Jaaroverzicht 2023

Het was het natste en warmste jaar ooit. Bosbranden en extreme droogte teisterden de wereld. Oekraïne bleef onder vuur liggen van de Russen. Er brak een heftige oorlog uit in Gaza. In Nederland dreigt er een fascistoïde regering aan te treden, want het volk stemde vanuit een racistische onderbuik. LHBTQI+ers worden beschimpt op social media en in real life in elkaar geslagen. En corona is nog steeds onder ons. We leven in duistere tijden. Tegelijkertijd was 2023 een gloedvol en strijdbaar muziekjaar! Gelukkig maar. Dat biedt de hoop en troost die we zo hard nodig hebben.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Dus hou elkaar maar even vast en luister naar mijn 23 van 23. Je hoort heel veel positieve en gloedvolle soul (Gabriels, Kelela, Cleo Sol, Durand Jones en vooral ANOHNI and the Johnsons). De eclectische Young Fathers kunnen er ook wat van! Er zijn melancholische herinneringen aan de trotse stad Kyiv. PJ Harvey, John Cale en Peter Gabriel maakten na jaren stilte weer bloedmooie platen. En er zijn blije uitstapjes naar Tunesië, Japan, India, Brazilië, Oeganda en Nigeria. Het is mooi om te zien dat Engeland en Amerika de wereldheerschappij allang hebben opgegeven als het gaat om vooruitstrevende muziek. Alleen op het gebied van hiphop (Aesop Rock en JPEGMAFIA/Danny Brown) en techno (Speaker Music) spreken ze nog een woordje mee.

Hier is de gehele lijst. Lees de recensies in de links:

  1. ANOHNI and the Johnsons – My Back Was A Bridge For You To Cross
  2. Peter Gabriel – i/o
  3. Ruhail  Qaisar – Fatima
  4. John Cale – MERCY
  5. Tujiko Noriko – Crépuscule I & II
  6. Kelela – Raven
  7. Kara Jackson – Why Does The Earth Give Us People To Love?
  8. Young Fathers – Heavy Heavy
  9. Ambassade – The Fool
  10. Gabriels – Angels & Queens
  11. DJ K – Panico No Submundo
  12. JPEGMAFIA & Danny Brown – Scaring The Hoes
  13. Cleo Sol – Gold
  14. PJ Harvey – I Inside The Old Year Dying
  15. Model/Actriz – Dogsbody
  16. Heinali – Kyiv Eternal
  17. Durand Jones – Wait Til I Get Over
  18. Speaker Music – Techxodus
  19. It Dockumer Lokaeltsje – Trump Yn Makkum
  20. AUNTY RAYZOR – Viral Wreckage / MC Yallah – Yallah Beibe
  21. Matthew Herbert & London Contemporary Orchestra – The Horse
  22. Aesop Rock – Integrated Tech Solutions
  23. Deena Abdelwahed – Jbal Rrsas جبل الرصاص

Luister de hele 23 van 23 op Spotify:


Zoals altijd was het eigenlijk ondoenlijk om zo’n lijst te maken. Met pijn in mijn hart heb ik albums moeten buitensluiten. ‘Bubbling under’ zijn onder andere de fijne comebackplaat van – helaas nu duo – Depeche Mode (Memento Mori), Tirzah die goed uit de hoek komt op de plaat met de vreemde titel trip9love…??? en de samenwerking tussen Armand Hammer, billy woods en E L U C I D onder de naam We Buy Diabetic Test Strips. Ik was ook zeer gecharmeerd van de retro-disco van Jessy Ware op That! Feels Good! en van Roisín Murphy’s experimentele pop op Hit Parade (ondanks haar nare slip of the tongue op social media). Loraine James zorgde zoals altijd weer voor kwaliteit. Dus je moet zeker Gentle Confrontation gaan checken! Xiu Xiu maakte met Ignore Grief een fijne duistere plaat en de ‘gothic’ samenwerking tussen Maud the Moth en trajedesaliva (Bordando El Manto Terrestre) was superinteressant. En dan heb ik het nog niet eens gehad over Judith Parts uit Estland (met Meadowsweets) en Galya Bisengalieva uit Kazachstan (Polygon). Ach, zullen we tot slot dan maar Yves Tumor noemen met de langste albumtitel van 2023: Praise A Lord Who Chews But Which Does Not Consume (Or Simply, Hot Between Worlds).

