar gewend waren, en die associaties opriep met het werk van Eliane Radigue, Delia Derbyshire en zelfs onze eigen Dick Raaijmakers. Nee, Lucretia Dalt wilde voor Preta dat de sci-fi zowel surrealistisch als sensueel zou klinken – en hopeloos romantisch. Ze riep de hulp in van een vriend: Alex Lázaro. Die stelde een apart ‘drumstel’ samen van houtblokken, conga’s, bongo’s en timbalen. Een aantal zeer getalenteerde muzikanten stonden hen bij: Nick Dunston en Isabel Röβler op contrabas, Edith Steyer op fluit en klarinet en Angelina Allemano op trompet. En daaroverheen legde Lucretia Dalt weer vervreemdende synthesizerlagen en tapegeluiden. Het resultaat houdt het midden tussen de tin pan alley chaos van Tom Waits, de geheimzinnige soundtracks bij David Lynch-films door Angelo Badalementi, de swing van het Zuid-Amerikaanse album Rei Momo van David Byrne en het jaren tachtig-exotisme van Thomas Dolby (Mulu The Rainforest) en Yello (You Gotta Say Yes To Another Excess).

Loepzuiver larger-than-life
De plaat is loepzuiver en larger-than-life geproduceerd. Het is hele mooie, über-toegankelijke muziek. Soms abstract, soms donker en filmisch. ¡Ay! klinkt soms zelfs een beetje lullig: als een soap-soundtrack. Het is allemaal onderdeel van dat vreemde sci-fi verhaal, zullen we maar zeggen. Voor het eerst sinds een jaar of tien zingt Lucretia Dalt op ¡Ay! weer in het Spaans en haar stem is prachtig. Ze kan zwierig en vol klinken als een gerijpte salsazangeres, hoog en zuiver als een jonge hinde (denk Mabe Fratti), maar ze kan ook met een rokerige stem een stukje musichall parlando brengen dat zo uit een jaren veertig spionagefilm lijkt weggeplukt.

¡Ay! is gewoon een adembenemend origineel album.

Alle beste albums van 2022:

Coby Sey – Conduit

Londenaar Coby Sey staat bekend als een samenwerker. Hij is de man op de achtergrond op briljante platen van Tirzah, Mica Levi, Dean Blunt, Klein en Kelly Lee Owens. En samen met zijn vrienden Mica Levi en Brother May runt hij het label/music community CURL Recordings. Maar zijn debuutplaat Conduit is helemaal een ‘solo-effort’. Coby Sey schreef, speelde, arrangeerde, produceerde en mixte het album in zijn eentje. Dan is het dus niet zo gek dat het een hele persoonlijke plaat is geworden.

Conduit is volledig geworteld in Lewisham, Zuid-Londen – de buurt waar zijn grootouders uit Ghana zich in de vroege jaren zestig gingen vestigen, zijn ouders woonden en Coby opgroeide. Lewisham stond bekend als broeinest van ALCARAF, de Britse Black Panthers die opstonden tegen racisme en fascisme. Dat mondde uit in de gewelddadige rellen van augustus 1977 en de brandstichtingen in 1981, waarbij 13 immigranten omkwamen. De oom van Coby Sey wist net te ontkomen.
De Londenaar werkt al vanaf 2017 aan deze plaat en de acht tracks zijn zeker ook gevormd door Brexit, de verkiezingen die daarop volgden en de Covid19-pandemie. Het is dus niet zo gek dat Conduit niet perse een positieve plaat is geworden… maar ook niet perse negatief. Coby Sey is niet van zwart of wit, hij is van de vele tinten grijs daartussen (no pun intended).

Hoe die plaat dan klinkt, is lastig aan te duiden. In talloze recensies worden evenzovele labeltjes genoemd – hiphop, triphop, postpunk, industrial, dubstep, jazz, noise of experimental electronics – maar in een interview met The Quietus zegt Coby Sey dat hij zich vooral in het plakkertje ‘post grime’ kan vinden. Hij groeide tenslotte op met grime op zijn speakers. En noise. Coby Sey noemt het lawaai van Public Enemy en de Bomb Squad als inspiratie, maar ook Miles Davis in de jaren zeventig, Grouper en Sonic Youth. Hij ziet dat allemaal als noise. Daarnaast drenkte hij zich in dubstep en dreampop (zoals de Cocteau Twins). Voeg daar nog wat snufjes Tricky en Throbbing Gristle aan toe en de soul van Marvin Gaye. Dan heb je de kaders van Conduit wel zo’n beetje geschetst.