Het is trouwens opvallend hoeveel oude knakkers dit jaar weer prima platen maakten. Naast Depeche Mode, John Cale, PJ Harvey en Peter Gabriel heb ik ook genoten van A Certain Ratio, Everything But The Girl, Sparks, Pere Ubu, Laibach, Sigur Rós, OMD, Lol Tolhurst/Budgie/Jacknife Lee, Madness, Vince Clarke, Arbeid Adelt! en Charles Hayward (met zijn band Abstract Concrete). Zelfs de Rolling Stones maakten weer een aardige plaat, voor het eerst sinds Tattoo You uit 1980…

De beste platen uit Nederland waren – naast Ambassade en It Dockumer Lokaelstje – van Piiptsjilling, Spinvis, Sophie Straat en De Jeugd van Tegenwoordig.

Foto: Sjef Prins – APA Foto

Song van het jaar

Hier wilde ik dus bijna de Rolling Stones met Lady Gaga noemen, met hun verrassend sterke Sweet Sounds Of Heaven. Verrassend goed was ook Christine and the Queens met het nummer Full Of Life (opgebouwd uit de kitscherige maar stiekem o zo mooie Canon in D van Johan Pachelbel). Olijke tracks als De Duck van Prins S en de Geit en Vrouw Van De Dominee (vertaling van Son Of A Preacherman) van Thijs Boontjes mogen niet onvermeld blijven. Maar dé song van het jaar Bull Believer van Wednesday!! Heerlijk, hoe een traditionele rocksong kan ontsporen in ontregelde noise. Luister maar:


Clip van het jaar

Om Putin te pesten zou ik hier de recente clips van Pussy Riot moeten noemen (Dance With The Devil, maar vooral de kortfilm Putin’s Ashes). Maar eerlijk is eerlijk, de allerbeste clipmakers van 2023 zijn de postrockband Squid. The Blades is fascinerend, maar de dromerige drukte in Swing (In A Dream) is helemaal adembenemend!
Ach, weet je, ik doe ze gewoon allebei (#FuckPutin).


Muziekboeken

Ik heb dit jaar veel te weinig muziekboeken gelezen, maar ik kan we een top 3 samenstellen. Op 3 staat dan de recensiebijbel van OOR met mooie illustraties van Typex. Op 2 zet ik Nick Soulsby met Everything Keeps Dissolving – Conversations With Coil, met een dwarsdoorsnee uit interviews die mijn helden John Balance en Peter ‘Sleazy’ Christopherson gaven tussen 1983 (toen ze Coil begonnen) en 2004 (na de dood van Balance).

Maar het beste boek vormt de geschiedenis van labeleigenaar Stevo en Some Bizzare Records in Conform To Deform van Wesley Doyle. Lees alles – in hun eigen woorden – over Soft Cell, Coil, Foetus, The The, Test Dept en Einstürzende Neubauten. Ik raakte zo geïnspireerd dat ik er m’n eigen Spotify-lijstje bij maakte:


Re-releases, compilaties

Ach, ik heb maar even een Top 10 van de beste re-releases gemaakt. Met opvallend veel heruitgebracht werk uit de jaren tachtig. Zelf werd ik wel een beetje emotioneel van het wederzien met From Brussels With Love, de plaat met onder andere Thomas Dolby, Harold Budd, Michael Nyman en John Foxx – waar ik in mijn puberteit zoveel uur mee heb doorgebracht.

  1. De La Soul – Three Feet High And Rising
  2. Soul’d Out: The Complete Wattstax Collection
  3. Blacklips Bar: Androgyns and Deviants, Industrial Romance for Bruised and Battered Angels, 1992–1995
  4. From Brussels With Love
  5. Chet Baker – Blue Room (The 1979 VARA studio sessions in Holland)
  6. Marlene Dietrich – Best MARLENE DIETRICH Movie Themes & Songs
  7. De Toekomst Laat Me Koud, De Nieuwe Nederlandse Golf 1980 – 1985
  8. Sonic Youth – Live In Brooklyn, Ny.
  9. Nasmak – 4our Clicks
  10. Holger Hiller – Ein Bündel Fäulnis In Der Grube
Foto: Sjef Prins – APA Foto

Concerten

Dit jaar heb ik behoorlijk veel acts zien voorbijkomen in Arnhem en in Nijmegen. Memorabel waren gothic queen Zola Jesus die de Stevenskerk tot in haar voegen deed galmen, in haar eentje achter de piano, en de industriële takkeherrie van Ruhail Qaisar voor twintig à dertig mensen in een kleine galerie. Paul Weller was erg goed in Doornroosje, met een dwarsdoorsnee uit werk van The Jam, The Style Council en solo. Zeer indrukwekkend waren John Cale in Paradiso Amsterdam en Peter Gabriel in Köln. Maar doordat ik bij die laatste was, heb ik misschien wel het concert van het jaar moeten missen: Young Fathers live op Best Kept Secret. Gelukkig staat het optreden integraal op YouTube. Waar ik voor de beeldbuis ook erg van heb genoten? Rick Astley (ja die!) en The Blossoms die op Glastonbury een set vol nummers van The Smiths speelden, met als eindconclusie dat Rick Astley een veel betere performer is dan Morrissey. Hahaha.


De doden

Sinds ik schrijf voor Ondergewaardeerde Liedjes, het leukste weblog van Nederland, heb ik al heel wat in memoriams moeten maken. Dit jaar herdacht ik daar onder andere Wim de Bie, Mark Stewart, Tina Turner (als achtergrondzangeres bij Frank Zappa), Sinéad O’Connor, Brian McBride van Stars of the Lid, Rudy Isley van de Isley Brothers, Kevin ‘Geordie’ Walker van Killing Joke en Shane MacGowan van The Pogues. Hoewel het er aan zat te komen was ik erg ontdaan van het overlijden van Ryuichi Sakamoto op 28 maart, overigens kort na zijn Yellow Magic Orchestra-maatje Yukihiro Takahashi op 11 januari. We eren de twee met een fragment van het Amerikaanse programma Soul Train uit 1980. De Japanners spelen Firecracker (toepasselijk in deze tijd van het jaar) voor een volledig zwart publiek. Het levert vreemde beelden op, een beetje vergelijkbaar met een paar jaar daarvoor toen het witte doorgesnoven halflijk van David Bowie daar kwam performen. Vervreemding met soul, dat is precies hoe we popmuziek willen zien!

Iemand schreef onder dit YouTube-filmpje: “Thank you Takahashi-san and Sakamoto-san for the great music. RIP.” … Thank you for the music, dat geldt ook voor 2023.


Fijne jaarwisseling en alle goeds voor komend jaar!

Ruhail Qaisar – Fatima

De ‘zomerhoofdstad’ Leh ligt (net als ‘winterhoofdstad’ Kargil) in de regio Ladakh, een dunbevolkt gebied in het uiterste noorden van India. De bewoners zijn eigenlijk Tibetaans, maar het gebied viel tot voor kort onder de deelstaat Kasjmir en nu direct onder Indiaas bewind. Ook Pakistan en China maken aanspraak op Leh en Ladakh en er wordt serieus om gevochten. Dat is één. Punt twee is dat de mooi gelegen zomerhoofdstad een toeristische trekpleister is voor westerlingen, maar – sinds het decor was van een reeks succesvolle Bollywood-films – ook voor de rest van India. Al dat toerisme heeft het gebied geen goed gedaan. Het ooit zo bucolische berggebied verzuipt nu in haar eigen rotzooi. En dan zijn er nog religieuze broeinesten van boeddhisme, hindoeïsme en islam die elkaar naar het leven staan. Het vuil, de stad en de dood vormen de achtergrond van Fatima, het debuutalbum van Ruhail Qaisar uit Leh dat eind januari verscheen. Volgens zijn eigen tekst op Bandcamp is de plaat een kroniek van rellen, geweld, kolonisatie, werkloosheid, PTSS en zelfverminking. De adembenemende muziek houdt het midden tussen field recordings, geluidskunst en pure noise. Nog een stukje Bandcamp: ‘Hauntological drones, power electronics and convulsive post-industrial dissonance create an unnerving sense of fear, anger and alienation.’ Pfff, ga er maar aanstaan. Het moge duidelijk zijn dat Fatima geen vrolijke plaat is geworden. Nee, het is een ‘requiem to a dead future’.

Heel veel is er niet bekend over Ruhail Qaisar. Hij ontvluchtte Leh om in New Delhi de death-metal annex no-wave band Vajravarah te beginnen. Maar die plannen kwamen niet echt van de grond. In de metropool kwam hij wel in contact met de extreme muziek van Einstürzende Neubauten en van de Japanse 90’s noise-scene (Merzbow) en met tijdgenoten als Puce Mary en Pan Daijing. Onder de naam SISTER ging hij compromisloze herrie maken, maar dat miste elke vorm van context, zo vertelde hij eerder dit jaar in een interview met muziekplatform The Quietus. “I then thougt of the concept of my hometown, my neighbourhood and my childhood.” Dat leidde uiteindelijk tot de plaat Fatima – die is vernoemd naar de oudtante van Ruhail Qaisar en dus naar de tijd waarin hij als jochie de koeien melkte in haar achtertuin of speelde met de Europese kinderen in The Dreamland Hotel van zijn vader – toen nog het enige hotel in Leh. De tijd van Shangri-La, ver voor gentrificatie, hyperkapitalisme en drugs…

De plaat begint met een bonkige bas en de gothic vrouwenstem van Iben Lavinia Kajser die ijzingwekkende passages voorleest uit het boek Circuitries van de Engelse filosoof Nick Land (“there will be no repeats of daddy the doctor and mummy the nurse… The Western Civilisation Show has been discontinued”). En dan bárst me er een partij noise los! Daar lust zelfs de instortende nieuwbouw geen brood van. Tweede track Sachu Melung is juist heel erg spookachtig, met onbestemde creepy geluidjes, net als het nummer met de veelzeggende titel Abandoned Hotels Of Zangsti – al fluiten de vogeltjes daar vrolijk (en indringend). Even geen spoiler, maar van wat er op 4 minuut 38 gebeurt gaan je nekharen overeind staan! … Een van de meest gewelddadige tracks is Namgang. Het is een jeugdherinnering aan een brand in een weeshuis, zo vertelt Qaisar aan The  Quietus. De kleine Ruhail en zijn ouders rennen er naar toe: “I kept my pace like an animal”. Maar vreemd genoeg eindigt de track heel vredig met bellen van paarden die grazen op een bergwei. Painter Man is pure David Lynch: je hoort een (onregelmatige) hartslag en daaroverheen fluistert gastvocalist Dis Fig verhalen over een ‘little lost painter’ die wreed wordt vermoord. Net zo horror-achtig – maar dan meer Wes Craven – zijn de schreeuwpartijen van Elvin Brandhi op Daily Hunger, met een soppend achtergrondgeluid waarbij je onwillekeurig moet denken aan het ultiem onfrisse The Sewage Workers Birthday Party van de Britse band Coil. En dan is het tijd voor de epische uitsmijter: The Fanged Poet. Ruhail Qaisar heeft het opgenomen in een bunker, waar hij acht uur lang repetitieve gitaarklanken en rituele drums heeft zitten produceren. Het dramatische effect komt van de crescendo trompetten van Rohit Gupta aka Fursat. Het gaat maar door en door en door… en dan doven alle klanken een-voor-een uit. Alsof er een koninkrijk uitsterft.

Het blijft verbazen dat zo’n conceptuele noiseplaat uit een no-mans land in het Indiase hooggebergte komt. Maar dat exotisme moeten we eigenlijk naast ons neerleggen. Laat Fatima een spiegel zijn: de hele wereld gaat ten onder aan oorlog en toerisme, aan kapitalisme, religie en drugs. We zijn de onschuld verloren. Overal. Daarvan doet Ruhail Qaisar op een hele fascinerende wijze verslag.

Alhoewel? Maanden na het verschijnen van Fatima staat Ruhail Qaisar op te treden in een kleine galerie in Nijmegen. Hij brengt zijn stukken voor een publiek van twintig tot dertig man (m/v/x). Qaisar blijkt een hele rustige, beetje verlegen jongen. Als ik hem na het concert aanspreek, zit hij in kleermakerszit voor de geïmproviseerde bar. Ik hurk naast hem neer en bedank hem voor de muziek. Hij spreekt nauwelijks Engels en kijkt me wat gegeneerd aan. “Thank you”, prevelt hij liefdevol en knijpt net iets te hard in mijn beide handen… Misschien zijn we onze onschuld toch nog niet verloren.  

Alle beste albums van 2023:

Sp@sms – From A 20th Century Box

Dit verzameld werk uit de jaren negentig is eerherstel en tegelijkertijd een mooie introductie in het (te) originele werk van Arno Peeters.

Eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de twintigste eeuw: what a time to be alive! De crisis van de jaren tachtig was voorbij. Thatcher was verleden tijd. De Koude Oorlog ook. We stonden te dansen bovenop de Berlijnse Muur. Francis Fukuyama schreef over ‘the end of history’ en het kon alleen nog maar leuker worden. Ook in Nederland. We wonnen het EK. De RoXY in Amsterdam opende haar deuren. Maar acidhouse was overal. ’s Nachts dansten we ons te pletter en overdag ontnuchterden we wat in de zomerzon. Wil je een beetje een indruk krijgen van wat een feestje deze tijd was? Kijk dan eens naar die serie over 06-sekslijnen op Netflix: Dirty Lines (al is het geen cinematografisch hoogstandje, het is een boeiende geschiedenisles of een nostalgietrip voor ouwe lullen).

Zweterig zoldertje

Was het dan overal feest? Nee. Op een zweterig zoldertje aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht (de Aámsterdáámsestroatwèg) zat een hele jonge vader te zwoegen tussen een batterij aan zelfgeknutselde elektronica. Arno Peeters wilde ook acid en techno maken, en ambient, industrial, hiphop of electro – en EBM: electronic body music. Als een wizard wilde hij zijn, zo swingend en strak, zo diep… en met streetfeel – net als zijn helden. Front 242, Adrian Sherwood, Laurie Anderson, rapper Schoolly D, Kraftwerk, Grandmaster Flash, Underground Resistance, Art Of Noise, Brian Eno of Coil. Vooral Coil. Lukte dat? Ja en nee.

‘They got it slightly wrong’, kent u die uitdrukking? Ik kwam die voor het eerst tegen in een recensie van Achtung Baby (1991) van U2. Op die plaat – gemaakt in de Hansa Studios in Berlijn – probeerden ze dance te integreren in hun gloedvolle rock. Maar ze wisten niet precies wat en hoe en juist dat maakte Achtung Baby zo’n briljante plaat. Zoiets was er ook aan de hand met Arno Peeters, die in de jaren negentig deel uitmaakte van acts als Voltage Control en Random XS, maar al veel langer werkte hij onder de naam Tape TV. Dat werd later Sp@sms. Peeters wist niet precies wat en hoe en dat maakte hem briljant.

Nul budget

Arno en ik zijn even oud en we kennen elkaar van de middelbare school. Of middelbare school? In die tijd – begin jaren tachtig – zaten we vooral veel thuis hasj te roken en MTV te kijken (toen net gestart en nog überhip). En we beluisterden stapels platen en cassettes. Van garagepunk tot dubreggae, van italo disco tot tapekunstenaars, van avantgarde klassiek tot darkwave. (Ondertussen converseerden we met elkaar via microfoons en koptelefoons met daartussen allerlei effectapparatuur – echo en pitch: het werden psychedelische sessies.) Als in de juiste dj-mix, smokkelde hij er ook zijn eigen werk tussendoor. Ik was onder de indruk van zijn creativiteit. Arno had nul budget. Hij werkte met geleende spullen of gevonden apparatuur en sleutelde zelf aan oude keyboards en samplers. Daarmee deed ‘ie geluidsonderzoek als een professional.

En hij was zo’n harde werker. Ik herinner me hoe hij ons een paar jaar later uitnodigde in de studio’s van het Contactorgaan Elektronische Muziek (CEM) in Arnhem. Om te werken aan nieuw materiaal, want daar stond state-of-the-art equipment, maar ook om te feesten. Dat laatste deden we met verve en vervolgens hebben we lekker uitgeslapen. Toen we wakker werden, had Arno meerdere stukken afgerond! Hij had de hele nacht doorgehaald. Het was toch zonde om te gaan slapen tussen al die apparatuur…

Zijn drive was fenomenaal. Zijn werk werd zware kost, vaak met een donkere ondertoon. Maar tegelijk speels. Soms zelfs grappig. En altijd origineel.

Arno Peeters anno 2022

Persistence is all

Zo origineel viel niet altijd in goede aarde. Hij werd uitgelachen op feestjes als hij zijn muziek probeerde te slijten. Dat veranderde niet toen hij was verkast naar Utreg en aansluiting zocht bij de house- en technoscene. Die wereld was nogal autistisch. Het ging om precies de juiste sound, precies de juiste equipment, de precieze beats per minute. Heel dwingend allemaal. Daar pasten Peeters’ vrije spinsels helemaal niet in. In de hoesteksten bij zijn verzamelde werk From An 20th Century Box vallen soms schrijnende verhalen te lezen. Het werd letterlijk en figuurlijk een ‘struggle for jive’.

Toch hield Peeters stand – volgens het motto van zijn helden van Coil: ‘Persistence is all’. En… no guts, no glory. Er werden overwinningen behaald! Zo kwam Force d’Inquisition van Voltage Control (1990) in de boeken als de allereerste Nederlandse acid-plaat ooit. Peeters vond vervolgens samenwerking en een uitlaatklep bij het Utrechtse label UTRAX. Maar het was vooral labelbaas Saskia Slegers, van het beroemde techno- en hiphoplabel DJAX, die het lef had om in mei 1995 het album Fuzzy Logic van Sp@sms uit te brengen. Fuzzy Logic is misschien wel his finest hour: zo vreemd, zo creepy en desolaat, maar soms ook om te lachen – en met zo’n rijk geluidspalet! Een compleet soundcollage-kunstwerk. Je zou kunnen zeggen dat Sp@sms hier doorgaat waar Aphex Twin ophoudt, maar dat is te beperkt gesteld. Fuzzy Logic is een uur en elf minuten muziek die nergens op lijkt. En al helemaal niet op techno of hiphop.
Andere overwinning? AeroSon is een compositieopdracht geweest voor de NPS, die in 1997 onder de naam Arno Peeters werd uitgebracht op het prestigieuze Duitse avantgarde label Mille Plateaux. Hij won er ook de eerste prijs in de competitie ‘composers under 30’ mee. AeroSon gaat misschien nog wel wat dieper dan het DJAX-album, maar mist ook een beetje de frisheid van Fuzzy Logic.

Podcasts

Gaandeweg ging Peeters een andere richting op. Bij NPS Radio 4 – waar experimentele muziek toen nog een warm thuis vond – ging hij steeds meer journalistiek werk doen. Ook daarin vonden wij elkaar. In 2001 hebben we samen Jhonn Balance en Peter ‘Sleazy’ Christopherson van Coil geïnterviewd voor een special die hij maakte voor NPS Supplement. Vervolgens specialiseerde hij zich steeds meer als producer, editor en sounddesigner van met name podcasts. En daarin is hij heel groot. Daarnaast doet hij bijzondere ‘community art’ projecten in het buitenland, samen met zijn vriendin Iris Honderdos. Het zweterige zoldertje, maar vooral de Utrechtse technoscene zijn allang vergeten.

Alle kanten op

Totdat daar in 2022 ineens From A 20th Century Box is: een initiatief van labelbaas Richard Lammerts van Bueren-van der Giessen die het label UTRAX weer nieuw leven inblies. De dubbelelpee, CD of digitale release vormt een overzicht van Peeters’ werk in de jaren negentig. Een eclectisch overzicht: het gaat weer heerlijk alle kanten op. Uitschieters zijn bijvoorbeeld Neuromatrix V1 uit 1996. Dat is letterlijk back to the future, want Sp@sms verklankte – in een compositieopdracht voor CEM – de muziek van de verre toekomst. Locomotangosinus uit 1991 is een bizarre poging om een gevonden tape met de Zuiderzeeballade via abstracte elektronische muziek te versmelten met Argentijnse tango. Bossanova (Cut Short) uit 1993 is een intrigerend werkje in de stijl van zijn helden Adrian Sherwood en Coil. (En dan moet ik hier nog een kleine disclaimer geven: samen maakten wij in 1992 – op weer zo’n psychedelische avond – het nummer Coopertest rondom een sample uit de tv-serie Twin Peaks en flarden van een gevonden plaat met marsmuziek. Dat belandde ook op deze verzamelaar.)

Bloody Mary

Overigens is het raadzaam om de vinylversie van deze uitgave te scoren, want alleen daarop staan twee fijne remixen. DJ Bloody Mary maakte dit jaar een fantastische electronic body music-versie van het nummer Pathos uit 1991 en Cosmic Force maakte hippe electro (met vette 303-baslijnen, maar ook jaren tachtig drumbeats die zo lijken weggelopen uit de soundtrack van Miami Vice) van het nummer Unidentified Urban uit 2003.

Dat al dit lekkers nu uitkomt op UTRAX is een terecht eerherstel voor Arno Peeters en hopelijk voor velen een prima introductie tot zijn bizarre oeuvre. Het prachtige artwork en de interviews en hoesteksten maken het feest compleet. Maar… wie écht far out wil gaan, moet AeroSon of Fuzzy Logic te pakken zien te krijgen.

1989: Arno Peeters vertelt in het tv-programma Sjappoo (IKON) over house en acid.

Jaaroverzicht 2021

2021 was een opvallend jaar. Het is bijzonder om alle jaarlijstjes langs te gaan: zoveel verschillende favoriete albums heb ik nooit eerder gezien. Elke lijstjesmaker kwam met compleet andere namen op de proppen. Het is opvallend – en leuk – dat er geen torenhoge favorieten zijn. Lang niet iedereen valt voor War On Drugs, Low of Weather Station. Niets is eenduidig. Met zoveel verschillende namen en meningen om me heen krijg ik vanzelf ook een opvallende eindlijst!

Kijk maar. Hier zijn mijn 21 van ‘21. Klik op de links voor uitgebreide recensies. (Helaas heb ik ook wel wat mooie dingen moeten laten liggen. Ik wil op deze plek nog wel even Little Simz, Luwten, rapper Dave, Arooj Aftab en Floating Points/Pharoah Sanders/London Symphony Orchestra noemen.)

  1. Tirzah – Colourgrade
  2. The Bug – Fire
  3. Cassandra Jenkins – An Overview On Phenomenal Nature
  4. William Doyle – Great Spans Of Muddy Time
  5. Joy Crookes – Skin
  6. Arno – Vivre
  7. Iosonouncane – IRA
  8. Lingua Ignota – Sinner Get Ready
  9. LICE – WASTELAND: What Ails Our People Is Clear
  10. The Villagers – Fever Dreams
  11. Space Afrika – Honest Labour
  12. Nynke Laverman – Plant
  13. For Those I Love – For Those I Love
  14. Mdou Moctar – Afrique Victime
  15. Koreless – Agor
  16. Aafke Romeijn – Godzilla
  17. Low – HEY WHAT
  18. Kele – The Waves Pt. 1
  19. Loraine James – Reflection
  20. Fred Again.. – Actual Life
  21. Hannah Peel – Fir Wave

Luister de hele 21 van 21 op Spotify:


Wat was er dan verder zo opvallend aan het popjaar 2021? Nou, in ieder geval de tekst van wat voor mij de song van het jaar is geworden: Je Haat Geen Maandag, Je Haat Kapitalisme van Hang Youth. Verdomd, zó vaak heb ik hier bij het begin van weer een week aan moeten denken…


Opvallend leuk bij het maken van deze top 21 was Twitter, toch hét social medium om buiten je bubbel te treden en direct in contact te komen met de makers. Zo leuk als The Bug je berichten retweet, Cassandra Jenkins je tweets liket en ook William (en Julie) Doyle. Andere kant van de medaille is wel dat eerder dit jaar Aafke Romeijn van Twitter afging vanwege bedreigingen en scheldpartijen aan haar adres… Bah.

Het meest opvallende muziekblog van het jaar is Opduvel. ‘Eigenwijs over muziek en herrie’ betitelt Opduvel zichzelf en dat klopt helemaal. Hier lees je over alles wat buiten de mainstream valt: drones, deathmetal, freejazz, balkanbeats, modern klassiek, field recordings, musique concrète, garagepunk… Met heel wat fijne nieuwe dingen heb ik op dit blog kennisgemaakt. Zo kwam Opduvel begin februari al met de tip voor de meest opvallende Nederlandse plaat van het jaar. Dat is Schakelbreuk Jozef van Pels. Pels is Maarten Wesselius, die hele speelse, humoristische elektronische muziek maakt. Samples en songtitels als ‘Vanavond eten we brood met vlees’, ‘Mijn ideale werkgever (is een wat oudere man)’, ‘Zalig zijn de schouderophalers’ of ‘Tumult op de afdeling droge worst’ zeggen genoeg, toch? Ga luisteren:


De meest opvallende terugblikken van het jaar stonden op de Engelse muzieksite The Quietus. Mark Pilkington interviewde in juli Steven Thrower over Love’s Secret Domain van Coil uit 1991. Helaas kunnen de beide heren Coil (John Balance en Peter ‘Sleazy’ Christopherson) het niet meer navertellen. Balance overleed in 2004 en Sleazy in 2010. De andere bijzondere terugblik op The Quietus was eind november: Non-Stop Erotic Cabaret: An Oral History Of Soft Cell’s Debut Album (uit 1981) met alle betrokkenen inclusief Soft Cellers Dave Ball en Marc Almond. Iets heel anders: De radioterugblik van Marcel Vanthilt en Arno Hintjens op de eerste plaat van TC Matic (eveneens 1981) is ook niet te versmaden!

De minst opvallende rereleases – in Nederland althans – waren de verzamelaars van Seefeel (Rupt & Flex, 1994 – 96) en Terre Thaemlitz/DJ Sprinkles (Gayest Tits & Greyest Shits: 1998-2017 12-Inches & One-Offs). Ze kregen hier helemaal geen aandacht. Jammer. Het zijn zulke mooie tijdsbeelden uit de jaren ’90 en ’00.


De meest opvallende sample van 2021 zit in het nummer Bye Storm van Injury Reserve. De Amerikaanse hiphopcrew bouwde een nummer rondom de stuwende stofzuigergeluiden uit Brian Eno’s Here Come The Warm Jets. Ze krijgen een totaal andere lading, maar verliezen niets van hun melancholische klank. Nooit gedacht dat dat mogelijk zou zijn. Opvallend, maar Injury Reserve zijn niet de bewaarders van het Eno-gedachtengoed. Dat is William Doyle, zo bleek dit jaar.


De meest opvallende (en onuitspreekbare) bandnaam in 2021 is —__–___. Ik stuitte op hun album The Heart Pumps Kool-Aid na een tweet van David Sylvian. Die schreef heel kort: “The future sounds like this”. Zo’n opmerking van een man die meermalen het geluid van de toekomst heeft verklankt – denk maar aan Brilliant Trees in 1984 en Manafon in in 2009 – triggert meteen en —__–___ stelt niet teleur. Luister maar. (Op de tweede plaats van de originele-namen-top-zoveel komt wat mij betreft de man die onder de naam Ross From Friends fijne dancetracks in elkaar knutselt.)


De meest opvallende verliezen in 2021 werden geleden in de dubreggae. Op 29 augustus kwam het treurige bericht dat grondlegger en grootmeester Lee ‘Scratch’ Perry is heengegaan. Moet ik hier zijn belang voor de reggae en de dub nog uitleggen? Nee toch? En anders: Google maar eens op de drie woorden ‘Black Ark Studio’. Het tweede grote dubverlies volgde op 8 december. Basgitarist en producer Robbie Shakespeare is overleden, deel van het briljante duo Sly & Robbie. Samen met Sly Dunbar was hij onder meer verantwoordelijk voor het geluid en succes van Grace Jones. Maar het dierbaarst is mij het album A Dub Experiment uit 1985, hun spacey sound waardoor ik als tiener kennismaakte met dubreggae.


Ongedacht opvallend waren de platen van Billie Eilish en Adele. Sjeesus, wat goed! Allebei. (Helaas konden we dat in 2021 niet zeggen van de schijfjes van Lana del Rey en eigenlijk ook niet van St. Vincent. Van hen hadden we meer verwacht.) Het was verrassend dat Billie Eilish het zo goed deed nadat ze in 2019 de standaard neerzette met When We All Fall Asleep, Where Do We Go?. Ze is nu een paar jaartjes volwassener en gevarieerder, zo werd duidelijk op Happier Than Ever. Ik ben gezegend met een tienerdochter die fan is, dus deze zomer gaan we samen naar Londen om haar live te zien in de O2! En dan Adele… volgens mij heeft die nog nooit zo’n goede plaat gemaakt als 30. Daar hoeven we niet veel woorden aan vuil te maken. Dat hebben alle media al gedaan.


Opvallend laat – op de valreep van volgend jaar – kwamen er nog twee albumtips binnen. Muzieksite Pitchfork schreef over Fiat Lux van het Catalaanse damesduo Tarta Relena. Zij maken een soort middeleeuwse, Gregoriaanse muziek (denk Hildegard von Bingen), maar dan met een zachte, glitchy, elektronische begeleiding. Heel mooi. Popjournalist Simon Reynolds wees me tenslotte in zijn geheel eigen jaaroverzichtje (dat vooral een lofzang is op Dry Cleaning) op de band ToiToiToi. Dit citaat van Reynolds zegt genoeg, dunkt mij: “ My favorite Ghost Box in a few years… I want to say, “sounds like Der Plan if they’d formed in 16th Century Swabia”, but perhaps I’m being led towards that idea by the Bruegel-ish artwork. ToiToiToi’s sound here is certainly jaunty and volkish, but it’s completely electronic.”


Zulke dingen op de valreep van het jaar… dat belooft wat voor 2022. Enjoy!