Sey zingt niet, maar brengt een soort spoken word. Dat doet ergens denken aan wat rappers in de jaren negentig deden op old-school triphopbeats. Coby Sey klinkt onderkoeld en onderhoudend, maar zeker niet vervelend. Hij weet je te boeien met meanderende teksten: stream of consciousness wordt dat in de poëzie wel genoemd. In het geluidspalet lijkt zijn stemgeluid een beetje om de muziek heen te draaien: soms zet Sey zijn eigen stem heel erg voorin de mix en dan weer zo ver weg dat je hem nauwelijks kan verstaan. Dat is bewust gekozen, zo vertelt hij aan The Quietus. Het is een verwijzing naar de stemmen in de samenleving die niet worden gehoord.

De muziek op Conduit verschilt erg in de acht afzonderlijke tracks. De plaat begint chaotisch en claustrofobisch – unheimisch – met industriële beats in overdrive en sirene-achtige geluiden, in Etym en Mist Through The Bits. In Permeated Secrets schakelt Coby Sey en tandje terug en brengt wat meer traditionele triphop. Maar in Dial Square (Confront) en Night Ride gaat hij weer helemaal los met gekke beats, bizarre samples en herhalende gruizige glitches. Hoogtepunt van de plaat is het ruim tien minuten durende Response, een opgefokte freejazz-jam die in één take is opgenomen. Het bouwt op en bouwt op en bouwt op, niet alleen muzikaal maar ook tekstueel tot het moment waarop Coby Sey alleen nog maar kan schreeuwen: “GET ACTIVE! GET ACTIVE! ACTIVE! ACTIVE! ACTIVE!”

Dat heftige nummer wordt vooraf gegaan en gevolgd door twee ambient-achtige tracks waar juist weer iets van hoop in doorklinkt: Onus en Eve (AnwummerE). Het zijn niet de sterkste tracks, maar wel een fijn dromerig evenwicht rondom al dat geknal. De plaat eindigt in een zachte regenbui. Alsof de straten van Lewisham worden schoongespoeld na die bloedige rellen.

Alle beste albums van 2022:

Animistic Beliefs – MERDEKA

Het Mexicaanse label NAAFI (No Ambition And Fuck-all Interest) heeft als missie om de westerse dansvloer te dekoloniseren. Nou, daar zijn ze in augustus mee geslaagd – met de release van de nieuwste van het Rotterdamse duo Animistic Beliefs. Het avontuurlijke MERDEKA won meteen de 3voor12 Award voor het beste Nederlandse album van het jaar.

Snoeihard
Die prijs is helemaal terecht. Wie een beetje had opgelet, had dat ook wel kunnen zien aankomen. Animistic Beliefs bracht al in 2019 een fijne plaat uit, werkte samen met de Haagse synthi-tovenaar Legowelt en levert al jaren de meest legendarisch obscure – en snoeiharde – dj-sets en liveshows (met als hoogtepunt dit jaar in de X-Ray op Lowlands).

Hartslag
Animistic Beliefs bestaat uit de Vietnamees-Chinese Linh Luu en de Moluks-Nederlandse Marvin Lalihatu, allebei queer en punk. Die mix van afkomst, identiteit en mentaliteit hoor je op een hele sprankelende manier terug op MERDEKA (‘vrijheid’ in het Indonesisch/Maleisisch). Ze combineren hardstyle, techno, drum ’n bass, IDM en eurohouse (ergens komt de associatie met 2Unlimited even om de hoek kijken) met de Zuid-Aziatische klanken van bijvoorbeeld de Indonesische Tahuri (een blaasinstrument gemaakt van een schelp), de gamelan-achtige Totobuang of de Tifa-drum (ook wel de ‘Molukse hartslag’ genoemd).

Hyper
Dit soort exotische toefjes hoor je wel vaker in elektronische dansmuziek en dan zijn het vaak goedkope foefjes. Een beetje opleuken. Maar Animistic Beliefs is nergens zo cliché. Dit is the real thing! Linh Luu en Marvin Lalihatu gaan terug naar hun jeugdherinneringen en de generatielange trauma’s van het westers kolonialisme, maar gieten dat in hele harde en futuristische electro-tracks. Het resultaat klinkt heel natuurlijk. Het duo creëert een organische nieuwe stijl en die is lekker rauw en chaotisch (ze zijn punk tenslotte), en soms een beetje ambient en poëtisch. Zo is er opeens een rustpuntje: het gedicht Khi Mình Gặp Lại (‘wanneer ik je weer zie’) voor de grootouders van Luu. Het album is vaak hyper, urgent en hoe dan ook altijd intens.

Alle beste albums van 2022: